Refugium van de abdij van Tongerlo

Tekst van Refugium van de abdij van Tongerlo (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/5333)

Nummer 35 was van 1535 tot 1699 refugium van de abdij van Tongerlo; later in privé bezit en in 1974 aangekocht door de O.C.M.W. Kern uit de 17de eeuw met aanpassingen uit de 18de eeuw, in 1944-45 gerestaureerd en samen met de aanpalende woning nummer 37 tot een geheel omgebouwd door architect Max Winders; de architectuur van nummer 37 werd volledig aangepast aan die van nummer 35. Huidige voorgevel van acht traveeën en drie bouwlagen onder leien zadeldak (nok parallel aan straat). Bakstenen lijstgevel met gebruik van zandsteen voor plint en hoekketting aansluitend bij zijpuntgevel met vlechtingen. Rechthoekige vlak omlijste benedenvensters met tralies. Bovenvensters . eveneens rechthoekig en verkleinend naar boven toe . in volledig omlopende geriemde omlijsting van hardsteen. Vernieuwde houten goot waaronder fries met verdiepte panelen en geleed kordon.

Barokke rondboogpoort in dubbele geblokte en geprofileerde omlijsting van arduin met sleutel, lijstimposten en neuten; brede voluten vormen de overgang naar een gestrekte waterlijst met smal balkonnetje van smeedwerk. Houten vleugeldeur verfraaid met spiegels en gesculpteerde makelaar. Achter het woonhuis van nummer 35: kleine binnenplaats met prachtige arcades van arduin te dateren in de 18de eeuw: oost- en westwaarts twee spiegelbogen met geprofileerde archivolt en voluutsleutel, steunend op vier Toscaanse zuilen met vierkante basis; het muurvlak achter de bogen is verrijkt met lijstwerk en oculus; een gekorniste lijst scheidt de galerij van een drie traveeën brede bovenverdieping in dezelfde stijl als de voorgevel. Zuidvleugel van drie traveeën en twee bouwlagen eveneens onder leien zadeldak met kapellen, in traditionele bak- en zandsteenstijl met rechthoekige aangepaste vensters; tegen de plint aan, kleine waterbak. Noordzijde afgesloten door de kapel van het Maagdenhuis (Lange Gasthuisstraat nummer 33). Via de oostvleugel bereikt men een tweede binnenplaats met gezicht op de achterbouw van het pand, bestaande uit twee verschillende huizen. Rechts, breedhuis onder leien zadeldak met kapellen; verankerde lijstgevel van zes traveeën en twee bouwlagen in traditionele stijl met holronde daklijsten en aangepaste kruiskozijnen; de twee traveeën uiterst rechts doorbroken door een spiegelboogpoort in laat-Lodewijk XIV-stijl: dubbele hardstenen omlijsting met geprofileerd beloop, sleutel, imposten en neuten onder gestrekte waterlijst. Links, diephuis met dubbele trapgevel (respectievelijk elf en vier traveeën + overhoeks topstuk) van vier traveeën en twee bouwlagen in quasi dezelfde stijl als de aanpalende woning, echter tweeledige top met speklagen (vernieuwd) waarin drielicht, luik en takelsysteem.

  • COUVREUR W. 1974: De plundering op 31 maart 1831 van het huis van burgemeester jhr. Willem Andreas Caters, Antwerpen nummer 4, 148-165.

Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Refugium van de abdij van Tongerlo [online], https://id.erfgoed.net/teksten/5333 (geraadpleegd op ).