Kolveniershof

Tekst van Kolveniershof (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/5260)

Voormalig schuttershof van de in 1480 opgerichte Kolveniersgilde (burgerwacht), gebruikt als "speelhof" en "schietplaetse" met een gelijkvloerse galerij uitziende op de tuin. Dit sinds 1942 grotendeels blootgelegde en heden in restauratie verkerende gebouw werd opgetrokken tussen 1631 en 1637, mogelijk onder leiding van de Antwerpse meester Cornelis van den Eynde (1586-1664) en werd verder verfraaid in 1742 onder meer door toevoeging van siermotieven en consoles door J. P. Van Baurscheit (1699-1768), die toen mogelijk ook het fronton met oculus ontwierp. Als nationaal goed verkocht in 1798, diende het als vergaderzaal, herberg en magazijn waarna het eigendom werd verkocht in zeven loten (circa 1830) en totaal ingebouwd. Bij afbraak van dit complex in 1942 toevallig ontdekt en vrijgemaakt; sinds 1948 eigendom van de Stad Antwerpen, die het gebouw laat restaureren (onder leiding van architect Jos. Gabriëls) en hierin het Rubenianum zal onderbrengen, een documentatiecentrum voor de studie van Rubens en de kunst van zijn tijd.

Palend aan de tuin van het Rubenshuis, is het bouwwerk dwars op de straat gesitueerd met de zuidgevel als hoofdgevel, uitziend op tuin en voormalig schuttershof. Deze voorname vroeg-barokke gevel, heden geheel vernieuwd steunend op de bewaarde ordonnantie, vertoont een bijzonder symmetrische en evenwichtige opbouw met sterk classicistisch karakter, geheel van zandsteen en blauwe hardsteen (zie bibliografie). Acht traveeën en twee bouwlagen onder schilddak; hardstenen benedenverdieping geopend door een arcade met brede rondbogen, opgevangen door fraaie Toscaanse zuilen onder een klassiek hoofdgestel; in de boogzwikken het wapen van de Kolveniers in bas-reliëf. Op de bovenverdieping acht zeer hoge kruisvensters in hardstenen omlijstingen met geprofileerd beloop, onder driehoekige frontons op consoles. Horizontale opbouw enigszins doorbroken door middel van het later (18de eeuw) aangebrachte, bekronend centraal fronton boven de drie middentravee, rustend op vier prachtige consoles en geopend door een ronde oculus. Eenvoudige gevelbeëindiging door middel van een geprofileerde lijst van zandsteen.

Aan de straatzijde: eenzelfde ordonnantie met vier traveeën Rechthoekige benedenvensters in hardstenen geblokte omlijsting en bovenvensters in platte bandomlijstingen met oren en neuten onder gebogen frontons.

Interieur totaal vernieuwd.

  • Antwerpen die scone, 1976, nummer 7.
  • ADRAENSSENS R., Steenhouwersmerker in het Kolveniershof te Antwerpen, Antwerpen, juli 1976, p. 81-8.
  • BAUDOUIN F., De ontwerper van het Kolveniershof te Antwerpen en de datering van dit gebouw Gentse Bijdragen tot de Kunstgeschiederis, XXIII, 5, 1975.
  • VERBRUGGEN R., Het Kolveniershof in de Kolveniersstraat , Antwerpens Oudheidkundige Kring, 19, 1943, p. 23-25.

Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in Belgiƫ, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kolveniershof [online], https://id.erfgoed.net/teksten/5260 (geraadpleegd op ).