Augustinuskerk

Tekst van Sint-Augustinuskerk (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/5092)

Voormalige kloosterkerk van de augustijnen-observanten; sedert 1803 hulpkerk van Onze-Lieve-Vrouw, later parochiekerk.

Begin 16de eeuw verschenen de augustijnenobservanten in Antwerpen en vestigden zich in de Augustijnenstraat; daar ze echter de lutherse godsdienst genegen waren werden ze in 1522 uit de stad verdreven (zie Waaistraat, geschedenis van Sint-Andrieskerk). In 1607 keerden ze terug en kregen de gronden van de brouwerij "de Ketel" in Everdij- en Kammenstraat toegewezen; de opbouw van het klooster met inbegrip van schoolgebouwen aan de Everdijstraat, Oudaan en Kammenstraat, duurde tot 1676; klooster en school werden in de eerste helft van de 19d eeuw gesloopt.

De kerk, voornamelijk gebouwd tussen 1615 en 1618, beslaat de noordhoek van het vroegere kloostercomplex; ontwerper en leider van de werken was Wenzel Cobergher; latere wijzigingen en toevoegingen zijn: de verplaatsing van het koor der kloosterlingen achter het hoogaltaar in 1672, de overwelving van koor en middenbeuk respectievelijk in 1718 en 1721, de bouw van de Onze-Lieve-Vrouwekapel naar ontwerp van architect J. Dero in 1857. In 1939 werden kerk en bijgebouwen beschermd als monument; de restauratiewerken in 1976-1982 werden geleid door architect J. Frickel.

Kerk opgetrokken in Zuidnederlandse vroeg-barokstijl. Haar plattegrond ontvouwt een middeleeuwse bedelordekerk, namelijk een zaalkerk met driebeukig schip van zeven traveeën en een langgerekt koor van twee rechte traveeën een driezijdige sluiting; zijbeuken afgesloten met rechthoekige kapellen. Sacristie oostwaarts tegen de kerk aangebouwd; de neoromaanse Onze-Lieve-Vrouwekapel bevindt zich zuidwaarts. In de vierde travee van de noordzijde: overdekte doorgang (tongewelf met stucdecoratie) naar Everdijstraat afgesloten met fraaie (zie Everdijstraat 8). Baksteenbouw met gebruik van zandsteen voor gevelversiering, omlijstingen en speklagen. Bedekking met leien zadeldaken; op de kruising dakruiter met dubbele lantaarn en klok- en uivormige spits.

Westgevel die weinig of geen verband houdt met de inwendige verdeling of constructie van het gebouw; horizontale en verticale indeling van het gevelvlak door middel van brede banden van natuursteen die samen met de poortomlijsting, de muuropeningen en de nissen, kleurig contrasteren met het bakstenen gevelparement; klokvormig beeindigd en verhoogd met pinakels, siervazen en topstuk. Rechthoekige ingangsomlijsting geflankeerd door Toscaanse driekwartzuilen en bekroond met een driehoekig gebroken fronton waarin ronde nis met beeld van Sint-Augustinus door Bruno Gerrits; benagelde vleugeldeur met gesculpteerde makelaar; links en rechts rondboogvenster in geprofileerde omlijsting met waterlijst. Diverse opschriften. Tweede geleding met centraal spiegelboogvenster in breed lijstwerk met sleutel, geflankeerd door rechthoekige nissen met beelden van de Heilige Nicolaas van Tolentino en de Heilige Apollonia door Bruno Gerrits.

Inwendige architectuur met renaissance-reminiscenties in de opstand: registerindeling van de middenbeuk met rondbogenarcades op Toscaanse zuilen van arduin; hierboven fries met trigliefen en rozetten en kroonlijst; de stucversiering van de zwikken (medaillons met engelenhoofden, putti, guirlandes) aanleunend bij de barokstijl door Aert Coens in 1650-54; rechthoekige vensters in eenvoudige omlijsting van witte natuursteen onder gedrukt gewelf van eikenhout met casementen en schijfmotief (1721). De lage zijbeuken afgedekt met kruisgewelven. Rechte koortravee geflankeerd door hoge Toscaanse pilasters die gordelboog opvangen; overkluizing van 1718 zie middenbeuk. Koorabsis onder halve koepel met ribben steunend op consoles en voluten; links en rechts oculus.

Mobilair Schilderijen: Mystiek huwelijk van de Heilige Catharina, door P.P. Rubens (1628) boven het hoofdaltaar; de Extase van St.-Augustinus, door A. Van Dijck (1628) en de Marteling van de Heilige Apollonia, door J. Jordaens (1628) boven de zijaltaren; veertien schilderijen met voorstellingen uit het leven van Sint-Augtstinus, onder meer door J. Jordaens (1593-1678), J. Cossiers (1600-71), W. Van Herp (1614-77); twee landschappen, door P. Spierinckx (1635-1711). Glasramen uit het eerste kwart van de 20ste eeuw.

Meubilair: marmeren altaartafel, door A. Quellin (1671); gesculpteerde marmeren deuromlijstingen links en rechts van hoofdaltaar, preekstoel, kommuniebank en hoofdaltaarwand, door H.F. Verbruggen (respectievelijk van 1680, 1697, 1704 en even na 1718). Voor de overige kunstvoorwerpen raadplege men de Inventaris van de kunstvoorwerpen, het meubilair en ander onroerend bezit van de kerkfabriek van Sint-Augustinus, uitgegeven door de Stad Antwerpen [1976].

  • Antwerpen die scone, 1975, nrs. 7, 8.
  • PEETERS F., L' Eglise de St.-Augustin à Anvers, Antwerpen, s.d.

Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Sint-Augustinuskerk [online], https://id.erfgoed.net/teksten/5092 (geraadpleegd op ).