Graanwindmolen en molenhuizen

Tekst van Graanwindmolen en molenhuizen (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/47000)

Graanwindmolen en bijhorende molenhuizen, gelegen nabij de scheidingsgracht tussen Bouwel en Echelpoel. Oorspronkelijk waren de inwoners van Bouwel verplicht hun graan te laten malen in Grobbendonk. Pas in 1789 kreeg Bouwel een eigen windmolen (nummer 39) en bijhorend molenhuis (nummer 37) met schuur, naderhand eveneens ingericht als molenhuis (nummer 38), doch heden volledig vernieuwd; circa 1859 bouw van een tweede molenhuis (nummer 36), verbouwd in de periode 1975-1977.

Nummer 36. Heden "'t Molenhuis", tweede molenhuis, op het kadaster ingetekend in 1859. Oorspronkelijk langgestrekte hoeve van vier vernieuwde + vijf traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (nok parallel aan de straat, mechanische en Vlaamse pannen). Verankerde lijstgevel met beluikte, rechthoekige vensters onder houten latei en rollaag van gesinterde baksteen, dito deur. Bepleisterde fries. Korfboogluik in rechter zijgevel.

Nummer 37. Heden "Molenhoeve", eerste molenhuis bestaande uit een woonstalhuis opklimmend tot 1789 en een haaks aangebouwde schuur, uit de periode 1813-1835. Woonstalhuis in 1974 volledig omgevormd tot woning met totaal gewijzigde binnenindeling; de haakse schuur werd verbouwd tot onder meer keuken, badkamer en garage. Verankerde baksteenbouw van vier + drie vernieuwde traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (nok parallel aan de straat, mechanische pannen). Lijstgevel met beluikte, steekbogige vensters, betr:alied in het oorspronkelijk woongedeelte links. Rechthoekige deur met lateiconsoles gevat in een omlijsting van gesinterde baksteen. Aflijnende baksteenfries. Opkamer in de noordwesthoek. Linker zijgevel bezet met kunstleien. Oorspronkelijk tweebeukige langsschuur onder zadeldak (nok loodrecht op de straat, golfplaten); drie traveeën geritmeerd door lisenen.

Nummer 39. Huidige molen afkomstig van het Meulenveld, Westerlo-Voortkapel, waar hij vermoedelijk in 1713 werd opgericht; de oudste inscriptie vermeldt "Frans Vermeylen 25/9/1732". In 1925 overgebracht naar Bouwel, ter vervanging van de om strategische redenen afgebrande molen van 1789; in werking tot 1940 toen hij door een storm zwaar werd beschadigd; gerestaureerd in 1973 door de gebroeders Caers uit Retie, heden in gebruik als buitenverblijf.

Houten staak- of standaardmolen met gebroken mansardekap (eikenhouten imitatieleien) en gesloten voet als een octogonale bakstenen constructie, het zogenaamde molenkot. De verankering bestaat uit vier teerlingen, afkomstig van de oude molen, waarop horizontale balken de zogenaamde kruisbalken rusten; hierop bevinden zich de afzetten of standvinken die het gewicht van de bovenbouw dragen. Typisch voor de Kempische staakmolens is de steile helling van deze standvinken. Door het snijpunt van de ankerbalken loopt een verticale, eiken molenstaak, waaromheen het houten molenhuis met twee niveaus (steenzolder en maalzolder) is gebouwd. Bij de trap, het kruiwiel waarmee de wieken op de wind worden gericht voor een maximale windvang.

  • Kadaster Antwerpen, Mutatieregisters Bouwel, schetsen 1859/6, 1915/3 en 1926/2.
  • DRIJBOOMS F. 1982: Van banrecht en maalplicht in Grobbendonk tot eigen Bouwelse windmolen, Weelde.
  • S.N. 1977: Ons molenpatrimonium in de provincie Antwerpen, Molenecho's V.2, 14.

Bron: KENNES H. & STEYAERT R. 2001: Inventaris van het cultuurbezit in Belgiƫ, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Herentals, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Graanwindmolen en molenhuizen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/47000 (geraadpleegd op ).