Enkelhuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak; bepleisterde en beschilderde lijstgevel in neoclassicistische stijl met second-empire-inslag waarvoor bouwaanvraag in 1876.

Integraal bewaarde gevelindeling met nauwelijks uitspringend poortrisaliet (rechts); begane grond opgevat als sokkel voor de meer verwerende eenheidscompositie van de bovenbouw geleed door de balustrades en balkon met postamenten van de bel-etage en het uitgewerkt bekronend hoofdgestel.

Begane grond met afgevlakt rustiekwerk op een geprofileerde sokkel van arduin; rechthoekige vensters. Rechthoekige poort geflankeerd door pilasters waarop de uitgewerkte consoles en abacus van de balkonplaat rusten. Aflijnende puilijst aansluitend bij laatstgenoemde en de vermelde balustrades.

Bovenverdieping geritmeerd door drie breed geprofileerde rondboognissen met sluitsteen op pseudopilasters in kolossale orde met de postamenten als sokkel. Steekboogvensters in bandomlijstingen met oren op de bel-etage; rondboogvensters in vlakke omlijstingen met lekdrempels en ijzeren leuning met casement verrijkt met leeuwenkop en rankwerk in stucwerk.

Gedecoreerd en gekornist hoofdgestel dat geritmeerd wordt door de modillons steunend op de genoemde sluitstenen en bovendien het risaliet markerend; fries met geriemde spiegels en kroonlijst op afgeronde tandlijst.