Witte Molen

Tekst van Witte Molen (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/45672)

Stenen windmolen "Witte Molen". Zogenaamd "Witte molen" op de hoek van de Osseweg en de Zeeweg nabij de grens met Bekegem en wellicht te situeren op de plaats van de "Op-zeel molen" (1662) of "Rockxem-molen" (zie 17de- en 18de-eeuwse kaarten). In 1841 aankoop door P. Dierickx Visschers en echtgenote F. Strubbe van een site met woonhuis, roskot, oliekelder en houten staakmolen op teerlingen van molenaar C. Monteyne. In 1843 werd de staakmolen vervangen door de huidige bakstenen bergmolen volgens inscriptie "PDV/FS/1843" in molenromp, zie initialen van de eigenaars. Nieuwbouw met hergebruik van oudere molenelementen zie onder meer "Pieter Vieubles 1793" in drie hoekstukken van het bovenwiel; "1796" op een balk op de steenzolder. De molen blijft gedurende een hele tijd in handen van de familie Dierikcx Visschers. In 1952-1953 diverse kleinere herstellingen uitgevoerd door molenmaker C. Peel uit Gistel (onder andere windpulm). De molen blijft in bedrijf tot 1961: dan wordt de site door de nieuwe eigenaar E. Galliaert als landbouwbedrijf uitgebaat. De molen wordt in erfpacht geschonken aan de stad Oudenburg. In de tweede helft van de 20ste eeuw diverse uitbreidingen van het bedrijf onder meer aanbouw van varkenstallen (1972) en silo's (1981, later afgebroken). Molen geraakt ondanks herhaaldelijk aansporen stilaan in verval. Vanaf 1998 zit het restauratiedossier in een stroomversnelling; in 2001 wordt de molen gerestaureerd.

Bergmolen met stenen romp van gele baksteen (21x10x5) van het type grondzeiler, oorspronkelijk witgekalkt, met karakteristieke overhoeks geplaatste rechthoekige vensteropeningen en rondboogingangen. Wieken verdwenen in het vierde kwart van de 20ste eeuw. Berg oorspronkelijk fungerend als oliekelder; kruiwiel. Benedenverdieping met voormalige olieslagerij en buil. Standaard draait er op een houten draagbalk en was oorspronkelijk voorzien van een schijfloop of een kamwiel om het steenwiel en het wentelwiel aan te drijven. Ter hoogte van de vloer van de eerste zolder zit om de standaard een ijzeren kamwiel met houten kammen dat een conisch kamwiel op de benedenverdieping aandrijft. Het steenwiel op de steenspil kon via een trommel en katrol ingeschakeld worden. Maalzolder met haverpletter. Steenzolder met twee koppels maalstenen; spoorwiel met 56 kammen en twee lantaarns met respectievelijk 22 en 20 kammen voor de aandrijving van de maalstenen; luiwerk. Boven elke maalstoel een kleine stelling met een as die voorzien is van vier handspaken voor het uittrekken van het klauwijzer. Kapzolder met Engels kruiwerk, vangwiel met 48 kammen en kroonwiel met 32 kammen. Eternitleien en golfplaten op gebroken kap met rechte voorwand, half-verdekkerde roeden; vlucht circa 24 m.

  • Archief Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Monumenten en Landschappen, nummer 685.
  • DEVEYT C. 1965: West-Vlaamse windmolens. Inventaris volgens de toestand op 1 januari 1965, Brugge.
  • DEVLIEGHER L. 1984: De molens in West-Vlaanderen, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, deel 9, Tielt-Weesp, 328-331.
  • VAN POUCKE A. 1995: Molens en mulders te Bekegem. Een historisch-genealogische studie, Oudenburg.

Bron: CALLAERT G. & HOOFT E. met medewerking van STRUYF J. 2003: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Oudenburg, Deelgemeenten Ettelgem, Roksem, Westkerke, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL1, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs:  Hooft, Elise; Callaert, Gonda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Witte Molen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/45672 (geraadpleegd op ).