Molenromp met molenaarshuis

Tekst van Molensite Acke (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/45627)

Molenromp met molenaarshuis op deels gekasseid erf. Toegang tot het erf door ijzeren poort links naast het halfvrijstaande molenhuis. Beeldbepalend voor het centrum van Oudenburg door zijn inplanting op de hoek van de Weststraat en de invalsweg van Oudenburg vanuit Westkerke en door de hoogte van de molen: behalve de kerk zijn er geen andere hoge gebouwen aanwezig.

De bakstenen bergmolen wordt in 1858-1860 gebouwd als olie- en korenmolen op het erf van een 18de-eeuws gebouw dat haaks op de straat staat (zie Ferrariskaart, 1770-1778). In 1884 wordt tegen de straat aan een molenhuis gebouwd en wordt het perceel in twee verdeeld, met de molen en het molenhuis op het ene en de oudere structuur op het andere. In 1935 worden de wieken van de molen verwijderd, nadat een mechanische hulpmolen was geïnstalleerd. In 1947 wordt een magazijn met verkoopplaats bij de molen gebouwd, waarvoor een stuk van het ondertussen in twee gedeelde en verbouwde haakse volume wordt afgebroken. Dit wordt bij het perceel van de molen en het molenhuis gevoegd. De molen is mechanisch in bedrijf tot circa 1975.

Molenromp van gele baksteen (21 x 10 x 6 cm; 10 lagen = 72 cm.), met een benedenverdieping en drie zolders. Rondboogingangen en -vensters met rode bakstenen strek en waterlijst, geschrankt. Schuiframen met kleine roedeverdeling en radvormig ingedeeld bovenlicht. Steigergaten op de bovenste zolder, stellinggaten bij de eerste zolder. Vlucht: circa 24 m. Op de benedenverdieping, de olieslagerij. Toen een mechanische maalderij (met twee maalgangen en een haverpletter) ingericht werd, heeft men een tussenverdieping met buil en graanreiniger gebouwd. Op de eerste zolder (maalzolder) bevinden zich de dichtgemetselde toegangen naar de verdwenen gaanderij. Op de tweede zolder (steenzolder) waren twee maalgangen. De derde zolder was opslagruimte voor de zakken met graan. Bewaarde mechaniek in de molen. Aanbouwsel van circa 1935 aan de westelijke kant van de molen, rode baksteen onder plat dak.

Langs de straat, molenaarshuis van 1884. Typische bescheiden eind negentiende-eeuwse dorpswoning. Half vrijstaand breedhuis met links ervan het ijzeren hek voor de oprit naar het gekasseide molenerf. Dubbelhuis van vijf traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (nok parallel aan de straat) met Vlaamse pannen. Het huis is opgetrokken in gele baksteen, gelijkaardig aan het bouwmateriaal van de molen. Aan de straatkant is de lijstgevel voorzien van verzorgd siermetselwerk: accentuering van de deur door omlijsting en muurdam, gevel omlijst met tandfries en zijmuurdammen, dito friezen onder de vensteropeningen. De gevel is afgeboord door een houten kroonlijst op klossen. Getoogde muuropeningen met bakstenen omlijsting en bewaard houtwerk. T-vensters met origineel hang- en sluitwerk en houten luiken, deels met persiennes. Deur met accolade- en waaiervormige versieringen, beglaasd en voorzien van hekwerk. Gecementeerde en verankerde zijpuntgevel met klein rondbogig zoldervenstertje. Bakstenen achtergevel van anderhalve bouwlaag en twee opkamertraveeën, een deurtravee en twee venstertraveeën. Vensteropeningen en ramen op eerste bouwlaag zijn van hetzelfde type als bij de voorgevel, maar hier is het houtwerk voorzien van imitatie-eikschilderingen. Lage zoldervensters, eveneens getoogd, laaddeur in de vijfde travee. Achter het molenaarshuis, verschillende bakstenen begin 20ste-eeuwse bijgebouwen: glazen veranda waarin de waterput, zomerkeuken en bakhuis.

Interieur van het molenaarshuis. Dubbelhuis-plattegrond met centrale gang, uitkomend op de keuken. Aan weerszijden van de gang aan straatzijde een salon. Gang en salon voorzien van schilderingen: marmerimitaties in ovalen kader in de gang, veelkleurige banden en bloemmotieven op deuren en plafonds van de salons. In beide salons eenvoudige art-decogetinte marmeren schouwen, waarvoor de originele ijzeren kachels. Keuken met Leuvense stoof; links een opbergruimte met beschilderde deur (kandelabermotief met grotesken) en rechts een opkamer met trap naar de zolder.

Ten zuiden van de molen, magazijn en verkoopplaats van 1947 in rode baksteen. Ten noorden van de molen, deels behorend tot het belendend perceel, kleine 19de-eeuwse bijgebouwen en stallen.

  • DEVLIEGHER L. 1984: De Molens in West-Vlaanderen, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, deel 9, Tielt-Weesp, 326-327.

Bron: CALLAERT G. & HOOFT E. met medewerking van STRUYF J. 2003: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Oudenburg, Deelgemeenten Ettelgem, Roksem, Westkerke, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL1, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs:  Hooft, Elise; Callaert, Gonda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Molensite Acke [online], https://id.erfgoed.net/teksten/45627 (geraadpleegd op ).