Bisschoppelijk Paleis

Tekst van Bisschoppelijk Paleis (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/4507)

Voormalig Bisschoppelijk Paleis, later zetel van het Provinciaal Bestuur. Sinds de 14de eeuw refugium van de Sint-Bernardsabdij (Hemiksem); van 1570 af zetel van het Bisdom Antwerpen. Van 1779 tot 1781 (gevelplaat) werd het gebouw grondig herbouwd in Lodewijk XVI-stijl. Na de opheffing van het bisdom Antwerpen in 1794, werd het paleis de zetel van het Franse Bestuur, nadien bleef het voormalige "Hof van de Bisschop" de zetel van het Provinciebestuur. In 1878 werd aan de oostzijde de vergaderzaal van de Provinciale Raad bijgebouwd door architect Gife, gestoffeerd met het meubilair van de eerste senaat te Brussel (1830) (?).

Drie vleugels van twee bouwlagen en poortgebouw van één bouwlaag rondom een vierkant staatsieplein. Bepleisterde en beschilderde lijstgevels onder zadeldak (leien).

Voorgevel met poortgebouw van vijf traveeën (platformdak) geflankeerd door twee symmetrische hoger opgaande bijbouwen van twee traveeën en twee bouwlagen apart afgedekt met een zadeldak.

Rondboogpoorten in de onpare travee van het voorgebouw, centrale poort in een geprofileerde omlijsting met sluitsteen en neuten, zwikken versierd met guirlandes, gevat tussen twee pilasters met casementen en guirlande; kapiteel gaat over in platte gegroefde consoles die het driehoekig fronton boven de ingangspoort schragen. Aan weerszijden van de ingangspoort een blinde travee gevuld met een paneel met rozetten in de hoeken. Eerste en vijfde travee met rondboogpoorten geflankeerd door onversierde pilasters waarvan de abacus bezet is met een eierlijst. Geheel bekroond door een attiek, met opengewerkte borstwering boven de zijtravee, de traveeën zijn hier gemarkeerd door postamenten bekroond met een siervaas.

Twee zijvleugels geflankeerd door kolossale hoekpilasters die uitlopen op dubbele gegroefde consoles met guttae en aldus het hoofdgestel en het geprofileerd driehoekig fronton met oculus dragen. Rechthoekige benedenvensters in een bandomlijsting met lekdrempels op consoles; afgeronde kroonlijst op gelijksoortige doch slankere consoles, gebruikt als ondiep balkon voor de deurvensters van de belétage; deze zijn opgenomen in analoge omlijstingen verrijkt met uitgewerkte sluitsteen tussen guirlandes.

Brede middenpenant uitgewerkt als indelend paneel met gegroefde omtrek lopend over de twee bouwlaag.

Achtergevel van poortgebouw aan noordzijde van binnenplaats, geritmeerd door drie rondboogpoorten in een geprofileerde omlijsting met sluitsteen en imposten, geflankeerd door pilasters, bekroond door rechte druiplijsten waarboven paneelwerk, siervazen op het dak. Tweede en vierde travee onderverdeeld in twee bouwlagen met vier rechthoekige vensters.

Staatsieplein omringd door brede lijstgevels van zeven traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (leien). Vleugels van telkens drie traveeën aan weerszijden van een middenrisaliet. Bepleisterd en beschilderd parement op een smalle recht afgelijnde plint, beëindigd door middel van doorlopende gelede architraaf waarboven een onversierd fries en een gekorniste kroonlijst. Rechthoekige vensters gevat in een geprofileerde licht uitspringende omlijsting. In oost- en westgevels: eenvoudig, licht uitspringend middenrisaliet gevat tussen kolossale pilasters en gemarkeerd door een gebogen dakvenster met oculus, geflankeerd door vleugelstukken en bekroond met een segmentboogvormige druiplijst eindigend op voluten. Rechthoekige deur in een bandomlijsting met oren en sluitsteen, bovenlicht met mooi smeedijzerwerk. Beide vleugels worden op tweede bouwlaag verlengd met twee traveeën onder een schilddak, links en rechts van het poortgebouw.

Zuidvleugel met monumentale poortdoorgang (tegenover de ingangspoort) opgenomen in het centraal risaliet met gebogen fronton. Rondboogpoort in een geprofileerde omlijsting met sluitsteen en imposten, gestrekt middenkalf waarboven een sierlijk krullende tracering; flankeren de losstaande gecanneleerde zuilen op sokkels met composietkapitelen en dekplaat waarboven een gekorniste kroonlijst, op tweede bouwlaag gebruikt als breed balkon met smeedijzeren leuning tussen hoekpostamenten bekroond met losstaande beelden (vrouwenfiguren). Deurvenster in een bandomlijsting waarboven een vlakke fries op hoeken versierd met trigliefen en afgedekt door een gestrekte druiplijst; cantonnerende pilasters met ingediepte schacht en lijstkapiteel aansluitend bij het hoofdgestel en de gekrulde modillons waarop het vermelde fronton. Achtergevel met dichtgemetselde eerste bouwlaag, rondboogpoort in een geprofileerde omlijsting waarboven op bovenverdieping een groot onversierd paneel.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1878#1123.

Bron: GOOSSENS M. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A., STEYAERT R., ILLEGEMS P. & DE BARSÉE L. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3na, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Goossens, Miek
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Bisschoppelijk Paleis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/4507 (geraadpleegd op ).