Lang basilicaal gebouw met toren, geflankeerd door bijbouwen, drie beuken van vijf traveeën en een op een driezijdige apsis uitlopend koor. Hoge en stevige toren van zandsteen in laatgotische stijl (16de eeuw); aan de zuidzijde, traptorentje gevat in een bijgebouw; aan de westzijde, grote hoeksteunberen met afgeschuinde kop; voorgevel met steekboogportaal; achter het doksaal, op het schip uitziende spitsboog en kruisribgewelven zonder kraagstenen op de benedenverdieping. Classicistische beuken van bak- en zandsteen, in 1770 gebouwd door Corthout (zie archiefstukken); ruime traveeën op Toscaanse zuilen; strakke profielen en stucwerk.

De twee oosttraveeën en het koor werden in neoclassicistische stijl toegevoegd in 1854 door pastoor Roels en J.F. Van de Weyer (gedenksteen in koorsluiting).

Mobilair. Enkele schilderijen uit 17de en 18de eeuw, onder meer een zicht op de oude kerk (doopkapel); romaanse doopvont (12de-13de eeuw); Louis XV- en XVI-meubilair, onder meer een van 1756 dagtekenende kansel en biechtstoelen met jaartal 1787 (noorden).