Hollandcollege

Tekst van Hollands College en Paridaensinstituut (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/42166)

Het in 1613 te Keulen gestichte studiehuis voor priesters bestemd voor de missie Noord-Nederland, werd kort nadien door F. Rovenius naar Leuven overgebracht. Laatstgenoemde kocht het voormalige hotel Uiten Lieminghe (eerste helft 16de eeuw) aan en vestigde hiermede het Hollandcollege definitief in de universiteitsstad (1617). Eerste voorzitter was C. Jansenius, schrijver van het beroemde "Augustinus" die achteraan in de tuin in 1618 een kamer liet bouwen op de vroegere "Liemingen-Poorte", de zogenaamde Janseniustoren. Het rijk en welvarend college werd grotendeels heropgebouwd in de loop van de tweede helft van de 18de eeuw door J.A. Hustin (1754 en volgende). Na de afschaffing van de universiteit verkocht aan particulieren. Sinds 1812-1819 gebruikt als onderwijsinstelling, Paridaensinstituut. Behouden gedeelte van de laatgotische gebouwen uit de eerste helft van de 16de eeuw: met zandsteen beklede voorgevel met twee verdiepingen voorzien van fraai uitgewerkte kruisvensters; zijgevel van baksteen op sokkel van witte steen en sporen van de voormalige kruiskozijnen. Verhoogd en voorzien van een dakvenster tijdens de verbouwingswerken van het derde kwart van de 18de eeuw.

Links van de vleugel, de fraai uitgewerkte Louis XV-steekboogdeur, geflankeerd door composietpilasters met ingediepte schachten onder het hoofdgestel en het driehoekig fronton; cartouche met bouwopschrift 1757; gesculpteerde, houten makelaar.

Onregelmatige binnenplaats (vorm bepaald door het oude straattracé) afgezet met drie vleugels op U-vormige plattegrond.

Bak- en zandsteenbouw. Drie verdiepingen hoge constructie afgedekt met een mansardedak. Traveeën geritmeerd door platte zandstenen banden die verticaal in het verlengde van de raamposten tot onder de holrond bepleisterde kroonlijst doorlopen en horizontaal de dorpels onderling verbinden. Traveeën telkens gemarkeerd door een met driehoekig fronton bekroond dakvenster.

Bewaarde Louis XV-deur met houten waaier. Binnenin, fraaie dubbele kwartslagtrap en stucwerkversiering.

Op de bovenverdieping, merkwaardige eenbeukige kapel (zes traveeën) afgedekt met een vlak stucplafond en voorzien van Louis XV-houtwerk. Schilderijen ter illustratie van het Marialeven door P.J. Verhaghen (1765, 1765, 1767) en latere kopieën door P. Steger "d'apres P.J. Verhaghen, 1876".

Louis XV-meubilair; Louis XVI-orgel gedateerd 1773.


Bron: GENICOT L.F., VAN AERSCHOT S., DE CROMBRUGGHE A., SANSEN H. & VANHOVE J. 1971: Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, Provincie Brabant, Arrondissement Leuven, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 1, Luik.
Auteurs:  Genicot, Luc; Van Aerschot, Suzanne; de Crombrugghe, Anne; Sansen, Hadewych; Vanhove, Jacqueline
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hollands College en Paridaensinstituut [online], https://id.erfgoed.net/teksten/42166 (geraadpleegd op ).