Sint-Sulpitiuskerk

Tekst van Parochiekerk Sint-Sulpitius en Sint-Dionysius (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/41612)

Deze kerk was een voormalige collegiale kerk. De grote gotische constructie op de Grote Markt in het centrum van de stad, opgetrokken uit ijzerzandsteen van de Demervallei (behalve de toren), is op verscheidene plaatsen onafgewerkt gebleven.

Lang basilicaal gebouw, met achter de toren drie beuken van zes traveeën, een hoog uitspringend transept en een drie traveeën diep koor, afgesloten door een veelzijdige apsis.

De bouw van het koor werd in 1321 aangevat onder leiding van architect Pieter van Savoie, die enkel de grondvesten liet uitgraven. Hij ontwierp tevens een zeldzaam plan voor een koor, omringd door zuilen en een kooromgang, waaraan vijf grote transkapellen zouden gehecht worden; ietwat gedrongen in hun rechte delen zoals die welke aan de noord- en zuidzijde werden opgetrokken (bewaarde aanzetstenen). Dit grote koor, dat vooral gelijkt op dat van Saint-Père-sous-Vézelay in Bourgondië (13de eeuw), werd niet volledig voltooid.

Merkwaardige opstand der afgewerkte delen met fraai gebeeldhouwde versiering van de opengewerkte galerijen, steunberen en wimbergen.

Het zuidelijke gedeelte werd einde 14de eeuw onder leiding van Henri de Gobertange (Hendrik van Tienen) gebouwd; het noordelijke gedeelte door Sulpitius Van Vorst en Jan Soers, pas in de loop van de eerste helft van de 15de eeuw.

Breed transept, met zware hoeksteunberen, die bovenaan een breed glasraam met tracering in Y-vorm en onderaan portalen insluiten: onvoltooid aan de noordzijde (misschien nog 14de-eeuws); grondig gerestaureerd aan de zuidzijde.

Schepping in Brabantse gotische stijl, zonder kapitelen (maar met enkele grijnzende maskerkoppen) en met een triforium, dat de verticalen der andere registers voortzet.

Zuidkruisarm door Jean de Stockem, architect van de kathedraal van Luik (1440-1445) en Jan Peters (1469); noorddwarsarm 1450-1483, op mogelijk oudere substructuur.

1455-1503: bouw der beuken door Jan Peters, Jan de Kessele (van Kessel), Jan Panis en meester Louys (Jan Loeys).

Groot schip op zuilen zonder kapitelen; triforium in de vensterverdieping boven een cordon, dat de sokkels verbindt, waarop de ribben der gewelven rusten.

Kapellen gevat tussen de steunberen, der zijbeuken, die telkens tussen de luchtbogen met zadeldaken afgedekt en van wimbergen voorzien zijn; flamboyante traceringen.

Van de toren werd enkel het zandstenen basement gebouwd door Willem de Visschere, architect van de stad Brussel, tussen 1503-1533. Zware onderbouw, die een enorme romp en bekroning laat veronderstellen, onhandig verbonden met het schip, versterkt met stevige steunberen, voorzien van nissen (zonder beelden).

Breed portaal verfraaid met rozenmotieven in half verheven beeldwerk en bekroond met een nis ingewerkt in een van soepele en flamboyante tracering voorziene balustrade; leien bedaking ter hoogte van de nok van de middenbeuk.

Binnenin, verticaliserende opstand volgens Brabantse stijl; blind traceerwerk, van de grond af oplopend door het triforium tot aan het stergewelf.

Mobilair. Merkwaardig geheel, onder meer: triptieken (einde 16de, begin 17de eeuw) in de kapel ten zuiden van het koor, retabel uit de 16de eeuw in de vijfde noordkapel; schilderijen uit de 17de en 18de eeuw in de zijkapellen, sporen van fresco's (laatmiddeleeuws?) in de vierde zuidkapel; gotische- of renaissanceglasramen vooral deze in de noordzijbeuk (1524 en 16de eeuw).

Verscheidene beelden van 15de- tot 18de-eeuws (Sint-Martinus, Sint-Niklaas, Sint-Jan-de-Doper, Sint-Jacobus, Sint-Anna, Sint-Catharina, Heilige Maria en andere), tegen de zuilen grote witte beelden van verschillende materialen, van 1623 tot 1849.

Classicistisch hoofdaltaar (M. van der Vorst uit Antwerpen, 1726-1728); marmeren barokke zijaltaren-(1700 en 1702); in de zuidkooromgang renaissancealtaar gedateerd 1617, in de zuidkruisarm, barokportiekaltaar van 1699

Koorbanken (1492-1493), sacramentstoren in renaissancestijl, op de balustrade gedateerd 1615; in de noordkruisarm, renaissanceportaal, biechtstoelen en meubilair hoofdzakelijk in barok- en Louis XV-stijl; kansel (G.I. Kerrickx, circa 1738).


Bron: GENICOT L.F., VAN AERSCHOT S., DE CROMBRUGGHE A., SANSEN H. & VANHOVE J. 1971: Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, Provincie Brabant, Arrondissement Leuven, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 1, Luik.
Auteurs:  Genicot, Luc; Van Aerschot, Suzanne; de Crombrugghe, Anne; Sansen, Hadewych; Vanhove, Jacqueline
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Sulpitius en Sint-Dionysius [online], https://id.erfgoed.net/teksten/41612 (geraadpleegd op ).