Parochiekerk Sint-Martinus

Tekst van Parochiekerk Sint-Martinus (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/40871)

De oorspronkelijke romaanse kerk met drie beuken van zes traveeën in basilicale opstand, een oosttoren en een apsis, werd in de 16de en 17de eeuw vergroot en omgebouwd tot de huidige gotische constructie, die nogmaals in de 19de eeuw werd vergroot.

Zandstenen gebouw, ingeplant op een iets te buitenschalig dorpsplein (ten dele voormalig kerkhof).

De plattegrond ontvouwt: een driebeukig schip van drie traveeën, een transept, een oosttoren en een koor; een zijkapel (1661) ten zuidwesten, en latere sacristieën ten noordoosten (1871) en ten zuidoosten (20ste eeuw).

De huidige gotische beuk dateert uit de 17de eeuw (1602-1646, volgens archiefteksten) doch is een verbouwing van het driebeukig romaanse schip (overblijfselen boven de gewelven); de zes smalle traveeën met basilicale opstand werden herwerkt tot een nauwelijks uitspringend transept en een brede middenbeuk met zijbeuken van twee traveeën (de derde werd in 1864 toegevoegd).

Slechts één op de twee oorspronkelijke steunen werd behouden en in de 17de eeuw omgevormd tot ronde zuilen met koolbladkapitelen (twee vierkante pijlers behouden in het transept aan de torenzijde). Het schip met blinde middenbeuk kreeg een zadeldak, doch aan de buitenzijde werden naar Brabantse wijze de traveeën der zijbeuken opgevat als dwarskapellen met puntgevels voorzien van brede spitsboogvensters en steunberen.

Ten zuiden werd, tegen de tweede travee, in 1661 een ingangsportaal gebouwd, dat in 1749 als doopkapel werd ingericht; puntgevel met steekboogvenster en gotisch getinte nis met verweerde wapensteen (de Boisschot).

Overwelving door middel van bakstenen kruisribgewelven (17de-eeuwse zijbeuken, met hulp- en nokribben, 1785 middenbeuk, ter vervanging van een trouwens nog bewaard pleisteren gewelf).

Uitspringende transeptarmen, eveneens in laatgotische stijl; overhoekse steunberen, twee waterlijsten en brede spitsboogvensters; archiefstukken spreken in 1606- 1610 van bouwwerken en veranderingen aan de noordtranseptarm, en van herstellingen in de zuidelijke dwarsarm, zodat laatstgenoemde in de tweede helft van de 16de eeuw zou te situeren zijn, en eerst genoemde in de eerste helft van de zeventiende eeuw (geen naad tussen transept en zijgevel). De oorspronkelijk pleisteren overwelving wordt door een bakstenen kruisribgewelf vervangen, in 1648 (jaartal en wapen de Boisschot op de sluitsteen) in de zuidelijke arm, en in 1750 (wapen de Konigseg in de sleutel) in de noorderarm; in de zuiderarm komt de rib ten zuidoosten neer op een kraagsteen met gesculpteerd hoofd (nog romaans).

De vierkante toren met romaanse onderbouw (circa 1100) en traptoren werd, vermoedelijk begin 17de eeuw verhoogd, aan elke zijde voorzien van twee galmgaten, in het eerste kwart van de 18de eeuw hersteld, en bekroond met een ingesnoerde naald (1803; archiefteksten).

Noordelijk traptorentje met ronde onder- en polygonale bovenbouw en een schroefgewelf.

In de zuidermuur, dichtgemetselde Romaanse ingang. Binnenin, een brede rondboog (met baksteen gedicht) in de noorderwand, en brede arcaden aan de beuk- en koorzijde.

Smal koor van twee traveeën met vijfzijdige sluiting, gotische stijl (1567 volgens archiefstukken), verlicht door middel van smalle spitsboogvensters tussen de hoge steunberen. Kruisribgewelven met gearmorieerde gewelfsleutels (vander Meeren en vander Noot).

Westergevel en iets bredere westertravee van het schip in neogotische stijl, gedateerd in een arduinen ruit met opschrift "J.F. Huysmans pastor van Saventhem 1864/ Felix wijdemans borgemeester van Saventhem 1864"

Mobilair. Liefdadigheid van Sint Martinus, van A. Van Dijck (1625 of 28) in de zuidertranseptarm;

Barok beeldhouwwerk, onder meer een Heilige Bisschop (17de eeuw); barokke zijaltaren (1750) en biechtstoel (zuidzijde, circa 1700); biechtstoel noordzijde in Louis XIV-stijl (18de eeuw) en orgel van 1769 (archiefstukken).

  • LEMAIRE R. 1905: L'église de Saventhem, Bulletin des Métiers d'Art, 129-135.
  • DE CEUSTER J.L. 1929: Saventhem, Overdruk uit De Brabantsche Folklore.
  • MAES F. 1951: Oude Woningen te Zaventem, Eigen Schoon en de Brabander, 73-86, 149-164.
  • MAES F. 1942: De watermolens van Zaventem, Eigen Schoon en de Brabander, 7-19, 45-51,77-84.

Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs:  De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Martinus [online], https://id.erfgoed.net/teksten/40871 (geraadpleegd op ).