Karmelietessenklooster

Tekst van Karmelietessenklooster Onze-Lieve-Vrouw ten Troost (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/70536)

In 1469 wordt, door Karel de Stoute aan de Karmel toelating verleend tot vestiging in het begijnhof van Steenvoort. In 1578 worden de gebouwen daar door de Geuzen vernield zodat de religieuzen vluchten naar Mechelen. In 1586 keert de orde naar Vilvoorde terug daar de stad de vervallen gebouwen van het Sint-Niklaashospitaal ter beschikking stelt; in 1587 wordt het klooster reeds door plundering en brandstichting geteisterd. In 1641, ten tijde van priorin Anna Lamant, wordt met de bouw van een nieuw klooster met kerk begonnen. Het zusterkoor, gebouwd door Pierre Dufour, werd voltooid in 1646; de eerste steenlegging van de kerk zelf geschiedde in 1663, de voltooiing in 1665 en de inwijding in 1671. Daar vanaf 1665 een meisjesinternaat bij het klooster hoorde, ontsnapt de orde aan de opheffing door Jozef II. Doch in 1796 wordt de gemeenschap door de Franse Revolutie ontbonden, in 1799 wordt een deel der gebouwen verkocht en een ander deel als kazerne ingericht. In 1802 echter keren de zusters terug en vestigen zich in de gebouwen die ze konden terugkopen.

Ontoegankelijke kloostergebouwen (slot) die het later aangevulde basistracé bewaren van het voorgestelde complex op de gravure in Sanderus' Choreographia Sacra Brabantiae. De tekening geeft de toestand voor de opbouw van het barokkoor (1663 e.v.).

Ommuurd rechthoekig domein met L-vormige tuin en boomgaard ten zuiden en ten oosten, en met dienstgebouwen en aanhorigheden langs de noordmuur. Eigenlijke conventgebouwen met twee verdiepingen onder zadeldak met dakvensters en -kapellen; L-vormige plattegrond (ingenomen door het dormitorium, refectorium, infirmarium en ambitus), haaks aansluitend op het zusterkoor en hierdoor opgenomen in de afsluiting van het vierkante binnenhof met parterretuin, kruisweg en kerkhof ten oosten. Vrij gesloten westvleugel langs de Leuvensestraat, met blinde onderbouw, rechthoekige bovenvensters en zadeldak; rechthoekige overluifelde deur met kloostertoegang; aansluitend haaks aalmoezeniershuis en zuidelijke blinde gevel met rechthoekig venstertje voor het uitdelen van aalmoezen.

Een opmeting door P.J. De Rycke, daterend van 9 mei 1799 (Rijksarchief), geeft een duidelijk beeld van de ontwikkeling van de plattegrond en de evolutie van de omgeving. Het kloosterdomein wordt hier begrensd door de ombuigende Leuvensestraat ten zuiden en ten westen, de Vestenstraat ten oosten en de toenmalige Ridderstraat, heden Trooststraat, ten westen.

Opgetekende oorspronkelijke en voorziene bestemmingen voor de inrichting als "gendarmerie nationale".

Aan de Leuvensestraatzijde, ten zuiden, gastenkwartier met spreekkamer, gastenverblijf, en zo meer, uitziende op een binnentuintje bij het barokke koor; eveneens aangelegde binnentuinen op de hoek van de Leuvensestraat en de Trooststraat en langs de noordmuur in deze straat.

Conventgebouwen rondom een vierkante kloosterhof, met vermoedelijk verschoven noordvleugel waarvan het westuiteinde in verbinding staat met de noordoostapsis van de barokke kerk.

Vierkant gebouw tussen de lange oostvleugel en het neerhof bij de Trooststraat, als dusdanig aangegeven met brouwerij, stallen, enzovoort.

Aangrenzende boomgaard, ten zuidoosten en grote moestuin op het resterend trapezoïdaal terrein ten zuiden.

Deze plattegrond lijkt tot op heden bewaard te zijn gebleven mits een aantal secundaire wijzigingen: inkrimping van het domein ten oosten en ten zuiden bij de opbouw van rijwoningen langs de Vesten- en Leuvensestraat, gevolgd door de oprichting van een meer west- en noordwaarts ingeplante omheiningsmuur van lokale zandsteen.

Blijkbaar grosso modo behouden aanleg rondom de kloostertuin; heterogeen uitzicht: voornamelijk zandstenen gevels met traditionele kern maar diverse verbouwingen der muuropeningen (negentiende-twintigste eeuw?); bak- en zandstenen gevel met speklagen, brede rondboogvormige arcaden van de kloostergang en gewijzigde bovenvensters; bak- en natuurstenen noordgevel met laat-achttiende-eeuws - begin negentiende-eeuws uitzicht; rechthoekige muuropeningen in vlakke omlijstingen. Het geheel is blijkbaar bijzonder sober gehouden, zoals de zogenaamde kloostergang afgedekt met balkenlagen.

De vroegere gastenkwartieren aan de Leuvensestraat werden ingenomen door particulieren; huidige, vrij recente ontvangstgebouwen op de beschikbare grond tussen kerk en muur van de Trooststraat.

Bewaarde gedeelten van het neerhof palend aan de Trooststraat (ten oosten), en opgenomen in de omheiningsmuur, onder meer, de dwarsschuur met hoog pannen zadeldak, en oostaandak afgewerkt met bakstenen muurvlechtingen en schouder- en topstukken (zeventiende-achttiende eeuw).


Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs:  De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Karmelietessenklooster Onze-Lieve-Vrouw ten Troost [online], https://id.erfgoed.net/teksten/40737 (geraadpleegd op ).