Voormalig leengoed van Brabant, einde 13de eeuw in het bezit van H. de Dect, in de 14de eeuw van de familie de Helissem, in 1437 van G. de Nethen, die er een Heilige Drievuldigheidskapel sticht; vervolgens meermaals verkocht, wordt het goed in 1774 verworven door de familie O'Sullivan en in 1905 aangekocht door E. Joly die de gebouwen onder leiding van architect P. Saintenoy liet restaureren en aanpassen.

Op de figuratieve kaart van J.B. Mans wordt een hofstede getoond waarin het hoofdgebouw en het rechter bijgebouw te herkennen zijn.

De kern van het landhuis is een negen traveeën breed huis met twee bouwlagen onder zadeldak (leien), met trapgevels en voorzien van een polygonaal traptorentje in de achtergevel en een uitspringende kapel tegen de oostzijgevel, het geheel opgetrokken in traditionele bak- en zandsteenstijl uit de 17de eeuw (ingekaste steen "anno 1656" in de bijbouw). Tijdens de restauratie werd het vooruitspringende gedeelte met trapgevel en het voorportaal (wapensteen Joly) in de voorgevel toegevoegd; in de achtergevel werd het bijgebouwtje naast de toren bijgebouwd. Toch gaat het om een homogeen geheel voorzien van kruisvensters, speklagen en trapgevels van zandsteen.

Ten westen, haakse stalling met vierkant torentje ten zuiden, voorzien van een ingekaste steen 1649, afkomstig van een tijdens de restauratiewerken afgebroken gebouw, en van een 1720 gedateerde steen boven de deur van de haakse travee. Bakstenen gebouw met zadeldak (pannen) op uitgesneden modillons, voorzien van vier zandstenen rondboogdeuren met imposten, sluitsteen en druiplijst, en van drie rondboogpoorten met imposten en zuilen (wagenhuis).

Aan de oostzijde rest een polygonaal hoektorentje en een gebouw van baksteen met zandstenen zijgevel en bakstenen vlechtingen, dat gebouwd werd met het gerecupereerde materiaal van een ter plaatse afgebroken schuur.

Fraai park.