De Vuurmolen

Tekst van Maalderij De Vuurmolen (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/40434)

"De Vuurmolen" ("Meunerie Stevens et Decoster"). Waarschijnlijk eerste volledig betonnen fabriek van België, circa 1900-1905; zou door Duitse ingenieurs gebouwd zijn in ter plaatse gestort gewapend beton.

Voorgevel met vijf traveeën gescheiden door lisenen voorzien van diamantkop tussen profielen; vijf bouwlagen met gevellijst tussen tweede en derde bouwlaag. Plat dak met open borstwering, pseudo-dakgoot van beton en fries. Segmentboogvormige muuropeningen en betonnen dorpels, getralied op de begane grond. Laaddeuren in middelste travee en uitstekende betonnen hijsbalk aan dakrand. Vroeger gelijkaardige zijgevels met twee traveeën, doch heden volledig verborgen achter recentere bijgebouwen. Ruw afgewerkte achtergevel: vijf traveeën tussen lisenen met rechthoekige vensters van verschillende afmetingen op verschillende hoogten.

Ruwe betonnen pijlers waarin betonnen balken afgeschuind met ezelsoren; betonnen vloeren met ruwgehakte gaten, bestemd voor leidingen en drijfriemen. De technische installatie (vroeger aangedreven door stoommachine, later dieselmotor) is grotendeels verdwenen met uitzondering van een deel der centrale aandrijvingsassen en een recentere mechanische molen met horizontale molenstenen, aangedreven door elektromotor.

Rechts, recentere constructies (burelen en stapelplaatsen), in twee fasen gebouwd circa 1920-1930; aanleunende zadeldaken, bedekt met cementen leipannen en platte mechanische pannen (Hennuyeres); drie bouwlagen en zolder; twee traveeën op begane grond en een segmentboogvormig bovenvenster (afwisselend rode en witte baksteen); arduinen dorpels, of rechthoekige openingen met I-balk als bovendorpel en ontlastingsboog in baksteen en witte baksteen; tussen de bouwlagen horizontale banden van witte baksteen. Binnenconstructie: ruwe betonnen zuilen waarin telkens twee door bouten aan elkaar gekoppelde I-balken, als dragers voor houten vloeren.

Links, constructie van circa 1950: betonnen staketsel met door baksteen opgevulde tussenruimten; plat dak met technische verdieping; zes bouwlagen van drie traveeën, met rechthoekige en vierkante openingen.

De achterbouw van de oorspronkelijke constructie gaat over in een lage bakstenen nieuwbouw, zadeldak bedekt door mechanische pannen; houten vloeren op I-balken.

Storend bakstenen gebouw met zadeldak en verhoogd zadeldak (kunstleien), opgetrokken voor het complex. Hiervoor door bron gevoed waterbekken, vroeger bestemd als koelwater voor de dieselmotoren.


Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs:  De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Maalderij De Vuurmolen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/40434 (geraadpleegd op ).