Landhuis Hof ter Logien

Tekst van Landhuis Hof ter Logien (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/40320)

Eertijds zogenaamd "Hof ter Logien", vermeld in 1532; het zou het primitieve Osensele zijn, van waaruit het gehucht ontstond en dat in de 14de eeuw bewoond was door het geslacht van Osele.

Historiek

Tijdens de eerste helft van de 17de eeuw eigendom van Jan Halleman, meier van Brussegem, die er vermoedelijk circa 1630 een stenen hoeve liet bouwen. Nadien meerdere malen verkocht, wordt het in 1705 verworven door meier J.H. van den Vyvere; tot dan toe als hoeve vermeld, wordt het boerenhuis in 1706 aangepast en ingericht als "Speelhuys". In de jaren 1764-67 bezit van baron W. van Haren-Thans, die de woning laat veranderen, ze herindeelt en van een nieuwe decoratie voorziet. Sedert 1851 bezit van de familie Anne de Molina, wordt het goed in 1859 gemoderniseerd en aan de tijdsgeest aangepast. De oude dienstgebouwen worden afgebroken en in 1863 vervangen door nieuwe volgens plannen van architect J. Schadde. Parkaanleg in 1884 ontworpen door architect Keilig.

Beschrijving

Heden is het een sober landhuis gelegen in een fraai aangelegd park naar Engelse stijl, met bij de ingang een naar verluidt in 1870 geplant beukenbos.

Aan de rand van dit bosje, fraaie poorttoren uit begin 18de eeuw (1701?) afgedekt met een tentdak (leien) met vier dakvensters, uitlopend op een speelse bekroning. Zandstenen onderbouw verstevigd door middel van vier steunberen in het verlengde van de voor- en achtergevels. Eerstgenoemde voorzien van een rondboogpoort van zandsteen met negblokken, uitspringende imposten, sluitsteen en rondboogdruiplijst. Bakstenen bovenverdieping voorzien van hoekstenen, steigergaten, een geprofileerde kroonlijst en een centrale rondboognis met imposten en sluitsteen. Ingemetselde reliëfsteen in de gecementeerde doorgang. Achtergevel met een eenvoudige zandstenen rondboogpoort en een rondboogvenster in de bovenbouw. Restauratie van 1953.

Sober, voorheen vermoedelijk bepleisterd hoofdgebouw. Een verhoogde woonverdieping van zeven traveeën op een souterrain, afgedekt met een hoog mansardedak (leien), met talrijke dakkapellen en een klokkenruiter; kern opklimmend tot 1630 doch verbouwd in 1706, circa 1765 en in de 19de eeuw (onduidelijk jaartal 170(6?)6 in de zuidgevel). Tot de oudste kern behoren de afgeschuinde sokkel van zandsteen in de westzijgevel, de aanzet van speklagen in de zuidgevel en sommige bewaarde negblokken aan de vensterposten. Steekboogvormige keldervensters met sponning en negblokken, blijkbaar resulterend van aanpassingen in de jaren 1760. De overige rechthoekige vensters met gecementeerde stijlen, arduinen lateien en dorpels, werden in de 19de eeuw aangepast. In de noordgevel, eenvoudige ingangsdeur voorafgegaan door een perron met dubbele trap.

Ten westen, onbelangrijke aanhorigheden van baksteen, 19de-eeuws.

  • ANNE DE MOLINA J. 1958: Esquisse généalogique à propos des propriétaires successifs du château d'Ossel, in Tablettes du Brabant, III, 363-403.

Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs:  De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Landhuis Hof ter Logien [online], https://id.erfgoed.net/teksten/40320 (geraadpleegd op ).