Parochiekerk Sint-Martinus

Tekst van Parochiekerk Sint-Martinus (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/40152)

Laatgotische kerk, voornamelijk uit de 16de eeuw en de eerste helft van de 17de eeuw opgericht op een kleine heuvelhelling met ommuurd kerkhof, middenin het dorpscentrum.

Symmetrisch uitgewerkte plattegrond: ingebouwde westtoren met doopkapel ten noorden en toegang tot de toren ten zuiden, driebeukig schip van twee traveeën (eerste helft 17de eeuw), licht uitspringende dwarsbeuk (16de eeuw) en koor van twee traveeën met driezijdige sluiting (eerste helft 16de eeuw). Latere sacristieën ten noorden en ten zuiden.

Zandsteenbouw met gebruik van ingevoerde kalkhoudende zandsteen voor de vernieuwde of toegevoegde onderdelen tijdens de restauratie onder leiding van architecten J. Boutsier en Van Ysendyck.

Centrale westtoren, afgelijnd door verticale bouwnaden wijzend op de restauratie, volgens sommigen zelfs de wederoprichting na de brand van 1735; tudorboogportaal, aan de dagkant verrijkt met een doorlopend profiel steunend op semi-polygonale voetstukjes; waterlijst op 2/3 van de hoogte en een spitsboogvormig galmgat per gevelzijde; ingesnoerde naaldspits (leien). Voorts blinde westmuurpartijen van de zijkapellen.

De noord- en zuidgevels zijn naar Brabantse wijze samengesteld uit drie kapelgevels met aandak en kruisbloembekroning (restauratie); ten noorden draagt de middelste een cartouche met jaartal 1631, ten zuiden was de eerst ten westen gedateerd door middel van een inmiddels onleesbaar geworden opschrift (1642).

Elke kapelgevel is gemarkeerd door een drielichtvenster met afzaat, geprofileerd beloop en doorgetrokken druiplijst, lopend langs de spitse boogrug; horizontale waterlijst ter halverhoogte. De eerst westtravee van de zuidgevel vertoont een ovaal oculus tussen twee lichtgleuven en een klein bovenvenster in een stompe spitsboogvormige omlijsting.

Uitspringende transeptarmen met puntgevel, - aandak en schouderstukken gestut door op elkaar gestelde hoeksteunberen met dubbele versnijding en uitgewerkt kop: casement met ingeschreven driepas; spitsboogvenster met afzaat, gevat tussen de onderste waterlijst en een doorlopende druiplijst. Klein rechthoekige venster in de top. Blinde oostgevels, met bouwnaad en verspringende waterlijst (zuiden).

Oostpartij geritmeerd door steunberen met waterlijst en hoge topversnijding en spitsboogvormige drielichtvensters gemarkeerd door een doorlopende druiplijst en een waterlijst. (Gedicht venster in de tweede koortravee (noorden).

Latere sacristieën onder afgewolfd zadeldak (noorden) en plat dak (zuiden).

Interieur. Begane grond van de toren: spitsboogarcade op imposten naar het schip; kruisriboverwelving op hoekconsoles; dichtgemetselde rondboogdeur met kwarthol beloop (zuidwand).

Hallenschip geritmeerd door zuilen en bundelzuilen in de middenbeuk en halfzuilen en consoles in de zijbeuken; hoge achtzijdige voetstukken met rijke ringprofilering; kapitelen met astragaal en een rij koolbladmotieven onder een inspringend achtzijdig abacus; geprofileerde spitsboogarcaden tussen midden- en zijbeuken en transept. Kruisribgewelven: geprofileerde gordelbogen, ribben en sluitstenen van zandsteen, laatstgenoemde gedateerd 1626 (tweede travee van middenbeuk en zuidelijke zijbeuk) en 1631 (eerste westtravee, noordelijke zijbeuk); bakstenen gewelfvlakken.

Gelijksoortige overwelving boven de kruising en de transeptarmen waar de ribben met gekoppelde halfzuilen met hogere, veelhoekige kapitelen afgelijnd door een torus en smal abacus op de noordoost- en zuidoosthoeken, waarop de uitgewerkte spitsboogarcaden van de kruising rusten.

De bak- en zandstenen kruisribgewelven van het koor, gestabiliseerd door een hulprib aan de apsiszijde, worden opgevangen door korte schalken, onderling verbonden door middel van een cordon ter hoogte van de vensterafzaten.

Mobilair. Muurschilderingen met renaissance inslag (tweede helft 16de eeuw), grondig gerestaureerd door F. Meerts en J. Middeleer (einde 19de eeuw), in het boogveld boven de zijaltaren: onderaan: Maria-Boodschap en de Aanbidding van de Herders, bovenaan de Ontslaping van Maria; ten zuiden, Sint-Hubertus en Sint-Martinus, beiden het onderste register en Laatste Oordeel in het bovenste, Groot doek met "Aanbidding der Wijzen" door Th. Boeijermans (17de eeuw), noordkapel naast toren.

Glasramen in het koor: Heiligen Brixius, Martinus en Eligius, gedateerd 1895; grafstenen in dezelfde noordkapel: J.F. Vander Ee († 1645) en zijn echtgenote M.E. Alvaredo († 1634); J. Vanden Houte en A. De Beer († 1656) en M.C. De Schoet († 1696); tegen de oostgevel van de noordsacristie, "M. Th. De France, fille du Baron de Bouchout", († 1626) en tegen de noordgevel, herdenkingsplaat van de Beauffort-Roose.


Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs:  De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Martinus [online], https://id.erfgoed.net/teksten/40152 (geraadpleegd op ).