Kasteel van Beaulieu

Tekst van Kasteel Beaulieu (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/77629)

Zetel van een sedert de 13de eeuw vermeld leengoed van het hertogdom Brabant, waar graaf L.C. van Turn en Taxis in 1654 een fraai barok kasteel met zandstenen gevels liet bouwen, soms toegeschreven aan bouwmeester Lucas Fayd'herbe.

Een gravure van De Croes in Théâtre profane du duché de Brabant (1730) toont de oorspronkelijke toestand als waterslot; tot 1920 haast intact bewaard, begon de aftakeling met de verkaveling van het omringende kasteelgoed, het dempen der grachten en de afbraak van één der torens; dank zij een campagne van "les Amis du château de Beaulieu" uiteindelijk van sloping gered en in 1949 gerestaureerd. Heden, trieste ligging onmiddellijk langs de Ring, tegenover de groeiende industriezone.

Rechthoekig gebouw van zeven traveeën en twee bouwlagen op een souterrain, gemarkeerd door een middenrisaliet van drie traveeën en drie verdiepingen; leien schilddak met dakkapellen, haaks doorsneden met het hoger zadeldak van het risaliet. Westgevel (huidige voor-, doch vroegere achtergevel) toegankelijk langs een breed bordes met dubbele trap, afgebakend door korte arduinen pijlers met vaasbekroning. Dit hek liep oorspronkelijk door tot de voorgevel en bakende ook de slotgracht en voortuin af. Korinthische pilasters in kolossale orde lijnen het middenrisaliet en de hoektraveeën van deze gevel af.

Middenrisaliet uitlopend op een versierde in- en uitgezwenkte topgevel met oculus en sierpaneel (op een afbeelding van 1850 slechts een eenvoudig dekschild). Hoge rechthoekige deur ingeschreven in een uitgewerkte omlijsting met drop- en schijfmotieven en bekroond met het bouwjaar in een cartouche. Zeer hoge rechthoekige vensters (weggebroken kruisen; herstellingen van arduin) op de tweede verdieping verfraaid met balusterleuningen; het middenvenster is voorzien van een gelijksoortig balkon geschraagd door zware volutes. Steekboogvensters in het souterrain.

De oostgevel (oorspronkelijke voorgevel) bewaart nagenoeg alle kruiskozijnen, die eerder aanleunen bij het meer Italianiserende type met vlakke kruisen van arduin. Voorts is de gevelbehandeling grosso modo opgevat naar hetzelfde patroon als de westkant, echter met een verschillend uitgewerkte topgevel (bekronende liggende leeuwenfiguren) en met een andere toegangsdeur (geen bordes; bij het dempen der slotgracht kwam het souterrain ondergronds te liggen en werd de bestaande toegangsbrug nutteloos): een geprofileerde rondboogdeuromlijsting met zware volutesleutel, gevat tussen geringde zuilen die de balkonvoluten moeten schragen; ertussen, het door figuurtjes gedragen wapenschild van E. d'Alcantara de Calonne (19de eeuw) dat het oorspronkelijk wapen van Turn en Taxis vervangt; benagelde houten deur met gebeeldhouwde makelaar.

Van beide hoektorens die oorspronkelijk deze gevel flankeerden, rest slechts de zuidoosttoren, een uitspringend gebouwde vierkante toren van drie bouwlagen afgedekt met een bolstaand tentdak (leien), uitlopend op een achthoekige dakruiter; hoge kruisvensters en ronde dakkapellen van hout. Een cementlaag op de noordoosthoek wijst op het afbreken van de tweede toren (in 1928 heropgebouwd bij de ingang van het kasteel Ter Meeren te Sterrebeek).

Zuidgevel voorzien van een ingeschreven rondboogdeur, hoge kruisvensters en smalle rechthoekige muuropeningen (laatstgenoemde ter verlichting van een trap?). Eveneens hoge kruisvensters in de noordgevel.

Slechts het souterrain, overkluisd met bakstenen kruisgewelven, is in gebruik als restaurant; de bovenbouw met de Herculeszaal, versierd met stucwerk van J.C. Hansche (1659) is niet toegankelijk.

  • COSIJN A. 1923: L'église et le château de Machelen, in Bulletin du Touring club de Belgique (TCB),, 565-570.
  • GILMONT 1923: Het kasteel van Beaulieu te Machelen, in De Brabantse Folklore,, 24-26.
  • LAUWERS J. 1972: Stucwerk van Hansche uit 1670 in de kerk van Perk, in Eigen Schoon en de Brabander,, 406-41.
  • PETITJEAN 0. 1932: Le château Beaulieu a Machelen, in Revue du Bulletin du Touring club de Belgique (TCB),, 161-166.

Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs:  De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteel Beaulieu [online], https://id.erfgoed.net/teksten/40129 (geraadpleegd op ).