Enkelhuis met twee traveeën en vier verdiepingen, pseudo-mansardedak (Vlaamse pannen en leien) en twee dakkapellen met driehoekig houten fronton, daterend uit 1882. Bepleisterde en beschilderde gevel geritmeerd door versierde pilasters met ingediepte schachten; op de tweede verdieping op hoog basement met diamantkoppen; op de derde en vierde verdieping in kolossale orde opgesteld en verrijkt met schachtring en komposiet kapiteel. Eenvoudige hoofdgestellen die bouwlagen markeren en lekdrempels verbinden. Rechthoekige vensters in geriemde omlijsting. Kroonlijst met tandlijst op klossen en caissons. De benedenverdieping verbouwd in de loop van de 20ste eeuw.