Norbertijnenabdij

Tekst van Norbertijnenabdij Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/75207)

Stichting der Norbertijnen, 1124-1128, onder bescherming der plaatselijke heren, de Berthouts, en goedkeuring in 1132 door de bisschop van Kamerijk. Aanvankelijk opgevat als een dubbelabdij verlaten de norbertinessen in 1138 Grimbergen voor Nieuwenrode, waar hun stichting in 1265-1271 uitsterft, (zie Meise/Hasselt Sint-Eligiuskapel).

Tijdens de 12de en 13de eeuw lijdt de abdij (brand in 1142 en 1159) onder de rivaliteit tussen de heren van Grimbergen en de hertogen van Brabant, tot, na overwinning van Jan IV van Brabant, deze in 1285 zijn bescherming verleent.

Begin 16de eeuw zijn monastieke hervormingen en herstel der gebouwen noodzakelijk. Moeilijke tijden in de tweede helft van de 16de eeuw wegens plundering (1566) en brandstichting (1579).

Geleidelijk herstel en wederopbouw in de 17de eeuw voornamelijk sedert het prelaatschap van Ph. van Raubergen, en volle bloei onder het abbatiaat van Ch. Outers en van K.F. de Velasco, wat zich uit door de bouw van de nieuwe kerk (eerstesteenlegging 1660) en (begin 18de eeuw), de vernieuwing der abdijgebouwen.

Opheffing in 1796, verkoop in 1798 en afbraak van 1816 af, op de kerk, de pastorie en een hoevegebouw na.

Doch in 1835, herleving van de abdij onder impuls van J.B. Vandenbergen; tussen 1840-1890 worden nieuwe abdijgebouwen opgetrokken, die, naar een chronogram, in 1913 (architect Pepermans) en na de oorlog gerestaureerd en verfraaid worden.

In de Abdijstraat bleef een poortgebouw behouden: vierkant gebouw met tentdak (leien) gevat tussen een zandstenen hoevegebouw (links) en de pastoriemuur (rechts), die het tracé van de straat bepalen. Classicistische voorgevel van arduin met bouwjaar 1767 in een medaillon van het fronton; hoge spiegelboogomlijsting verrijkt met bladwerksleutel, geflankeerd door pilasters die een hoofdgestel en een gebogen fronton dragen. Eenvoudige rondboogpoort aan de tuinzijde.

Het voormalige hoevegebouw (heden Fenikshof) klimt op tot de 17de eeuw, met aanpassingen uit de 18de eeuwen recente verbouwingen.

Zandstenen gevels en pannen zadeldaken, waarvan slechts het middelste, gevat tussen met vlechtingen, top- en schouderstukken afgewerkte bakstenen aandaken, zijn oorspronkelijke steile helling behouden heeft. Nagenoeg blinde straatgevel. Gevel op de binnenplaats geritmeerd door rondboogdeuren van zandsteen, sommige met uitstekende imposten en druipsleutel, een gedateerd anno 1634 en een andere met ingegrift bouwjaar 1728 op een impost. De steekboogvensters, in het gedeelte palend aar de poort, werden vermoedelijk aangebracht bij het bouwen van laatstgenoemde.

  • COSYN A., G., notice déscriptive, in TBC, Bruxelles, 1909.
  • DELESTRE J., G., Eigen Schoon en de Brabander, XI, 1928-29, p. 129-200.
  • D'HAENENS A. e.a., Abbayes de Belgique, Bruxelles, 1973.
  • JACOBS K., Grimbergen, 1962.
  • VERBESSELT J., Nieuwe gegevens over de stichtingsperiode van de abdij Grimbergen, in Eigen Schoon en de Brabander, 1963, p. 373-377.

Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs:  De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Norbertijnenabdij Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/39219 (geraadpleegd op ).