Zogenaamd De nieuwe molen of Molen De Vis, naar de familie die hem in 1827 liet optrekken. Bakstenen windmolen met steekboogvormige muuropeningen, zonder bekroning, waarbij een gesloten hoeve met geplaveide binnenplaats aansluit. Mooi ingeplant en fraai geheel met geschilderd houtwerk.

Molenaarswoning van het dubbelhuistype met twee bouwlagen en vijf traveeën onder zadeldak (kunstleien), door zijgevelankers gedateerd A 1835. Baksteenbouw met verwerking van arduin voor de muuropeningen en gecementeerde of beraapte gevels. Beluikte rechthoekige vensters met lateien en lekdrempels van arduin. Rechthoekige deur met mooie waaier, bekroond met een hoog entablement op als pijlers opgevatte posten. Dienstgebouwen van baksteen met zadeldaken (pannen); rechthoekige inrijpoort en schuurpoort (dwarsschuur) en bakstenen rondboogpoort in het molenperron.