Naar aanleiding van een omgevingsvergunning voerde Studiebureau bvba in 2018 een landschappelijk bodemonderzoek en een proefsleuvenonderzoek uit.
Tijdens het uitvoeren van het proefsleuvenonderzoek werden in totaal 296 sporen waargenomen en geregistreerd. Wanneer de sporen worden opgesplitst in categorieën valt op dat het merendeel van de sporen greppels (N: 149) en paalkuilen (N: 110) zijn.
Daarnaast werden ook kuilen (N: 30), grachten (N: 5) en een greppeluiteinde (N:1) aangetroffen. (overgenomen uit De Raymaecker 2018)
Tijdens het proefsleuvenonderzoek kon worden aangetoond dat er een archeologische vindplaats aanwezig is binnen de contouren van het projectgebied. Deze sporen worden ruim in de metaaltijden gedateerd. De sporen worden allen geassocieerd met bewoning en landgebruik binnen het projectgebied. Er werden geen contexten aangetroffen die wijzen op een funeraire betekenis.
Binnen de sporen werden vijf clusters herkend, die vermoedelijk te correleren zijn aan de locatie van een gebouwplattegrond. (overgenomen uit De Raymaecker 2018)

De historische kaarten tonen aan dat de locatie minstens tot de 18de eeuw uit heide en duingrond bestond. Vanaf het midden van de 19de eeuw werden de heidegronden deels in gebruik genomen en bebost. In het midden van de 20ste eeuw is te zien dat het volledig projectgebied bebost was. De topografische kaarten tonen wel dat de duinen bij deze wijziging bewaard bleven. (overgenomen uit De Raymaecker 2018)