Kasteeldomein Mariahove

Tekst van Kasteeldomein van Bellem (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/34825)

Zogenaamd "Mariahove". Het voormalig heerlijke kasteel van Bellem. In de buurt van het huidige kasteel stond indertijd het buitengoed van de familie Wyts (verscheidene familieleden waren baljuw van de heerlijkheid Bellem en Schuurvelde). In 1577 werd deze heerlijkheid door koning Filips II verkocht aan Karel Rym. Zij bleven heren van Bellem tot 1715. Rond 1635 kochten zij het oude buitengoed van Wyts en bouwden kort daarna, circa 1650 een nieuw kasteel. In 1655 werden Bellem en Schuurvelde tot baronie verheven. Het kasteel zou midden 18de eeuw reeds tot puin vervallen zijn. De prinses van Montmorency was de laatste "vrouw van Bellem". Het domein werd in 1808 door de Gentse textielbaron J.-L. van Caneghem als "nationaal goed" gekocht. Hij liet het kasteel volledig heropbouwen in 1815. In 1855-60 door de nieuwe eigenaars, de aanverwante familie de Kerchove-de Naeyer, aangepast in neoclassicistische stijl. De laatste adellijke eigenaar was graaf de Kerchove d'Exaerde. Sinds 1963 eigendom van de V. Z. W. "Federatie van de zustercongregaties van het bisdom Gent". Sedert 1965 retraitehuis voor religieuzen, zogenaamd "Mariahove".

Het uitgestrekte park is grotendeels omgracht en vermoedelijk in derde kwart 19de eeuw heraangelegd in Engelse landschappelijke stijl met een grote grillige vijver en kronkelende paden door de Leuvense landschapsarchitect E. Rosseels sr. De interessante houten constructie boven de nog bewaarde ijskelder is verdwenen. In het bos ten zuiden van het omgrachte park en van laatstgenoemde gescheiden door de spoorweg is met dreven een zogenaamd "achtster" gevormd; siervaas van cement op het centrale punt.

Toegankelijk langs een breed ijzeren hek tussen arduinen pilasters met bol- en vaasbekroning. Ervoor staan twee rijen gietijzeren stootpalen, die heden een fietspad flankeren. Een tweede, eenvoudig ijzeren hek op een walbrugje verleent toegang tot de dienstgebouwen (nummer 4) en de duiventoren.

Kasteel

Bepleisterd laatclassicistisch kasteel opgetrokken circa 1815, met neoclassicistische aanpassingen van 1855-60 naar ontwerp van de Doornikse architect B. Renard. Ruim onderkelderd kasteel van elf traveeën en drie bouwlagen onder schilddak (leien). Steektrap met bordes tussen twee liggende leeuwen van gietijzer, vervaardigd door "Cormann & Cie Bruxlles". Keldervensters in de arduinen plint. Benedenbouw belijnd door imitatiebanden. Bovenvensters gevat in geriemde omlijsting, op de derde bouwlaag met oren. Het middelste venster van de zijtravee is geaccentueerd door een balusterbalkon, flankerende Ionische zuiltjes, kroonlijst en voluten als omlijsting van het venster erboven. Opvallend middenrisaliet met drie rondbogen, op de bovenbouw colonnade van Korinthische zuilen, een half verheven reliëf met wapenschild bekroont het middelste venster. Hoekrisalieten van één travee, afgelijnd met Korinthische pilasters. Omlopende blinde attiek, eertijds met oculi en siervazen, als gevelbeëindiging.

Achtergevel met gelijkaardig, doch minder uitspringend middenrisaliet van drie traveeën met rondboogvormige deurvensters, op de bovenverdieping, Korinthische halfzuilen en bekronend driehoekig fronton. Voorts gevel geritmeerd door kolossale pilasters met Korinthisch kapiteel. Bel-etagevensters bekroond door kroonlijsten. Aanleunend terras met eretrap en balustrade.

Eenvoudige zijgevels van vijf traveeën.

Interieur

Grotendeels aangepast aan zijn nieuwe functie met hier en daar sporen van de vroegere inrichting in plafonds en schouwen. In de vroegere eetzaal, nu kapel, schouwmantel met inscriptie, onder meer de naam Jacopo Citti en het jaartal "anno MDXXXX" en wapenschild op arduinen balk, vermoedelijk afkomstig van een ander kasteel. Links naast de vestibule marmeren trap met ijzeren leuning.

Dienstgebouwen

Twee parallelle gewitte dienstgebouwen ter weerszij voor het kasteel, van twee bouwlagen onder zadeldak (leien); vermoedelijk uit 18de eeuw. Oostvleugel vroeger zogenaamd "weduwehuis". Westvleugel voorheen koetshuis en paardenstallen. Voor- en achtergevels zijn op de begane grond geritmeerd door een rondboogarcade op zuiltjes en in de achtergevels op pilasters. Met spiegels verdiepte penanten tussen de rechthoekige bovenvensters. Geblokte of verdiepte lisenen lijnen de gevel en middentravee af; Laatst genoemde uitlopend in gebogen fronton met gekleurd wapenschild. Zijgevels met rocailleversiering op hoofdgestel en bepleisterde zijgeveltop.

Ten oosten dienstgebouwen, onder meer: oranjerie in empirestijl: gecementeerde gevels met rondboogvormige deuren en vensters met bewaarde ijzeren roedeverdeling.

Nummer 4. Dienstgebouw op H-vormige plattegrond uit midden 19de eeuw. Geschilderde bakstenen gevels afgedekt met zadeldaken (pannen) en voorzien van een ritmerende rondboogarcade waarin de noodzakelijke muuropeningen aangebracht zijn.

Duiventoren

Ronde duiventoren afgedekt met achtkantige spits (leien) met windwijzer met duif; vermoedelijk opklimmend tot 16de eeuw. In de iets lager gelegen benedenverdieping zou vroeger een gevangenis geweest zijn. Beschilderde baksteenbouw. Getoogde deurtjes leiden naar beneden- en bovenverdieping (cilindervormige duivenwoning). Vier beluikte vensters gericht naar de vier windstreken. Omlopende rij vlieggaten (circa 60) onder overkragende dakschilden.

De ijzeren dorpspomp, door de heer de Kerchove-de Naeyer circa midden 19de eeuw geschonken, bevond zich vroeger op het dorpspleintje en staat nu in het kasteelpark achter het zogenaamde "weduwehuis".

  • DEFRUYT R. 1979: Jakob-Lieven van Caneghem, Land van de Woestijne II.1, 20-31.
  • DE POTTER F. en BROECKAERT J. 1864-1870: Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, reeks I, deel 1, Gent, 13.
  • DEPRAET O.S. 1966: Duiventorens in Oost-Vlaanderen, Oost-Vlaamsche Zanten XIL.3-4, 150-152.

Bron: LANCLUS K. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kanton Nevele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Lanclus, Kathleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteeldomein van Bellem [online], https://id.erfgoed.net/teksten/34825 (geraadpleegd op ).