Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw Geboorte

Tekst van Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw Geboorte met kerkhof (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/33958)

Historiek

Ten oosten en ten zuiden omringd door kerkhof, uitgebreid in 1847 en 1899. In 1863 bouw van een beenderhuis en een calvarie op het kerkhof en plaatsing van de nu verdwenen ijzeren afsluiting rondom het kerkhof. Oude kerk opklimmend tot 1122, toen een bedeplaats opgericht werd door Gijzelbrecht, abt van Ename, op last van de graaf van Vlaanderen en met toestemming van Godebald, bisschop van Utrecht. De parochiekerk bestond zeker reeds voor 1179 (benoeming van pastoor). De "grote tiendheffers" waren de abt van de Sint-Pietersabdij en de abdis van de abdij van Nieuwenbossche. Circa 1580 vernield door de calvinisten. In de eerste helft van de 17de eeuw gedeeltelijk hersteld. Eveneens hersteld in 1751 en in 1760 onder leiding van architect David't Kindt. De plattegrond vertoonde toen een tweebeukige transeptloze kerk met westportaal en doopkapel ten zuiden. In 1770-1772 heropgebouwd op kosten van de grote tiendheffers als eenbeukige kerk van vier traveeën met vooruitspringende westelijke bouw en transept van twee traveeën en een vlak afgesloten koor en sacristie. Nadien werd de kerk nog overwelfd, het koor vergroot en de gevel vernieuwd. Herinwijding op 8 september 1774 door bisschop van Eersel. Nieuwe vergroting in 1844-45 door toevoeging van twee zijbeuken van vier traveeën en nieuwe westtoren onder leiding van architect Louis Minard. Toren opgeblazen op 22 mei 1940, vernieuwd in 1953-56 onder leiding van Henri Vaerwyck-Suys.

Beschrijving

Het grondplan ontvouwt een driebeukige hallenkerk van vier traveeën onder afzonderlijke schild- en zadeldaken, een uitspringende westelijke bouw met respectievelijk berging, portaal en doopkapel, trap naar doksaal in oksel van doopkapel en zijbeuk, een niet uitspringend transept en een koor met driezijdige sluiting geflankeerd door sacristie en berging, beide onder mansardedaken. Sober bakstenen gebouw met gebruik van arduin en zandsteen voor de plint. Zichtbare bouwnaad tussen transept (18de eeuw) en zijbeuken (19de eeuw). Moderne westelijke bouw met vierkante toren van zes geledingen; rechthoekige deuren met kroonlijst, boven hoofdingang stenen Onze-Lieve-Vrouwebeeld van Frans Tinel (1957), rechthoekige opening op elke geleding, uurwerk en zandstenen klokkenverdieping onder tentdak. Een hergebruikte hoeksteen in de plint van de voorgevel van de linkse zijbeuk herinnert aan de heropbouw van circa 1771. Tegen dezelfde gevel staat eveneens een oorlogsmonument met een bronzen reliëf gesigneerd "Vits, sculpteur Melle, bronsgieterij Vindevogel, Gendbrugge". In de westgevel van de rechter zijbeuk staat een beeld van Heilige Cornelius in een nis met eronder een arduinen reliëf van Vits. Zijgevels verlicht door hooggeplaatste steekboogvensters. Eronder werden in 1887 mijterhoogvormige nisjes met geschilderde terracottareliëfs aangebracht met de vijftien staties van de Heilige Rozenkrans, gebruikt voor de ommegang van de Heilige Cornelius.

Interieur

Bepleisterd en geschilderd (crêmekleurig en wit). Geritmeerd door rondboogarcade op pijlers met rechthoekig basement en lijstkapiteel, versierd met heiligenbeelden, en in transept op Toscaanse zuilen met ronde sokkel. Drie beuken en transept met kruisriboverwelving met sluitstenen in de vorm van een granaatappel, traveeën gescheiden door gordelbogen met casementen rustend op rocaille kraagstenen, het gewelf van de middenbeuk is vermoedelijk nog van circa 1772. Vensters aan de binnenzijde gevat in geriemde omlijsting.

Mobilair

Schilderijen: Afdoening van het Kruis door Ph. Beernaert naar A. Van Dyck van 1623 boven hoofdaltaar; Hemelvaart van Maria door N. De Liemaecker (of Roose), eerste helft van de 17de eeuw; Verheerlijking van Heilige Cornelius, 19de eeuw. Vier tondi uit de 19de eeuw in het koor. Houten 19de-eeuwse portiekaltaren, hoofdaltaar geschonken in 1869. Nieuw altaar gemaakt met de deuren van de communiebank in 1968. Eiken communiebank, kopie naar de 18de-eeuwse. Eiken kansel, hangend aan zuil op de rechterhoek van het koor en transept bereikbaar langs een trap en deur in de sacristie, voorheen op linkerhoek van het koor en aldus reeds in kaart gebracht in 1770. Twee eiken biechtstoelen uit de 19de eeuw. Voorheen orgel van 1857 door E. Lovaert, nieuw orgel van de firma Loncke gewijd in 1962. Marmeren doopvont van 1865. Neogotische kruisweg met witgeschilderde bas-reliëfs, vernieuwd en hersteld in 1884 door Mathias Zens. In 1872 plaatsen van twee glasramen van Van Crombrugge-De Keukelaere in het koor, in 1900 tien nieuwe glasramen van J. Casier. Grafstenen van pastoor J.R. Remeus (overleden in 1767) en van pastoor P. Hacke (overleden in 1856) zijn aangebracht in de calvariekapel, rechts ernaast in de kerkhofmuur, grafsteen van pastoor F.J. Meys (overleden 1743).

  • Archief Bestuur voor Monumenten en Landschappen, Buitendienst Oost-Vlaanderen.
  • Pastorie Kluizen, Registrum Pastorale Cluysen.
  • Rijksarchief Gent, Kaarten en plans, nr. 2682.
  • Rijksarchief Gent, Modern Archief, Kluizen nr. 121.
  • Rijksuniversiteit Gent, Fonds Vliegende Bladen, I, Cluysen; II Cluyzen.
  • DE POTTER F. - BROECKAERT J., Geschiedenis van de gemeenten in de Provincie Oost-Vlaanderen,reeks II, deel 2, Gent, 1870-72, p. 17-19.
  • DE VOS A., Geschiedenis van Ertvelde, Ertvelde, 1971, p. 256-281, 707-817.
  • ROOSE-MEIER B., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen, Provincie Oost-Vlaanderen, kanton Zelzate, Brussel, 1981, p. 17-19.

Bron: LANCLUS K. & VERBEECK M. 1993: Inventaris van het cultuurbezit in Belgiƫ, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Evergem - Lochristi, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12n4, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Lanclus, Kathleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw Geboorte met kerkhof [online], https://id.erfgoed.net/teksten/33958 (geraadpleegd op ).