Pietendriesmolen

Tekst van Pietendriesmolen (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/33370)

Oudste nog bestaande houten staakmolen van de streek met ombouwde teerlingen op hoge molendam, ten westen op de dries, grenzend aan Aalter. Oudste gegevens uit de 16de eeuw: vermeld in "Liste Curie Moulins Carte D nr. 1 pli 12" in 1563 (jaartal ook ingegrift in balk) en melding van een molenakker en molenweg in het "Leenboek van Biesem" in 1578. Molenaars gekend vanaf 1665. Eén van de banmolens van het Land van de Woestijne. De laatste heer van het Land van de Woestijne, graaf de Merode, prins van Rubempré, was eigenaar tot begin 19de eeuw. Tijdens de Franse revolutie is de molen in een storm omgewaaid en zou met hergebruik van het materiaal in 1804 heropgebouwd zijn. In werking tot 1965 met H. Taets als laatste molenaar. Aangekocht door de gemeente in 1974 en aanstelling van architect Paul Goethals (Brugge) voor restauratie in 1975; toewijzing van de werken aan firma Mariman (Zele), (1978-1983). 10-09-1983 gerestaureerde molen ingedraaid.

Type standaard- of staakmolen bestaande uit het staande werk: vier gemetste teerlingen, naar de vier windstreken gericht, hier omgebouwd met gewitte muren en met gesloten gebint onder pannendak waardoor een gesloten molenvoet met timmerwerkplaats ontstond. Behouden olmen steak en molenkot met twee verdiepingen, met graan- en steenzolder onder eerder kleine kap in kapellenvorm met typische ronding. Kap en windweeg met gekloven eiken schaliën beschoten, voor- en zijwegen met verticaal schuddeberd. Steile trap (28 treden) zonder balkon, deur en lui onder luikapje in top. Kruiwerk met typische Oost-Vlaamse windas. Draaiend werk met gevlucht met geklinknagelde roeden van het bedrijf Verhaeghe (Ruddervoorde) en gietijzeren insteekaskop door J. Van Aerschot (Herentals).

Interieur met achteraan op meelzolder een haverbreker (aandrijving verdwenen) en twee maalgangen met twee Franse koppels op steenzolder.

Bakstenen maalderijgebouwtje met rechthoekige poort en lunetten in de rechtse puntgevel.

  • BAUTERS P. 1985: Eeuwen onder wind en wolken. Windmolens in Oost-Vlaanderen, Gent, 159-161.
  • CAMERLINCKX J. 1983: De laatste windmolen uit het Land van de Woestijne, Land van de Woestijne VI.2, 3-7.
  • RYSERHOVE A. 1950: Molens van Knesselare, Appeltjes van het Meetjesland, Jaarboek 2, 49-59.
  • RYSERHOVE A. 1983: De Pietendriesmolen te Knesselare is herrezen, Ons Meetjesland XVI.4, 196-201.

Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. 1994: Inventaris van het cultuurbezit in Belgiƫ, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Waarschoot - Zomergem, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12n5, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Pietendriesmolen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/33370 (geraadpleegd op ).