Kasteel en hoeve Dessener

Tekst van Kasteel en hoeve Dessener (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/32464)

Gelegen in de Molenbeekvallei ten noorden van de straat, aan het einde van een deels gekasseide oprit. Aan de oostzijde van deze oprit is een boomkwekerij gesitueerd en ter hoogte van het kasteelcomplex liggen diverse laagstamplantages. In het noordwesten, het confluentiegebied van Molen- en Winterbeek, ligt het Dessenerbos, een zevental hectaren van een oorspronkelijk veel groter eiken-haagbeukenbos.

De oudst gekende heer was Willem van Dessener, die in 1264 de oude burcht bouwde, waarvan slechts één enkele aanwijzing bewaard bleef: in de poortvleugel van het 17de-eeuws kasteel zou nog de ronding merkbaar zijn van de vroegere woontoren. Wilhelm III de Lamboy, die als veldheer geschiedenis heeft gemaakt in de Dertigjarige Oorlog, herbouwde het slot circa 164O tot een groots kasteel met een langgerekt neerhof. Naar aanleiding van de oorlogen van Lodewijk XIV werd het kasteel belegerd en brandde een vleugel in 1674 af. Thans wordt de kasteelhoeve als landbouwbedrijf uitgebaat.

Een gezicht op het kasteel van 1666, door een anoniem kunstenaar, bewaard in de pastorie van Zolder, toont de donjon met aangebouwd rechthoekig poortgebouw en de ruïnes van de vestingmuren. Een brede, nu volledig gedempte gracht beschermde deze burcht, waarvan nu elk uitwendig, materieel spoor verdwenen is. De toestand, zoals op het schilderij weergegeven, bestond toen al niet meer. Het werk zou gemaakt zijn als herinnering aan het oude kasteel. Volgens de Saumery in 1744 was het nieuwe kasteel een gesloten complex, geflankeerd door vier torens en voorzien van een stenen portiek.

Het nieuwe kasteel uit de eerste helft van de 17de eeuw wordt op de Ferrariskaart (1771-77) als Château de Dessener aangeduid en bestaat daar uit een U-vormig neerhof en een omgracht kasteel met twee parallelle vleugels. Twee met bomen omzoomde lanen, die nu nog bestaan, leidden naar het goed. Ten zuiden van het neerhof bevonden zich de moestuinen, en boomgaarden rondom het hele complex. In de Atlas van de Buurtwegen 1844 wordt het kasteel Château Desseneeren genoemd en voorgesteld als een geheel bestaande uit een U-vormige hoeve, aangevuld met een losstaande dwarsschuur ten zuidoosten, voor het neerhof, en een losstaand kleiner dienstgebouw op het erf, verder uit een omgracht kasteel met twee parallelle vleugels, beide aan de zuidwestkant voorzien van een ronde toren.

Heden complex met losstaande bestanddelen, met name neerhofgebouwen ten zuidoosten, en kasteel ten noordwesten. Kasteel en hoeve mochten niet bezocht worden.

Neerhof

U-vormig opgestelde gebouwen rond een groot deels gekasseid binnenplein: poortgebouw ten zuidoosten en L.-vormig aansluitende zuidoostelijke en noordwestelijke stallingen, beide daterend uit de eerste helft van de 17de eeuw, met aanpassingen aan de vensteropeningen van de stallingen uit de 19de eeuw; de schuur ten noordoosten dateert in kern mogelijk uit het vierde kwart van de 18de eeuw, met aanpassingen aan de muuropeningen uit de 19de eeuw; de in het verlengde liggende schuur vóór het neerhof dateert van circa 1800 en de verbindende open schob uit de tweede helft van de 19de eeuw. Bakstenen gebouwen met mergelstenen afwerking, mmet name bij het poortgebouw, voor banden, hoek-, wapenschild, steigergaten, geprofileerde waterlijst, kroonlijst op gesculpteerde consoles en vensters, bij de stallingen slechts sporen van dito afwerking; afwerking van kalksteen, met name voor poorten en rondboogdeur van het poortgebouw en enkele rondboogdeuren van de stallingen. Ankers waaronder met krullen, S- en kruisvormige. Tenzij anders vermeld, overal zadeldaken (Vlaamse en mechanische pannen), ten noordwesten afgewolfd bij de stallingen.

Ten zuidoosten, poortvleugel van één bouwlaag, gemarkeerd door de oprijzende poorttoren van twee en een halve bouwlaag, met duiventil en tentdak (leien), met dakkapel en -ruiter onder een klokvormige bedaking, daterend uit de eerste helft van de 17de eeuw. Buitenzijde van de toren: verankerde korfboogpoort met negblokken en een recente geprofileerde druiplijst; twee gedichte kloosterkozijnen op de tweede bouwlaag, waartussen de wapens van Willem de Lamboy en diens echtgenote Sybilla van Bemelberg, bekroond door de keizerlijke dubbele adelaar; twee rechthoekige muuropeningen op de bovenste bouwlaag. De erfzijde van de toren heeft een gelijkaardig uitzicht, weliswaar met grotendeels gedichte muuropeningen boven de poort.

Buitenzijde van de vleugel met een paar keldervensters onder houten latei en enkele getraliede en gedichte vensters met negblokken; gedichte deuropening. Deel van hoekband rechts. Erfzijde met twee houten kozijnen aan weerszij van de poort en een rondboogdeur rechts ervan. Meer ten zuidwesten: bakstenen steunberen en gecementeerde plint; rondbogige staldeuren, waarboven twee laadvensters; rechthoekige stalvensters onder houten (?) lateien uit de 19de eeuw; enkele gedichte muuropeningen; sporen van mergelstenen banden en voormalige dito vensters met negblokken. Recenter aanbouwsel ten noordwesten.

Ten noordoosten van het binnenplein, langsschuur onder mank wolfsdak (Vlaamse pannen), in kern mogelijk daterend uit het vierde kwart van de 18de eeuw; sporen van vakwerk met bakstenen vullingen in de zuidoostelijke zijgevel; rechthoekige poort en deur onder houten lateien uit de 19de eeuw. Aan de erfzijde: parallel aansluitend, recent aanbouwsel met dakschild ten noordwesten. In het verlengde van de langsschuur ten zuidoosten, open schob uit de tweede helft van de 19de eeuw en kleine dwarsschuur van circa 1800. Laatstgenoemde: rond(e?) uilengat(en?); sporen van kalkstenen hoekband(en); Noordwestelijke zijpuntgevel met rechthoekige deur, deels van kalksteen.

Kasteel

Complex van losstaande bestanddelen, gegroepeerd rondom een binnenplein: een tweede poortvleugel ten zuidoosten, geflankeerd door twee losstaande ronde torens, en een parallel klein gebouw ten noordwesten.

Ten zuidoosten, poortvleugel van het kasteel, van twee bouwlagen, daterend uit de eerste helft van de 17de eeuw, volgens de literatuur confer jaarsteen 1639. Baksteenbouw met mergelstenen afwerking, met name voor banden, hoek-, wapensteenomlijsting, steigergaten, geprofileerde waterlijst en kroonlijst op gesculpteerde consoles, en kalkstenen afwerking, met name voor korfboogpoorten en wapensteen. Krulankers. Voorzijde: verdiepte korfboogpoort, gevat in een rechthoekige omlijsting met negblokken, de bovenste met leeuwenkoppen in laagreliëf, en diamantkoppen onder een geprofileerde druiplijst. Op de tweede bouwlaag: omlijste wapensteen van de familie de Lamboy-Bemelberg, onder meer omgeven door voluten, een engelenhoofdje en een fronton. Achterzijde: eveneens korfboogpoort met negblokken; gelijkaardige afwerking als aan de voorzijde; één centraal kloosterkozijn vergroot tot rechthoekig kruiskozijn (confer bovendorpel) en twee flankerende gedichte kloosterkozijnen, met sluit- en aanzetsteen in de getoogde bovendorpel, op de tweede bouwlaag.

Ten noordoosten aansluitend, acht (voorgevel) en zes traveeën (achtergevel) en twee bouwlagen, samen met het poortgebouw onder zadeldak (leien), met dakschild ten zuidwesten, daterend uit de eerste helft van de 17de eeuw, met aanpassingen uit de tweede helft van de 17de (?) en de tweede helft van de 19de eeuw. Baksteenbouw met mergelstenen afwerking, gelijkaardig aan die van het poortgebouw; kalkstenen afwerking, met name voor keldergaten en later ingevoegde kruiskozijnen (tweede helft 17de eeuw?) op de eerste bouwlaag van de voorgevel, voor plint en rondboogdeur met negblokken van de achtergevel. Krulankers. Kloosterkozijnen met sluit- en aanzetsteen in de getoogde bovendorpel op de bovenverdieping, waarvan een aantal gedicht en andere vergroot tot rechthoekige kruiskozijnen (confer bovendorpels). Gezien de bouwnaad en de bakstenen kloosterkozijnen met mergelstenen tussendorpel op hardstenen lekdrempel, zijn de twee eerste traveeën van de achtergevel een aanpassing in vereenvoudigde stijl uit de tweede helft van de 19de eeuw. Ten noordoosten aansluitend: bakstenen aanbouwsel van één bouwlaag onder zadeldak (mechanische pannen), uit de tweede helft van de 19de eeuw. Kruiskozijn aan de voorzijde; rondboogdeur en getoogd venster achteraan. Ten zuidwesten van het poortgebouw: schaarse resten van de linkervleugel.

De ronde bakstenen toren van één bouwlaag, onder achtzijdige spitse bedaking (leien) bekroond met een smeedijzeren kruis, is wellicht het uiterste gedeelte van de verdwenen linkervleugel. Kloosterkozijn. Gelijkaardige losstaande toren ten noordoosten, in het verlengde van de rechtervleugel, mogelijk de voormalige water- of windmolen. Interieur: volgens literatuurbronnen bevindt zich ten noordoosten in een kleine zitkamer van de poortvleugel een gedeelte van de ronde muur van de donjon van de oude burcht van 1264.

Ten noordwesten, parallel met de poortvleugel en aan de overzijde van het binnenplein: rest van het kasteel; heden vijf traveeën; aangepast volume en bedaking (Vlaamse pannen); in kern daterend uit de eerste helft van de 17de eeuw. Op de Ferrariskaart (1771-77) en in de Atlas van de Buurtwegen 1844 is het gebouw alleszins langer aan beide zijden. Baksteenbouw met mergelstenen afwerking, met name voor de rondbogen van de galerij op de begane grond, voor banden, bovenaan gedichte kruiskozijnen en een beeld van Sint-Pieter in hoogreliëf op de tweede bouwlaag; gebruik van kalksteen voor de Toscaanse zuilen van de portiek. Deels meer uitgewerkte krulankers. Rondboogdeuren met 19de-eeuws houtwerk. Uitgebouwd achteraan.

  • BOGAERTS D. e.a., Kortessem. 50 historische getuigen, (Tongeren), (1986), p. 88-89, 93.
  • BRUYNEEL P., Dorpsmonografie Guigoven-Wintershoven, onuitg. verhandeling, Hasselt, 1986, p. 8, 14, 26-27, 42-46, 54, 55, 58.
  • CLAASEN A., Van mottoren tot kasteel, (Publicaties van het Provinciaal Gallo-Romeins Museum Tongeren, 14), Tongeren, 1970, p. 78-79.
  • DE DIJN C.G., Kunst en oudheden in Limburg. Monumentenroutes 1975, Hasselt, (1975), p. 46.
  • DIRIKEN P., Het Kortessems landschap in geografisch-historisch perspektief, (Groenkontakt, 10, 1984, p. 177, 179, afb. 2.
  • D(USAR) A., Het land van Loon. Het Kunstpatrimonium, (De Tijdspiegel, XX, 1965, p. 55).
  • EIJKHOUT P., Het Limburgs geslacht Lamboy, 1. Periode tussen 1300 en 1500, 1, Nijmegen, 1982, p. 3; 2, Nijmegen, 1984, p. 9, 12, 22-24, 26, 59-62, 64-75, 78, 79, 82, 84, 88, 89, 97, 98, 106-109, 111, 114-116, 118-122, 132, 133, 142, 143, 145-148, 151, 154, ill. tgov. p. 118; 3, Nijmegen, 1987, p. 4, 5, 7, 29, 33.
  • GENICOT L.F., ed., (Het groot kastelenboek van België). Burchten en hoevekastelen, Brussel, 1976, p. 273.
  • GILISSEN J., Kortessem in oude prentkaarten, , 2. Zaltbommel, 1994, prentkaart nr. 11.
  • GOOSSENS E., Postkaarten: Guigoven, Wintershoven, Gors-Opleeuw, onuitg. verhandeling, (Hasselt), s.a., 14, 17-20 (afb.), 22, 23.
  • MACHIELS L., Het gehucht Mersenhoven, (Guigoven-Kortessem), 1985, p. 1, 7, 8, 22, 26, 28, 31, 32, 77, 88, 101.
  • PAQUAY J., De hoeven der kerkelijke instellingen in Limburg, (Verzamelde opstellen uitgegeven door den Geschied- en Oudheidkundigen Studiekring te Hasselt, 4, 1928, p. 62, 63, 64, 65-66.
  • RASKIN L., Inventaris van de Limburgse kastelen, (De tijdspiegel, 26, 3, 1971, p. 1, 46, afb.).
  • REYDAMS A., Une curieuse publication de vente en 1686. Baronnie de Cortessem - Seigneurie de Wintershoven - Château de Desseneer, (L'ancien Pays de Looz, 6, 1902, p. 54).
  • S.N., Bondige inventaris..., p. 306.
  • S.N., Limburgs Haspengouw..., p. 310.
  • S.N., Tentoonstelling: middeleeuwse burchten in Limburg - van mottoren tot kasteel, Tongeren, 1970, nr. 127.
  • SAUMERY P. L., Histoire du pays et de la ville de Liège. ///of Annuaire des châteaux de Belgique, p.284.
  • TIMMERS J.J.M., Kruisvensters en cymbalen. Renaissance in het Maasland, (Kalenderboek van DSM, 36). Heerlen, (1987), p. 40-43, afbn.
  • VANAUDENAERDE J., Kortessem, historisch perspectief, 3. Wintershoven-dorp, Kortessem, 1997, p. 40, 41, 45, 46-47.
  • Y., Desseneer, (Bulletin de la Société scientifique et littéraire du Limbourg, 19, 1901, p. 170.

Bron: PAUWELS D. & SCHLUSMANS F. met medewerking van MUYLDERMANS E. & ROMBOUTS J. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kanton Borgloon, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n4, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Pauwels, Dirk
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteel en hoeve Dessener [online], https://id.erfgoed.net/teksten/32464 (geraadpleegd op ).