Tuin rond de pastorie van de Sint-Martinuskerk

Tekst van Pastorie van de Sint-Martinusparochie met tuin (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/42718)

Pastorie uit het eerste kwart van de 17de eeuw met poortgebouw en bijgebouw omgeven door pastorietuin van circa 1,5 hectare waarvan de helft omgracht; twee heuveltjes en interessante taxusarchitectuur getuigen van de voornaamste functie van deze tuin: meditatie en gebed.

De pastorie van Wezemaal, gebouwd en bediend door de abdij van Averbode, bestaat uit een omgracht huis van baksteen en witte (onder meer voor de plint) ijzerzandsteen. Ze is twee verdiepingen hoog en zes traveeën breed, alles onder een steil schilddak met dakkapellen en een dakruiter; de toegangsdeuren (voor en achter) bevinden zich in de middelste travee. Het oorspronkelijke gebouw dateert uit 1624 maar het werd grondig verbouwd in de 18de eeuw. De vierkante poorttoren met een uivormige spits en de gleuven van de vroegere ophaalbrug, werd gebouwd in 1638. De oudste gekende afbeelding van de pastorie, een niet gedateerde figuratieve kaart in het grote kaartboek van de abdij van Averbode (gereproduceerd in Van Ermen), geeft de toestand weer rond 1660, nog vóór de bouw van de tuiniersloge in 1685, althans volgens de muurankers, maar op de kaart is dit gebouw al zichtbaar. De met fruitbomen beplante voortuin bestaat uit "den dries tegen over 't backhuys" (nummer 2) links van de toegangsweg, en "den dries aen St. Jobs-put" (nummer 3) rechts van de weg. De overdekte 'Sint-Jobsput', onderdeel van het pelgrims­ ritueel in het kader van de plaatselijke Sint-Jobsverering, bevindt zich rechts van de toegang. De achtertuin, twee derden van de oppervlakte van het eiland, wordt omschreven als "moeshoff" maar omvat ook een boomgaard.

De situatie en het uitzicht van het gebouwencomplex zoals het op de figuratieve kaart in het kaartenboek van Averbode wordt afgebeeld, vinden we nagenoeg ongewijzigd terug op de Primitieve kadasterkaart opgemaakt door J. Gulikers rond 1820. Het pastoriegoed beslaat dan circa 1,5 hectare, waarvan één derde buiten de ringgracht. Het 'eiland' wordt als tuin omschreven, samen met "den dries aen St. Jobs-put" en een perceeltje buiten de ringgracht, langs de zuidelijke arm. De rest is bouwland; van boomgaard wordt niet gesproken. Ansichtkaarten van circa 1920 tonen een glazen veranda of halve serre – gebouwd rond 1915, nu verdwenen – tegen de twee linkertraveeën van de pastorie en de rechtergevel van het poortgebouw. De moestuin (kolen en bessenstruiken op de achtergrond) beslaat "den dries aen St. Jobs-put" rechts van de gekasseide toegangsweg. Het perceel links van het pad (uit "den dries tegen over 't backhuys") komt niet duidelijk genoeg in beeld om het gebruik ervan te bepalen.

Op een tweede ansichtkaart is de achtergevel van de pastorie zichtbaar vanuit de omgrachte tuin, een siertuin, voornamelijk gazon, enkele kleine bomen (mogelijk fruitbomen), een in etages geschoren taxus rechts van de gevel, een bloemenborder. Moeilijk te determineren is het gewas met de steunstokken links en rechts in beeld (kleinfruit? tomaten?). De rechtlijnige grintpaden vormen wellicht een padenkruis, de indeling van de oude "moeshoff".

Enkele interessante elementen blijven echter buiten beeld, zoals de rij taxussen (Taxus baccata) langs de westelijke grachtarm – nu ogenschijnlijk een loofgang door de uitgegroeide, over het randpad hangende takken, oorspronkelijk misschien een strak geschoren palissade. Suggestief – de tuin als decor voor gebed en meditatie – is de uitstulping halverwege in deze rij, waar de taxussen een hokje vormen, mogelijk een halte tijdens het breviergebed. Een tweede taxushokje bevindt zich langs de binnenoever van de zuidelijke grachtarm. Deze taxussen zijn vermoedelijk aangeplant tijdens de tweede helft van de 19de eeuw. Dit geldt ook voor de twee resterende bruine beuken (Fagus sylvatica 'Atropunicea'); de dikste (343 centimeter stamomtrek gemeten op ca. 150 cm hoogte) bevindt zich in de zuidwestelijke hoek van de ringgracht, buiten het eiland, de andere staat op een heuveltje in de zuidoostelijke hoek van het eiland. Een tweede heuveltje, circa 1 meter hoog, bevindt zich in het boomgaardperceel ten westen van het eiland. Een gedeelte van dit perceel werd recentelijk terug met fruitbomen beplant.

 

  • Algemeen Rijksarchief Brussel, Kerkelijk Archief Brabant, nr. 5009), Registrum omnium bonorum monasterii averbodensis; Iussu Adm. Rever: Domini Servatii Vaes Abatis Anno 1650 [...].
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Kadastrale opmetingsschets Wezemaal 1916, nr. 8.
  • MINNEN B., Kennismaking met Rotselaar (Streekgidsenkursus Oost-Brabant), Leuven, Interleuven Opbouwwerk v.z.w., 1987, p. 90.
  • VAN ERMEN E., Het kaartboek van Averbode, 1650-1680, Brussel, Gemeentekrediet, 1997, p. 179.
  • GENICOT L.F., VAN AERSCHOT S., DE CROMBRUGGHE A., SANSEN H. & VANHOVE J. 1971: Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, Provincie Brabant, Arrondissement Leuven, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 1, Luik, p. 434.
  • WOUTERS V., Legendarisch en vroom Hageland, Leuven, IGO Leuven, 1998, p. 197.

Bron: DENEEF R., 2007: Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Vlaams-Brabant. Hageland - Noordoosten van Vlaams-Brabant. Aarschot, Begijnendijk, Bekkevoort, Boortmeerbeek, Diest , Haacht, Keerbergen, Rotselaar, Scherpenheuvel-Zichem, Tremelo.
Auteurs:  Deneef, Roger; Cresens, AndrĂ©
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Pastorie van de Sint-Martinusparochie met tuin [online], https://id.erfgoed.net/teksten/313179 (geraadpleegd op ).