Omgrachte tuin van de pastorie van de Sint-Hubertuskerk

Tekst van Pastorie Sint-Hubertus en Sint-Luciaparochie met tuin (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/41875)

Pastorie in traditionele bak- en zandsteenstijl uit de 17de eeuw, meermaals verbouwd, met omgrachte tuin van circa 30 are (ringgracht inbegrepen); geknotte zomereiken en relicten van oude beuken- en haagbeukenhaag langs de ringgracht; sporen van landschappelijke aanleg.

Het 17de-eeuwse gebouw in traditionele bak- en zandsteenstijl werd verbouwd en met twee traveeën verlengd in de jaren 1870, maar de dichtgemetselde kruisramen, een van de twee rondboogdeuren en de vlechtingen in de noordelijke puntgevel getuigen van de oorspronkelijke toestand. De aanleg van het perceel dateert waarschijnlijk ook uit de 17de eeuw. Het pastoriegebouw bevindt zich in de noordwesthoek van een rechthoekig omgracht perceel van 20 are. Dit aanlegconcept vertoont een grote gelijkenis met andere pastorietuinen in de regio, die in dezelfde periode werden aangelegd, bijvoorbeeld Sint-Pieters-Rode en Onze-Lieve-Vrouw-Tielt. De noordelijke grachtarm bij de Neerstraat werd bij een laatste verbouwing in 1975 gedempt. Bij het oorspronkelijke concept hoort ook de rij op 1,70 à 1,80 meter hoogte geknotte zomereiken (Quercus robur) langs de buitenoever van de oostelijke grachtarm. Knoteiken – traditioneel een bron van geriefhout (onder meer schopstelen) – komen ook voor langs de ringgrachten van de pastorieën van Sint-Pieters-Rode en Sint-Martinus-Lubbeek. Ongewone afmetingen hebben de haagbeuk (Carpinus betulus) en de rij met elkaar vergroeide beuken (Fagus sylvatica) langs de binnenoever van de zuidelijke grachtarm, relicten van een oude haag (sporen van knotting op 1,5 meter hoogte).

In de loop van de 19de eeuw werden bij een groot aantal pastorieën miniatuurversies van de kasteelparken in landschappelijke stijl aangelegd. De oude, vlakke, rechthoekige, bij het huis aansluitende tuin voor 'nut en sier' (groenten en bloemen), meestal met een padenkruis, bleef daarbij onaangeroerd. Doorgaans werd hiervoor het traditionele 'pastoorsbosje' – soms 'warande van de pastoor' genoemd – aangesproken. Deze landschappelijke heraankleding bestond uit enkele bruine beuken, taxussen en struiken als rododendron, een licht verzonken slingerpad, een paar bloemperken of corbeilles, een taxus­ bosje en, als het kon, een vijvertje met een eilandje zoals in de pastorie van Boutersem-Roosbeek. In Wespelaar werd voor de aanleg van een landschappelijk parkje uitzonderlijk de oude eilandtuin gebruikt. Het verzonken ringpad met enkele vertakkingen of zijlusjes is nog aanwezig, de laatste bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') werd in 2002 om gezondheidsredenen (reuzenzwam) gerooid. De grote taxus (Taxus baccata) dateert mogelijk uit de periode vóór de landschapstuin.

  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Kadastrale opmetingsschets Wespelaar 1878 nr. 3.
  • Historische tuinen en parken van Vlaanderen – Inventaris Vlaams-Brabant: Holsbeek, Lubbeek, Tielt-Winge, in M&L Cahier nr. 6, Brussel, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, 2002, p. 36-37 en 143-144.
  • GENICOT L.F., VAN AERSCHOT S., DE CROMBRUGGHE A., SANSEN H. & VANHOVE J. 1971: Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, Provincie Brabant, Arrondissement Leuven, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 1, Luik, p. 431.
  • VER ELST A., Wespelaar-Tildonk in oude prentkaarten, deel 2, Zaltbommel, Europese Bibliotheek, 1982, toelichting bij afbeelding 15.

Bron: DENEEF R., 2007: Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Vlaams-Brabant. Hageland - Noordoosten van Vlaams-Brabant. Aarschot, Begijnendijk, Bekkevoort, Boortmeerbeek, Diest , Haacht, Keerbergen, Rotselaar, Scherpenheuvel-Zichem, Tremelo.
Auteurs:  Deneef, Roger
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Pastorie Sint-Hubertus en Sint-Luciaparochie met tuin [online], https://id.erfgoed.net/teksten/313135 (geraadpleegd op ).