Molenaarswoning

Tekst van Molenaarswoning (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/79350)

Molenaarswoning gekenmerkt door de fries en puntgevel met pseudo-vakwerk. Ten oosten opvallende maalderij met sierlijke windborden.

De kleine hoevesite markeert de standplaats van de vroegere Waarmaardemolen (ook Molen ‘Moerman’, molen ‘Van Eeckhout’ of molen ‘Ma(g)ermans), een houten korenwindmolen die reeds op vroeg 18de-eeuwse documenten is te zien. De molen was oorspronkelijk een tweezolderstaakmolen, toebehorende aan de heren van Waarmaarde. In 1789 was dat hertog Wolfgang-Guillaume d’Ursel. Over de noordelijk gelegen Molenkouter of ‘Meule Cauter’ liepen verschillende voetwegen tot aan de vroegere molensite. In 1876 werd de houten molenkast op een stenen onderbouw geplaatst, zodat een dubbele functie van graan- en oliemolen ontstond.

Na de afbraak van de staakmolen in 1910 werd in 1933 ten westen van de molenbelt, in een nieuw schuurvolume, een motormaalderij ingericht. De vroegere molenaarswoning werd tijdens het interbellum verder verbouwd. De maalderij bleef actief tot 1953 en werd omstreeks 1980 ingericht als lokaal streekbezoekerscentrum.

  • MARTYN G. (red.) 1999: Avelgem en de Schelde: een historische gids, Avelgem.
  • MULDERS T. (Vindevogel H.) 1946-1648: De windmolens tussen Schelde en Leie, Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, 22, 46-10.

Auteurs:  Himpe, Koen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Molenaarswoning [online], https://id.erfgoed.net/teksten/312079 (geraadpleegd op ).