Traditioneel breedhuis van vier traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak (nok parallel aan de straat), dat opklimt tot de tweede helft van de 16de of de eerste helft van de 17de eeuw. Omstreeks 1999 gesloopt voor een nieuwbouwflat.

Gecementeerde lijstgevel vermoedelijk in bak- en zandsteenbouw, met verschillende types muurankers. Aangepaste rechthoekige vensters. Geprofileerde daklijst onderbroken voor het dakvenster met puntgevel op schouderstukken, vermoedelijk oorspronkelijk met getrapte afwerking, geopend door twee gekoppelde, rondboogvormige luikgaten. Poort onder een ijzeren I-balk met rozetvormige bevestigingsbouten uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. Uit bouwaanvragen voor aanpassingen aan de pui uit 1839 en 1847, valt af te leiden dat het oorspronkelijk een rondboogdeur betrof, vermoedelijk van het type 'diamantpoortje', met een bolkozijn als bovenlicht. Zijmuur rechts: puntgevel met aandak en schouderstuk. Aanbouw links: één bouwlaag hoge muur voorzien van gevelankers, met sporen van dichtgemetselde muuropeningen.