Turfput- Het Broek (beschermingfiche)

Tekst van Oude Scheldemeander van Overmere-Donk en Berlare Broek (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/135203)

De Turfput en Het Broek bevinden zich in een afgesneden Scheldemeander. Dit gebied vormt het laatste, min of meer ongerept halfnatuurlijk moerasgebied van het geheel van Overmere-Donk. Vanaf het einde van de 17de eeuw werd hier turf gewonnen.

Fysische geografie

Topografie

De aan elkaar grenzende deelgebieden Turfput en Het Broek bevinden zich ten noorden en westen van Berlare, op de linkeroever van de Schelde, meer bepaald in een afgesneden meander. In dezelfde meander ligt het Donkmeer, gekend als Overmere-Donk. De Turfput en Het Broek vormen samen een ongeveer 300 meter brede en 5 kilometer lange, sikkelvormige strook tussen Berlare-Sluis en Overmere-Donk. De gemiddelde hoogte bedraagt circa 2,5 meter +TAW.

Geologie en bodem

Volgens de tertiair-geologische kaart primeren in dit gebied de lichtgrijze, fijne, kalk-, fossiel- en soms glauconiethoudende zanden met basisgrind en soms kalksteenbanken behorend tot de Formatie van Lede (eoceen, 53 tot 33,7 miljoen jaar geleden) en de groene tot grijsgroene, fijne, glauconiet-, glimmer- en soms kleihoudende zanden met plaatselijk dunne zandsteenbankjes behorend tot het Lid van Vlierzele (Formatie van Gentbrugge, eoceen, 53 tot 33,7 miljoen jaar geleden).

Waarschijnlijk vond in het begin van het laatglaciaal (15500 tot 11500 jaar geleden) de overgang van een verwilderd naar een meanderend rivierpatroon plaats ten gevolge van het milder wordende klimaat en de toename van de plantengroei, waardoor de vegetatie verdichtte en de erosie afnam. Aan de buitenkant van de bochten volgde een uitschuring, aan de binnenkant afzetting van materiaal. Hierdoor verlegde de rivier geleidelijk haar loop in de richting van de buitenkant van de bochten. Uitschuring en afzettingen gebeurden vooral bij extreem hoge waterstanden, waarbij in de binnenbocht zogeheten sikkelbanken werden gevormd. Die zijn als lage, gebogen ruggen in het landschap zichtbaar. De overgang van een verwilderd naar een meanderend rivierpatroon ging gepaard met een insnijding, waardoor de toenmalige Scheldevlakte enkele meters beneden het algemene opvullingsniveau van de Vlaamse Vallei kwam te liggen. Die insnijdingsfase was bepalend voor het uitzicht van de huidige riviervlakte, omdat latere riviererosie en afzetting zich grotendeels beperkten tot het gebied binnen de laatglaciale overstromingsvlakte. Hierdoor komen de grenzen van de laatglaciale riviervlakte langs een groot deel van de Schelde overeen met die van de huidige alluviale vlakte. De afsnijding van de meander van Overmere had ongeveer 10000 jaar geleden plaats, toen de veenvorming een aanvang nam. Duizenden jaren verliepen vooraleer de meander volledig opgevuld was door dit verlandingsproces.

Het gebied vormt op bodemkundig vlak een unicum: de afwisseling van min of meer concentrische stroken alluviale zandleem en droog lemig zand markeert vermoedelijk het patroon van oeverwallen en beddingen, gevormd tijdens de schoksgewijze meanderverplaatsingen. Dit patroon is nog enigszins zichtbaar in het microreliëf. Alluviale klei werd in het zuiden afgezet na de meanderdoorbraak.

Vegetatie en fauna

Dit gebied vormt het laatste, min of meer ongerept halfnatuurlijk moerasgebied van het geheel van Overmere-Donk. In het oostelijk deel van de Turfput bevinden zich enkele kleine eilandjes en aan beide lengte-oevers heeft zich een verlandingszone ontwikkeld. De noordelijke oever wordt door een rij populieren met daartussen struiken gescheiden van de tuinen en aanhorigheden langs de weg tussen Overmere en Zele. De zuidelijke kant is beter afgeschermd door een bredere groenstrook, bestaande uit een aanplanting van populieren met een dichte rijke en dichte ondergroei van wilg, els en hazelaar. Het Broek bestaat grotendeels uit populierenaanplanten met een dichte ondergroei van wilg en es. De Biologische Waarderingskaart (versie 2, 1997-2010) vermeldt de aanwezigheid van eutroof water, populierenaanplanten en nitrofiel alluviaal elzenbos.

Ten tijde van de bescherming (1977) werd in dit gebied de aanwezigheid van enkele zeldzame broedvogels, zoals fuut, grote karekiet, kleine karekiet, ijsvogel, woudaapje en sprinkhaanrietzanger, vastgesteld. De Turfput vormt een vaste overwinteringsplaats voor verschillende eendensoorten. De zuidelijke groenzone herbergt tal van zangvogels, zoals tjiftjaf, zwartkop, tuinfluiter, wielewaal, merel, zanglijster, grootlijster en matkopmees. Verder zijn ook de boomkruiper en grote bonte specht aanwezig. In de buurt van de Turfput overwinteren ransuilen.

Cultuurhistorie

Dit gebied bleef praktisch onaangeroerd tot de tweede helft van de 17de eeuw. Slechts op het einde van de 17de eeuw ging de turfwinning van start. Turf was voor de boeren een waardevolle brandstof en werd vooral in de 17de en 18de eeuw gewonnen. Waar deze turf weggehaald werd, ontstonden er putten. De aaneenschakeling hiervan, samen met enkele overstromingen van de Schelde, verklaart het ontstaan van het Donkmeer. Volgens de literatuur gebeurde dit in dit gebied het eerst in het oostelijke deel van de meander omdat er in de onmiddellijke omgeving woonkernen voorkwamen. De ontginning werd nadien in het Donkmeer voortgezet. Er werd zelfs nog turf gestoken tijden de oorlogsjaren. Toch moet de ontginning na 1850 wel heel beperkt geweest zijn, aangezien uit oude kaarten blijkt dat de vorm van het Donkmeer sindsdien weinig veranderd is.

Op de kabinetskaart van de Ferraris (1770-1778) worden enkele grote vijvers aangeduid op de plaats van de Donk, graaf de Ferraris vermeldt in zijn verslag ook de turfwinning. Op latere kaarten, onder andere op de topografische kaart van Vandermaelen (1846-1854), is een meer dat groter dan het huidige Donkmeer was te zien. De Donk is, samen met het gebied errond, steeds privé-eigendom geweest.

Het Broek vormde omstreeks het midden van de 19de eeuw samen met de Turfput en het Donkmeer één groot vijvergebied binnen de afgesneden meander. De gemeente Berlare verkocht het gebied in 1854 met de verplichting het droog te leggen. Een poging daartoe werd onder meer ondernomen door de gebroeders Van der Elst uit Brussel die in 1860 een plan indienden voor het plaatsen van twee machines voor het droogleggen van Het Broek. De drooglegging door hun pompinstallatie slaagde slechts gedeeltelijk. Op 10 augustus 1860 kwam Het Broek in het bezit van baron M. de Hirsch de Gerenth, bankier te Brussel. Volgens het kadasterarchief liet hij in 1862 aan Schuitje een stoomwatermolen oprichten en onder leiding van ingenieur Theodoor Leysen slaagde het droog leggen van Het Broek in 1862.

Midden de jaren 1950 was het Donkmeer met omgeving in handen van een door de drie betrokken gemeenten opgerichte ‘Intercommunale voor Exploitatie van het Donkmeer’. Vanaf dat moment begon een toeristische uitbating van het meer en de omgeving.

  • Onroerend Erfgoed Oost-Vlaanderen, Beschermingsdossier DO000449, De Turfput (DENEEF R., 1977).
  • Topografische basiskaart numerieke reeks, Nationaal Geografisch Instituut, uitgegeven in 2009, schaal 1:10.000.
  • BOGAERT C., DUCHENE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20N, onuitgegeven werkdocumenten.
  • Biologische Waarderingskaart van Vlaanderen (versie 2, 1997-2010), Berlare, Strijdamstraat [online], http://geo-vlaanderen.agiv.be/geo-vlaanderen/bwk/# (geraadpleegd op 20 april 2015).
  • Databank Landschapsatlas Vlaanderen [CD-rom uitgegeven door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen], Ankerplaats Oude Scheldemeander van Overmere-Donk en Berlare Broek A400026, 2001.
  • Tertiair-geologische kaart van Vlaanderen, Berlare, Strijdamstraat [online], http://www.geopunt.be/ (geraadpleegd op 20 april 2015).

Auteurs:  Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena; Van der Linden, Geert; Vanmaele, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Oude Scheldemeander van Overmere-Donk en Berlare Broek [online], https://id.erfgoed.net/teksten/298904 (geraadpleegd op ).