De Gulden Roose

Tekst van De Gulden Roose (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/4486)

Traditioneel breedhuis van vier traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (nok parallel aan de straat, pannen), uit de tweede helft van de 16de of de eerste helft van de 17de eeuw. Gustave Buyle liet het gevelparement in 1922 decaperen en herstellen door de architect Jan Jacobs.

Jan Jacobs, die omstreeks 1900 zijn debuut maakte als architect, liet zich vóór de Eerste Wereldoorlog opmerken met woningen in sobere art-nouveaustijl, en landhuizen in Engels geïnspireerde cottagestijl. Tijdens de jaren 1920, aanvankelijk in associatie met de architect Paul Smekens, ontwikkelde Jacobs een stijlvolle, zakelijke art-decostijl, waarvan het appartementsgebouw "Résidence La France" aan de Jan Van Rijswijcklaan en het kantoorgebouw Compagnie Nationale d’Eclairage aan de Louiza-Marialei als meest representatieve voorbeelden gelden. Vanaf de jaren 1930 zette de architect, die vermoedelijk tot in de jaren 1950 actief bleef, de stap naar een meer uitgesproken modernisme. Een belangrijk aandeel in zijn architectuurproductie betreft gebouwen voor infrastructuur en nijverheid.

De gedecapeerde lijstgevel heeft een parement in bak—en zandsteenbouw met sokkel, speklagen, steigergaten en daklijst, verankerd door smeedijzeren muurankers met gekrulde spie. In de tweede helft van de 18de eeuw werd de pui aangepast met een rococopoortje en rechthoekige vensters in een omlijsting uit blauwe hardsteen. Spiegelboogdeur met een geprofileerd, kwarthol beloop op neuten, een rocaillesleutel en een geprofilerde, gebogen waterlijst op gestrekte uiteinden. Van de oorspronkelijke ordonnantie resten slechts de negblokken van een vroeger kruiskozijn; keldermonden in hardstenen omlijsting in de sokkel. De bovenbouw is opgebouwd uit verkleinende registers van vroegere kruiskozijnen met kwarthol geprofileerde negblokken, een druiplijst en wigvormige ontlasting, aangepast door het verwijderen van de monelen en het toevoegen van een hardstenen lekdrempels. Een kwartholle daklijst met houten goot boven steigergaten vormt de gevelbeëindiging. Van de twee dakvensters, oorspronkelijk vermoedelijk getrapt, doorbreekt enkel het rechter de daklijst Twee dakkapellen met tuitgevel onder zadeldekje; rechthoekig luik met latei op consooltjes; oculus en steigergat. Geopend door een rechthoekig kozijn met geprofileerde dagkanten, worden beide in de tuitvormige top geaccentueerd door een omlijste, ronde oculus en een balkgat.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1922#13976; foto FOTO-OF#6948.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: De Gulden Roose [online], https://id.erfgoed.net/teksten/298616 (geraadpleegd op ).