Parochiekerk Sint-Stephanus

Tekst van Parochiekerk Sint-Stephanus (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/40181)

Georiënteerde, gotische zaalkerk uit de 16de en 17de eeuw met geïntegreerde westtoren, omgeven door een kerkhof en gelegen op een hoogte. Het inmiddels aan noordzijde uitgebreide kerkhof heeft een nagenoeg halfcirkelvormige plattegrond die is afgezet met een taxushaag. Het gravenbestand dateert voornamelijk uit de 20ste eeuw. De toegangen, de ene in de as van het kerkportaal, de andere in de zuidwestelijke hoek, zijn geflankeerd door topiary.

Historiek

Volgens de literatuur is de Sint-Stefanuskerk vermoedelijk in de loop van de 9de eeuw ontstaan als villakerkje onder impuls van de heren van Oppem die verbleven op het inmiddels verdwenen Hof te Oppem, ter plaatse van de huidige school. Naderhand kwam de kerk als appendix van Meise onder de voogdij van de abdij van Grimbergen, evenwel onder toezicht van Meise. De Sint-Stefanuskerk ontwikkelde zich dus tot een dochterkerk van Meise met eigen bedienaars, waarvoor Meise inspraak had. Deze toestand bleef ongewijzigd tot in de 18de eeuw. Vanaf de 14de eeuw was Oppem trouwens ook verantwoordelijk voor de bediening van Amelgem. Al in 1666 werd de vraag gesteld om erkend te worden als zelfstandige parochie; deze wens werd niet vervuld. Dat gebeurde pas in 1826 toen Oppem volledig onafhankelijk werd van Meise.

De bouw van de huidige kerk, meer bepaald het koor en de toren, werd met steun van de abdij van Grimbergen aangevat omstreeks 1500; het schip en de sacristie dateren van 1681, terwijl de uitbreiding aan de zuidzijde pas in de 18de eeuw werd gerealiseerd. Van een oudere kerk zijn weinig gegevens voorhanden. Bouwhistorisch onderzoek naar aanleiding van de restauratie wees uit dat de westtoren uit het begin van de 16de eeuw een oudere, uiterst zeldzame, wellicht 14de-eeuwse vakwerkstructuur verbergt, die verwijst naar een voormalige toren in geleemd stijl- en regelwerk. Er werden eveneens bouwsporen ontdekt die er op wijzen dat het schip in oorsprong niet overwelfd was maar afgedekt door een houten zoldering op korbeelstellen. Ook in de kapstructuur van het hoogkoor zijn er concrete aanwijzingen dat het plafond een beschoten houten spitsboogton was. Het middeleeuwse plafond werd op het einde van de 17de eeuw, toen ook de zuidelijke sacristie werd toegevoegd, vervangen door het huidige stucwerkplafond met rankwerk.

De kerk werd aan de buitenzijde gerestaureerd in de periode 2012-2013 naar een ontwerp van 2009 van architecten Etienne Wijns en Dirk Geeroms. Een uitgebreid vooronderzoek van het interieur in 2014 bracht talrijke fragmenten van laatmiddeleeuwse muurschilderingen aan het licht. De restauratie van de muurschilderingen door Jan Verbeke was aan de gang bij de inventarisatie in maart 2015.

Beschrijving

De zaalkerk met geïntegreerde westtoren vertoont een rechthoekige plattegrond van twee traveeën en een lager, smaller koor van twee rechte traveeën met vlakke sluiting, aan de zuidzijde geflankeerd door de sacristie onder haaks zadeldak. Witgeschilderde en verankerde baksteenbouw op een kalkzandstenen onderbouw en afgedekt door leien zadeldaken met twee kleine dakkapellen aan de zuidzijde.

De vrij gesloten westgevel vertoont een classicistische, geblokte rechthoekige omlijsting onder waterlijst voor de ingeschreven steekboogdeur in een kwarthol geprofileerde omlijsting met voluutsluitsteen. Boven de deur zit een segmentboogvenster, gevat in een vlakke omlijsting. Zowel deur als venster zijn het resultaat van een 18de-eeuwse aanpassing. De westgevel wordt bekroond door een vierkante toren met omlopend cordon en houten kroonlijst; ingesnoerde leien naaldspits met bekronend ijzeren kruis; overigens eenvoudig spitsbogig galmgat aan elke zijde. In de westgevel zijn wel sporen van verbouwingen op te merken.

De zijgevels van het schip, afgelijnd door een geprofileerde, houten daklijst, worden geopend door eenvoudige spitsboogvensters in een beschilderde, kalkzandstenen omlijsting; het oorspronkelijke maaswerk is verdwenen. De oostgevel van het schip vertoont vlechtingen. Het koor daarentegen wordt verlicht door 18de-eeuwse segmentboogvensters in een vlakke omlijsting onder waterlijst. De oostpuntgevel van het koor, gevat tussen steunberen en bekroond door een natuurstenen kruis, vertoont schouderstukken en een groot, blind spitsboogvenster, eveneens onder druiplijst. De haaks tegen de zuidzijde van het koor gebouwde sacristie wordt gemarkeerd door een tuitgevel met top- en schouderstukken, vlechtingen en een rondboogvenster in een kalkzandstenen omlijsting met sluitsteen en imposten waarop het jaartal 1681, verwijzend naar het bouwjaar. Tijdens de restauratie werden hier sporen gevonden van een geschilderde baksteenimitatie. De 18de-eeuwse uitbreiding met gelijkaardige tuitgevel, is eveneens haaks ingeplant tegen de zuidzijde van het schip en vertoont slechts een eenvoudig rechthoekig venstertje en een gedichte rondboogdeur.

Verspreid tegen de gevels van koor en sacristie: hardstenen grafstenen vanaf het begin van de 19de eeuw van vroegere pastoors en vooraanstaanden, waaronder de familie Sterckx.

Interieur

Eenbeukige ruimte met een witstenen spitsboogarcade ter hoogte van het doksaal, mogelijk een laatgotische toevoeging aan een oorspronkelijke, oudere 15de-eeuwse zaalkerk. Het betreft zuilen met koolbladkapiteel en een polygonale sokkel. Het schip is geplafonneerd met bepleisterde moerbalken waartussen symmetrisch uitgewerkt stucwerk. Spitstongewelf in het koor met pseudoribben waartussen stucwerk met arabesken. Sacristie met plafond voorzien van lijstwerk in stuc.

Meubilair, grotendeels uit de tweede helft van de 18de eeuw. Barok hoofdaltaar met de voorstelling van Sint-Stephanus martelaar; barokke zijaltaren ter ere van de Heilige Cornelius en de Heilige Maagd; 18de-eeuwse eiken lambrisering met guirlandes; communiebank van 1768, preekstoel en biechtstoel; orgel, gebouwd door Antoine Coppin (Nijvel), geplaatst in 1831. Glasramen met voorstelling van heiligen, waarvan een 1902 gedateerd. Neogotisch reliekschrijn, ingehuldigd in 1843. Glasramen door F. Crickx van omstreeks 1960. Verspreide grafstenen uit de 17de en 18de eeuw in de kerkvloer (zwarte en witte tegels in dambordpatroon). Laatmiddeleeuwse muurschilderingen met de voorstelling van volksheiligen. In het westelijk deel van de kerk zijn de Heilige Christoffel, de Heilige Hubertus en de Heilige Adrianus te zien. Op de noordelijke muur van het koor onder meer de Heilige Egidius met hinde, de Heilige Catharina met de draak en de marteling van Sint-Sebastiaan; aan de overkant een weinig voorkomende afbeelding van de Heilige Victor met molen.

  • Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant, Restauratie Sint-Stefanuskerk, Archief doos 43.37.
  • BUYLE M. & GROOTAERS J. 2015: De Sint-Stefanuskerk in Oppem, M&L 34.4, Binnenkrant, 14-16.
  • HEYVAERT J. 2005: Meise, Van oorsprong tot 1940, Meise, 169-180.

Auteurs:  Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Stephanus [online], https://id.erfgoed.net/teksten/298394 (geraadpleegd op ).