Winkelhuis in neoclassicistische stijl volgens de bouwaanvraag uit 1870 opgetrokken in opdracht van de hoedenmaker Jean Louis Wynen fils. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden.

Met een gevelbreedte van drie traveeën omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een zadeldak. De lijstgevel die zich onderscheidt door een parement uit witte natuursteen, rustte oorspronkelijk op een klassieke houten winkelpui met middenportaal, geflankeerd door de privé-inkom. Nadrukkelijk horizontaal geleed door waterlijsten en kordonvormende lekdrempels, legt de compositie de klemtoon op het middenrisaliet. Dit laatste wordt op de eerste verdieping geaccentueerd door een bewerkte vensteromlijsting en een gebogen fronton met cartouche op voluutconsoles. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige vensters in geriemde omlijsting met entablement en doorgetrokken fries. Deurvensters vanaf de puilijst, geaccentueerd door oren en ijzeren borstweringen, op de eerste verdieping. Een klassiek hoofdgestel met gekorniste houten kroonlijst op tandlijst en klossen vormt de gevelbeëindiging. Verbouwde pui.