"Kasteel Terlinden" of "de Grote Verdoemenis", deze naam verwijst naar het verblijf van Pater Quesnel (17de eeuw), een Jansenist die er zijn ketters boek "Motif de droit du père Quesnel" schreef. In 1582 wordt het "Prachthoefken, genoemd 't goedt ter Linden" vermeld. In 1667 is sprake van "de straete genoemt de twee steentiens", het "Hof ter Linden" of "de Kleine Verdoemenis" en een tweede gebouw, alwaar in 1775 voor Jaak-Angelus Dierikx een U-vormig kasteel wordt opgericht, waarvan heden enkel de zijvleugels en een deel van het poortgebouw zijn overgebleven. In 1913, oprichting van een nieuw hoofdgebouw in neotraditionele stijl, poort en zijvleugels worden aangepast.

Het kasteel is opgetrokken op een rechthoekig eiland in een rechthoekig aangelegde vijver, middenin een park; terras afgesloten met bakstenen muur met arduinen balustrade. Gebouw van baksteen met gecementeerde banden en hoekblokken, sporadisch gebruik van zandsteen (hergebruikt materiaal).

Naast grote beuk, achtzijdig poortgebouw onder piramidale bedaking (leien) van 1913. Rondboogvormige muuropeningen met hoekblokken, kroonlijst op klossen waarboven entablement met casementen. Rondboogpoort met zandstenen hoekblokken, vleugelpoort met fraai gesculpteerde barokmakelaar met opschrift "Maria 1664" (hergebruikt materiaal). Rechts aanbouw van één bouwlaag onder afgewolfd zadeldak.

Wooncomplex met drie bouwlagen. Rechthoekige zijvleugels: voorgevel van twee traveeën en zijgevel van drie traveeën onder zadeldak (leien) van 1775 aangepast in 1913. Rechthoekige vensters in omlijstingen van arduin onder segmentboogvormige ontlastingsboog met negblokken, gecementeerde onder-, tussen- en bovendorpels. Zuidwestelijke vleugel met zijgevel aan de waterkant met links, licht vooruitspringende erker. Voorgevel met dakkapel. Hoofdgebouw van drie bouwlagen met vijf traveeën onder schilddak (leien), uit 1913. Middenrisaliet van drie traveeën onder diep schilddak. Rechthoekige muuropeningen met arduinen lateien, uitgewerkt als zijvleugels. Rechthoekige deur in vlakke natuurstenen omlijsting, geflankeerd door zuilen met bladkapitelen, kroonlijst met balkon met arduinen balustrade. Segmentboogvormig deurvenster in kwartholle omlijsting, flankerende Toscaanse pilasters, geprofileerd boogtracé. Dakkapel. Achtergevel met zelfde ordonnantie als voorgevel, beluikte benedenvensters en deur. Centraal brugje naar park toe. Links, kapel en aanbouw van één bouwlaag onder afgewolfd zadeldak. Interieur met fraaie renaissanceschouw.

In het park, voor het kasteel, oranjerie, één bouwlaag, zeven ongelijke traveeën onder schilddak, uit de tweede helft van de 18de eeuw, aangepast in de 20ste eeuw. Baksteenbouw met gebruik van zandsteen. Segmentboogvormige muuropeningen. Deur en poort in omlijsting van zandsteen met negblokken. Dakkapel.

Gesloten kasteelhoeve met witgeschilderde gebouwen van één bouwlaag onder zadeldaken (pannen), uit de 19de eeuw; gegroepeerd rondom een gekasseide binnenkoer. Haaks op de inrijpoort, voorheen boerenhuis met één bouwlaag onder zadeldak, uit de tweede helft van de 18de eeuw. In het eerste kwart van de 20ste eeuw verhoogd met één bouwlaag onder schilddak. Vooraan neoclassicistische gecementeerde pilastergevel met Ionische pilasters waartussen rechthoekige vensters met roedeverdeling. Erfgevel met onbelangrijke aanbouwen onder lessenaarsdaken. Links, zijgevel met sporen van vlechtingen. Haakse stalvleugel en dwarsschuur.