Kapel Onze-Lieve-Vrouw van Kerselare

Tekst van Bedevaartsoord en kapel Onze-Lieve-Vrouw van Kerselare (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/27415)

Historiek

Kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Kerselare. Volgens de legende werd in 1452 een Mariabeeld dat voorheen toebehoorde aan de pastoor van Volkegem na zijn dood hier opgehangen aan een kerselaar. Een eerste mirakel bij het beeld, dat toen reeds in een klein kapelletje geplaatst was, vond plaats in 1455. Eerstesteenlegging van de oudste kapel, ressorterend onder de abdij van Ename, bisdom Kamerijk, op de plaats van de kerselaar op 10 juli 1457, inwijding op 3 mei 1460. Vergroot in 1570 in opdracht van Jacob van Joigny, baron van Pamele, vermoedelijk ingevolge een gelofte door zijn vader Joos nadat hij in Egypte door een krokodil aangevallen werd. De gebalsemde krokodil werd later als votiefbeeld in de kapel opgehangen, en in 1804 en 1860 vervangen door een houten geschilderde krokodil van beeldhouwer Van Biesbroeck. Circa 1614 herstellingswerken na vernielingen tijdens godsdienstoorlogen. In 1619 inwijding van twee altaren. Belangrijke werken uitgevoerd in 1679. Na de Franse Revolutie werd de kapel in 1796 verkocht aan een particulier en in 1831 kwam ze in het bezit van de kerkfabriek van Pamele. In de loop van tweede, derde kwart 19de eeuw voorzien van nieuw meubilair. In 1887 restauratie onder leiding van architect A. Van Assche. Volledig door brand vernield op 21 februari 1961. Vervangen door een moderne betonnen kapel meer westwaarts in 1964 naar ontwerp van de architecten R. Langaskens en J. Lampens.

Beschrijving

De nieuwe kapel werd ingeplant op een lager gelegen, uitgegraven terrein en is toegankelijk via een verhard hellend pad. De moderne constructie is opgetrokken uit gewapend beton onder een sterk hellend lessenaarsdak. Enorme betonnen overluifeling over de grote beglaasde wand uitziend op het voorplein, zodat altaar ook zichtbaar is van buiten af. Rechthoekige betonnen vijver achter de kapel.

Interieur. Achter het altaar muurschilderingen met referenties aan de afgebrande kapel en de krokodil, gesigneerd M. Nevens 1983. Vier moderne glasramen van M. Nevens en H. Mortier.

  • DE JAEGHER G. 1981: Edelare-Kerselare. Maria toegewijd in vreugd en tegenspoed, Oudenaarde, 7-32.
  • DEVOS P. 1991: Het bedevaartsoord Kerselare te Edelare, Monumenten en Landschappen in Oudenaarde (3), Oudenaarde, 47-56.
  • SOENS P. 1927: Geschiedenis van O.L.Vrouw van Kerselare, H.G.O.K.O. VII.2, 87-167.
  • VAN DER LINDEN R. 1958: Bedevaartvaantjes in Oost-Vlaanderen. Bijdrage tot de studie van de legenden, de ikonografie, de volksgebruiken, Gent, 76-84.

Bron: BOGAERT C., LANCLUS K., TACK A. & VERBEECK M. 1996: Inventaris van het cultuurbezit in Belgiƫ, Architectuur Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Oudenaarde, Stad Oudenaarde met fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 15n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke; Tack, Anja
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Bedevaartsoord en kapel Onze-Lieve-Vrouw van Kerselare [online], https://id.erfgoed.net/teksten/27415 (geraadpleegd op ).