Koninklijke Opera

Tekst van Koninklijke Opera en Posterijen (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/25727)

L. Roelandt bouwde het "Grand Théatre" in 1837-40 op de plaats waar vroeger de Sint-Sebastiaansgilde zetelde en waar zich de Schipperskapel bevond. Neoclassicistisch complex van kalkzandsteen verwerkt met arduin voor plint, vensteromlijstingen en hoekbanden. Twee bouwlagen hoge voorgevel van zeventien traveeën tussen geblokte hoekbanden gemarkeerd door een halfcirkelvormig middenrisaliet van drie traveeën en twee zijrisalieten van één travee: rechthoekige benedenvensters met kroonlijst op consoles en rondboogvensters op de bovenverdieping geflankeerd door gecanneleerde pilasters met Korinthisch kapiteel die een hoofdgestel dragen, de zwikken zijn versierd met allegorische figuren. Afgevlakte bossage op de begane grond. Rondboogvensters, op de bovenverdieping voorzien van balusters en flankerende pilasters met een hoofdgestel. Hoofdgestel met fries versierd met reliëfs en opengewerkte attiek als gevelbekroning. Het kwartcirkelvormig uitspringend portaal rechts werd in 1911 toegevoegd naar ontwerp van Ch. Van Rysselberghe.

Zelfde gevelordonnantie in de zijgevel van zeven traveeën. Oorspronkelijk vier traveeën uitgebreid met post-telegraafkantoor en vredegerecht onder leiding van Ch. Van Rysselberghe in 1910-13. Middenrisaliet van drie traveeën: tweelichten met deelzuiltje voorzien van balusterbalkon worden gevat in rondbogen, gescheiden door kolossale gecanneleerde Korinthische pilasters. De achtergevel vertoont drie delen van verschillende stijl. Het eerste deel in neoclassicistische stijl wordt gemarkeerd door een middenpartij van vijf traveeën en twee zijtraveeën afgelijnd door geblokte hoekbanden, en is eveneens het werk van Van Rysselberghe. Het tweede deel is een bepleisterde lijstgevel van negen traveeën met een geaccentueerd middenrisaliet bekroond met een driehoekig fronton. Rechthoekige vensters en op de vierde bouwlaag, opgevat als bel-etage, rondboogvensters en ijzeren balkon terwijl het risaliet een rechthoekig venster met bekronend driehoekig fronton vertoont en op de verdieping erboven een tweelicht gevat in een rondboognis. Het derde deel van de achtergevel is samen met de voorgevel ontworpen: bepleisterde lijstgevel van zeven traveeën waarvan twee benadrukte hoektraveeën door de grote rondboogvensters.

Interieur

Toneelzaal in Louis-Philippestijl en drie zalen op de verdieping in neoclassicistische stijl.


Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. & DAMBRE-VAN TYGHEM F. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in Belgiƫ, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4na, Brussel - Gent.
Auteurs:  Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Koninklijke Opera en Posterijen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/25727 (geraadpleegd op ).