Zogenaamd " 't Kasteeltje ter Betse" aangeduid op de Atlas der Buurtwegen (1843) en op de Vander Maelenkaart (circa 1850) met grosso modo dezelfde opstelling. Omwalde hoeve met losse, verankerde bakstenen bestanddelen onder pannen zadeldaken (mechanische pannen), gegroepeerd rond een begrint erf. IJzeren toegangspoort geflankeerd door twee linden waarvan een met Mariakapelletje. Gekasseide stoep voor de stalvleugel; gegoten stoep voor de andere gebouwen. Ensemble vermoedelijk te dateren eind 19de eeuw-begin 20ste eeuw; latere wijzigingen en aanbouwen. Ten noorden, aan de Kasteelwegel, bij de hoeve horende ast.

Ten noorden van het erf; boerenhuis met vier + drie hogere opkamertraveeën links onder licht uitkragend zadeldak (nok loodrecht op de straat) met klokkentorentje; aflijnende baksteenfries onder de gootlijst. Getoogde muuropeningen. Gepikte plint in zijpuntgevel.

Ten zuiden, stalvleugel met getoogde en korfbogige muuropeningen. Gevel voorzien van luchtgaten. Op de zadeldaken, twee ijzeren luchtkokers onder ijzeren tentdak.

Verankerde bakstenen ast (kruisankers) onder zadeldak (nok loodrecht op de straat, golfplaten); poort, laadvenster en Marianisje in de zijpuntgevel. Overige hoevegebouwen zonder noemenswaardigheden.