Mijnkrater Spanbroekmolen

Tekst van Mijnkrater 7/6/1917 Spanbroekmolen (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305362)

De Spanbroekmolenkrater is ongetwijfeld de bekendste van alle mijnkraters die ontstonden op 7 juni 1917. De mijnkrater Spanbroekmolen, ook wel Lone Tree Crater of Pool of Peace geheten, ligt op de heuvelkam van Wijtschate, langs de Kruisstraat. De krater had een oorspronkelijke diameter van 76 meter en was 12 meter diep.

Historiek

De eerste volwaardige ondergrondse mijnen werden in de Ieperboog wellicht door de Duitsers tot ontploffing gebracht eind januari 1915 tussen de weg Menen-Ieper en Sint-Elooi. Hiermee was de aanzet gegeven voor een mijnenoorlog, die de volgende jaren de ondergrond van de Ieper- en Wijtschaeteboog heel regelmatig omwoelde en dood en vernieling zaaide, met als climax de Mijnenslag van 7 juni 1917.

Sinds de Tweede Slag bij Ieper (voorjaar 1915) was de frontlinie vrij stabiel gebleven, waarbij de Duitsers vanuit de hoger gelegen posities de geallieerden domineerden en in het oog konden houden. Een strategisch voordeel dat de Britten in hun voordeel trachtten om te buigen…

Stuwkracht achter de idee om de vijand op grote diepte te ondergraven, was de vrij excentrieke Brit Norton Griffiths. De eerste graafwerkzaamheden startten in de zomer van 1915 bij Hill 60, met het uitgraven van de zogenaamde Berlin Tunnel door de 175th Tunnelling Company. Zonder dat hij weet had van de plannen van Griffith, zou ook Major Cropper van de 250th Tunnelling Company in december 1915 gestart zijn met graafwerkzaamheden voor dieptemijnen rond Wijtschate. Ondertussen werden deze ideeën overgenomen door de legerstaf en geïntegreerd in de plannen om een doorbraak rond Ieper te forceren. Uiteindelijk zouden er op 7 juni 1917 tussen Hill 60 en The Birdcage (ten zuiden van Warneton) negentien dieptemijnen tot ontploffing gebracht worden. Britten, Australiërs en Nieuw-Zeelanders slaagden er in de heuvelkam Wijtschate-Mesen te veroveren. Maar de geallieerden maakten geen gebruik van de bres die ontstaan was, en wachtten zoals gepland af tot eind juli om aan hun groots offensief te beginnen (de Derde Slag om Ieper).

De Spanbroekmolenkrater is ongetwijfeld de bekendste van alle mijnkraters die ontstonden op 7 juni 1917. De Duitsers hadden deze hoogte, waar voor de oorlog een molen stond, tot een bolwerk versterkt. De graafwerkzaamheden waren in januari 1916 gestart door de 250th Tunnelling Company en later overgenomen door respectievelijk de 3rd Canadian Tunnelling Company, de 175th Tunnelling Company en de 171st Tunnelling Company. Deze laatste eenheid kon op 28 juni 1916 91.000 pond (41.314 kg) ammonal plaatsen in een kamer, die via een tunnel van 520 meter verbonden werd. De 171st Tunnelling Company kreeg daarna de opdracht om vanuit de Spanbroekmolen-tunnel het Duitse steunpunt Rag Point te ondermijnen, dat 1100m verder lag. Uiteindelijk werden deze graafwerkzaamheden stilgelegd, toen Duitse mijnen de werkzaamheden serieus hinderden en de lading onder de Spanbroekmolen in gevaar brachten. Op 3 maart 1917 lieten de Duitsers drie zware mijnladingen vanuit galerijen van de Ewald-schacht tot ontploffing brengen, met als gevolg dat de Britse constructie over een lengte van meer dan 120 meter instortte. Toen de tunnellers poogden om een bypass uit te graven, hadden ze af te rekenen met mijngas, waarbij drie manschappen het leven lieten. Maar de Duitsers lieten ook de herstellingswerken niet ongemoeid. Pas op 6 juni 1917, slechts enkele uren voor de Big Bang, kon alles in gereedheid gebracht worden voor een ‘succesvolle’ explosie.

Het landschappelijk resultaat was een krater van 76 meter diameter en 12 meter diepte. De Spanbroekmolenkrater werd aangekocht door Lord Wakefield, die de mijnkrater op zijn beurt doorverkocht aan de vzw Talbot House, dit voor één symbolische frank. Toc H, de beweging achter Talbot House, beheert nu de site, die in 1992 beschermd werd. De site zal heringericht worden en ingeschakeld worden in het provinciale netwerk Oorlog en Vrede in de Westhoek. Een gedenksteen verstrekt de technische gegevens, terwijl aan de noordelijke rand van de krater een Duitse betonconstructie overgebleven is.

Beschrijving

De krater is een vredige vijver geworden, die opengesteld is voor het publiek. De bezoeker krijgt meer inlichtingen via een gedenksteen. De krater wordt omgeven door een bosje, waarin zich nog een Duitse betonconstructie bevindt.

Bibliografie

  • BOSTYN F. 1998: De vergeten oorlog onder de Salient. Bijdrage tot de geschiedenis van de Tunnelling Companies in Vlaanderen (1915-1918), onuitgegeven licentiaatsverhandeling, Katholieke Universiteit Leuven.
  • COOMBS R. 2001: Before endeavour fades. A guide to the battlefields of the First World War, London.
  • LAMPAERT R. 2000:De Mijnenoorlog in Vlaanderen, Erpe.

Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Mijnkrater 7/6/1917 Spanbroekmolen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/202685 (geraadpleegd op ).