Universiteitsgebouwen

Tekst van Klinisch en Poliklinisch Instituut (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/20019)

Uit dezelfde tijd en eveneens ontworpen door L. Cloquet dateren het "Klinisch en Poliklinisch Instituut" aanleunend tegen het Burgerlijk Hospitaal van de Bijloke (zie Pasteurlaan nummer 2-4) en het "Botanisch Instituut" (in de Karel Lod. Ledeganckstraat, heden verdwenen).

Ontworpen als medische instituten werd voornamelijk aandacht besteed aan de binneninrichting in functie van de binneninrichting in functie van de wetenschap. Ze werd geconcipieerd door de directeurs van de verschillende instituten.

Door de wetsbepalingen betreffende het geneeskunde onderwijs aan de Rijksuniversiteiten waarbij de Burgerlijke Hospitalen volledig ten dienste van onderwijs moesten staan, was in Gent een akkoord met de Bijloke tot stand gekomen. Op gronden van de voormalige Commissie voor Openbare Onderstand, aansluitend en in rechtstreeks contact met de Bijloke, werden circa 1900 nieuwe universitaire Klinische en Polyklinische Instituten opgericht naar ontwerp van architect Louis Cloquet. Ze omvatten de volledige linker gebogen straatwand tussen de neogotische hospitaalvleugels en de Bijloke-abdij. De overzijde van de straat is ingenomen door het beboomd pleintje van het Bijlokenhof. Gebrek aan plaats, inefficiëntie van de gebouwen en moeilijkheden met het Burgerlijk Hospitaal zetten de universiteit aan een eigen, onafhankelijk Academisch Ziekenhuis op te richten buiten de stad. Sinds 1959 werden geleidelijk alle klinische diensten naar daar overgebracht.

De vrijgekomen gebouwen zijn door andere universitaire seminaries betrokken: de Dienst voor Gerontologie, Diëtiek en Voedingshygiëne, Seminarie en laboratorium voor Didactiek, voor Jeugdwelzijn en Volwassenvorming, het Instituut voor Histologie, Embryologie en het laboratorium voor Toegepaste Psychologie. Samen ontworpen met de overige universitaire wetenschappelijke instituten (zie Albert Baertsoenkaai) in eclectische stijl, zijn deze gebouwen enigszins soberder opgevat voornamelijk wat het materiaalgebruik betreft, gelet op de integratie met de Bijlokegebouwen. Schikking van het grondplan en binneninrichting waren hier ook volledig door hun functie bepaald: de laboratoria, operatiezalen en auditoria moesten onmiddellijk toegankelijk zijn vanuit de hospitalen (zie ook Godshuizenlaan, Bijlokecomplex).

De ligging op de opgevulde stadswal schiep echter talrijke funderingsproblemen die door een systeem van betonnen pijlers opgelost werden.

Voornamelijk horizontaal uitgebouwd bakstenen complex gebouw met straatvleugels ingeplant op halfcirkelvormige plattegrond. Ze omvatten een centraal, twee bouwlagen hoog gebouw onder leien schilddak, geaccentueerd door een uitgebouwde middenpartij en twee zijdelingse toegangsportaaltjes onder zadeldak. Twee achthoekig uitgebouwde paviljoenen onder kegelvormig dak vormen de overgang naar de schuin ingeplante rechthoekige vleugels met uitspringende centrale topgevel en rechter, later toegevoegde gebouwen die de gebogen rooilijn volgen. De gebouwen zijn van de straat gescheiden door een laag bakstenen muurtje met achthoekige pijlers en ijzeren hekken.

Gevelordonnantie met horizontale registerindeling, vensternissen met drielichten met arduinen deelzuiltjes en hoekblokken, de afwerking van gootlijsten, schouwen en ventilatiekokers, en van de dakbekroning sluiten aan bij de overige instituten.


Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nb Zuid-West, Brussel - Gent.
Auteurs:  Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Klinisch en Poliklinisch Instituut [online], https://id.erfgoed.net/teksten/20019 (geraadpleegd op ).