Site Hill 60 (Zillebeke - WOI)

Tekst van Gedenksite Hill 60 (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/201174)

De site Hill 60 is gelegen tegenover het museum Hill 60, Zwarteleenstraat 40, vlak naast de spoorweg Ieper-Komen, op zo’n 1200m ten zuidoosten van Zillebeke. Vanaf de heuvel is er een mooi panoramazicht op Ieper en omgeving. Op en rond de heuvel, bestaande uit origineel oorlogslandschap met loopgravenstructuren, mijnkraters en diverse betonconstructies, werden diverse gedenktekens geplaatst: het gedenkteken voor de "Queen Victoria Rifles" bovenaan de heuvel, de witte gedenksteen voor de opeenvolgende troepenbewegingen voor de heuvel. Rechts van de heuvel het gedenkteken voor de "1st Australian Tunnelling Company", op de parking ernaast het gedenkteken voor de "14th Light Division". Naast dit monument staat nog een kleine gedenksteen voor 2 slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog.

Historische achtergrond

De heuvel door de omwonenden 'Vrijersberg' geheten en die sinds de Eerste Wereldoorlog algemeen bekend geworden is als 'Hill 60' (60 verwijst naar de hoogtelijn) ontstond tijdens de graafwerkzaamheden voor de aanleg van de spoorlijn Ieper-Komen. 'Hill 60' was aan het begin van de oorlog strategisch eigenlijk niet zo belangrijk, totdat bleek dat de heuvel een ideale uitkijkpost vormde voor de Duitsers, vanwaar ze de Britse stellingen richting Ieper konden observeren. Vandaar dat er tijdens de volgende oorlogsjaren zwaar gevochten werd om deze heuvel.

De heuvel werd op 10 december 1914 door de Duitse 39ste divisie veroverd op het Franse 'XVIème Corps d’Armée'. Op 17 april 1915 veroverde de Britse 5de divisie de heuvel, nadat ze 5 ondergrondse mijnen onder de Duitse stellingen tot ontploffing gebracht hadden. Nauwelijks 3 weken later, op 5 mei 1915, heroverde het Duitse XV Korps de Britse stellingen, waarbij gifgas werd gebruikt (een eerdere Duitse gasaanval op 1 mei was mislukt). De heuvel zou in Duitse handen blijven tot juni 1917. De Duitsers bouwden er stellingen en versterkingen uit, terwijl de ondergrondse oorlogsvoering onverminderd doorging. Na de Mijnenslag (7 juni 1917), met de ontploffing van 2 mijnen onder Hill 60 en de Caterpillar, kwam de heuvel opnieuw in geallieerde handen. Eind april 1918 wisselde de heuvel opnieuw van bezetter (Duitse Lente-Offensief). Tenslotte zou Hill 60 op 28 september 1918 definitief veroverd worden door de 35ste divisie, met de hulp van de 14de divisie aan haar rechterflank.

Hill 60, één van de meest bevochten plaatsen uit de Ieper, is niet alleen de plaats waar voor het eerst gifgas tegen de Britse troepen zou gebruikt zijn (mei 1915), de heuvel is vooral berucht geworden wegens de ondergrondse oorlogsvoering. De eerste grootscheepse 'mijnenslag' op Hill 60 was de ontploffing van de 5 mijnen op 17 april 1915, gevolgd door enkele dagen van zware gevechten. Tengevolge van de explosies zouden zo’n 150 Duitsers en 2 Britse 'Royal Engineers' omgekomen zijn. Hill 60 en 'Caterpillar' zouden het noordelijk sluitstuk worden van de Mijnenslag van 7 juni 1917. De voorbereidingen voor het plaatsen van de mijnen onder de beide heuvels begonnen in augustus 1915. De mijnladingen waren uiteindelijk geplaatst op 18 oktober 1916. Het was nu zaak om de mijnen te beschermen tegen Duitse tegenreacties. Duitse pogingen om de mijnladingen te vernietigen, konden slechts op het nippertje vermeden worden. De ontploffing van de mijnen onder Hill 60 en de Caterpillar, op 7 juni 1917, om 3.10u in de morgen, kwam maar net op tijd en zou het leven gekost hebben aan 687 mannen van de 204de Duitse divisie.

Het graven van tunnels en plaatsen van mijnen was allesbehalve een plezante job. De heuvel, ontstaan bij het uitgraven van de spoorwegbedding, bestond uit een mengelmoes van vast en los zand en klei, een ware nachtmerrie voor mijnwerkers. Niet alleen was het een bijzonder harde labeur in de smalle tunnels en schachten, het gevaar voor instortingen, ondergrondse gevechten, vijandelijke tegenmijnen of gas was heel reëel. De mijnwerkers waren bovendien genoodzaakt om in de grootste stilte te werken, want de vijand luisterde genadeloos mee. Er speelde zich een dodelijk kat en muisspel af in de ondergrond. De site van Hill 60 is uiteindelijk de begraafplaats geworden van honderden Britten en Duitsers, die het slachtoffer werden van deze ondergrondse oorlog.

In het interbellum was Hill 60 – de heuvel was gekocht door een oorlogsveteraan - één van de meest populaire toeristische attracties in de streek. De loopgraven, bunkers en schuilplaatsen waren toegankelijk voor het publiek. Er werden allerlei oorlogssouvenirs (vaak van twijfelachtige oorsprong) verkocht en de plek werd opgesmukt met weinig authentiek oorlogsmateriaal en nieuw aangelegde loopgraven.

Vooral voor oorlogsveteranen had de site een belangrijke symbolische waarde, gezien ze het graf geworden is van honderden Franse, Duitse en Britse kameraden. Geregeld zou het as van overleden veteranen in de na-oorlogse jaren over de heuvel uitgestrooid zijn door familie en vrienden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de site geviseerd door de Duitse bezettingsmacht, waarbij onder meer het gedenkteken voor de Queen Victoria Rifles zwaar beschadigd werd. Nu valt de site onder het beheer van de Commonwealth War Graves Commission. De kleine en grote kraters en loopgravenstructuren onder het gras zijn grotendeels nog duidelijk af te lezen, terwijl hier en daar ook nog (restanten van) bunkers of schuilplaatsen zichtbaar zijn.

Beschrijving

Site rondom een heuvel, bestaande uit origineel oorlogslandschap waar de kleine en grote kraters nog steeds in het landschap af te lezen zijn, terwijl hier en daar nog (restanten van) bunkers en schuilplaatsen zichtbaar zijn. Op de top van de heuvel een gedenkteken voor de Queen Victoria Rifles. Rondom de site, waarop nu schapen grazen, is een omheining. Voor en rechts naast de site zijn nog diverse gedenktekens en informatieborden.

  • CAVE N., LAMPAERT R. 1999: Hill 60, (vertaling) Uitgeverij De Krijger, (Slagveld België, 2), Erpe.
  • COOMBS R. 2001: Before endeavour fades. A guide to the battlefields of the First World War, London, Battle of Britain International Ltd.
  • MEIRE J. 2003: De stilte van de Salient. De herinnering aan de Eerste Wereldoorlog rond Ieper, Tielt.

Bron: DECOODT H. & BOGAERT N. 2002-2005: Inventarisatie van het Wereldoorlogerfgoed in de Westhoek, project in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, “Oorlog en Vrede in de Westhoek”, en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen.
Auteurs:  Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Gedenksite Hill 60 [online], https://id.erfgoed.net/teksten/196252 (geraadpleegd op ).