Gedenkkapel Gebroeders Van Raemdonck & Fiévez (Zuidschote - WOI)

Tekst van Gedenkteken voor de Gebroeders Van Raemdonck en Amé Fiévez (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/44056)

Locatie

Gelegen langs de dijk van het Kanaal Ieper-IJzer, op circa 1 km ten noordwesten van Steenstratebrug. Omgeving bestaat uit weiland.

Historische achtergrond

Dit monument werd opgetrokken met betonnen brokstukken afkomstig van het Duitse steunpunt “Stampkot”. De twee grote kruisen raken elkaars armen. Zij symboliseren de gebroeders Van Raemdonck. Het gedenkteken werd ontworpen door Karel de Bondt, kunstschilder uit Afsnee-aan-de Leie, die ook de toegangsdeur van de eerste (gedynamiteerde) IJzertoren ontwierp. Zijn broer Jan de Bondt voerde de werken uit.

Edward en Frans Van Raemdonck, resp. geboren in 1895 en 1897, waren 2 broers uit Temse die lid waren van de katholieke Vlaamse studentenvereniging “Temsche Voorwaarts” en die zich bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog als oorlogsvrijwilligers hadden aangemeld. Eind 1916, tijdens de loopgravenoorlog, werden beide broers lid van de Vlaamse studiekringen en begonnen ze mee te werken aan het frontblaadje “Onze Temschenaars”. In de nacht van 25 op 26 maart 1917 voerde het 24ste Linieregiment (met onder andere de broers) een raid uit op de Duitse stellingen nabij het Stampkot (ten noordoosten van Steenstrate). Het verhaal wil dat Frans na de aanval niet kwam opdagen, waarop Edward zijn broer in het niemandsland ging zoeken. Geen van beide keerde nog terug. 18 dagen later werden de lijken van de broers ontdekt, tesamen met het lijk van de Waal Fiévez. Omdat de lichamen al te zeer ontbonden waren, besloot men ze ter plekke te begraven, wat de volgende nacht gebeurde. In september 1917, toen het terrein heroverd werd door de Belgen, werden de stoffelijke resten verzameld en herbegraven. In september 1918 plaatsten makkers van het 24ste linieregiment een stenen kruis in de vorm van een boom met afgehouwen takken op de rustplaats.

Volgens de traditionele, flamingantische versie stierven de broers in elkaar armen. Dit werd o.m. zo vastgelegd in de pentekening “Broederliefde” van Joe English. Andere versies spreken dit echter tegen: Frans zou in de armen van de Waal Fiévez gestorven zijn, maar omwille van de sterk symbolische waarde van de broederliefde, zou dit stilgehouden zijn. Frans en Edward Van Raemdonck raakten algauw één van de symbolen voor de Vlaamse strijd aan de Ijzer (Ijzersymbool). Hun neef Clemens de Landtsheer slaagde erin de “Tweede Bedevaart naar de Graven van de Ijzer”, op zondag 18 september 1921, te organiseren bij de plaats waar de broers teruggevonden waren.

In 1924 werden de stoffelijke resten van de broers Van Raemdonck en Fiévez overgebracht naar de Belgische militaire begraafplaats van West-Vleteren. De kist werd bijgezet onder de middelste van de 3 officiële grafzerken. Op 21 augustus 1932 werd hun kist bijgezet in de crypte van de Ijzertoren, tijdens de 13de Ijzerbedevaart, samen met de stoffelijke overschotten van andere Ijzersymbolen. Een jaar later, op zaterdag 19 augustus 1933, daags voor de 14de Ijzerbedevaart, werd het huidig monument onthuld op de plaats waar jarenlang het stenen kruis van het 24ste linieregiment gestaan had. Op zondag 28 juni 1987 werd aan het monument een gedenkplaat ter ere van Clemens de Landtsheer, neef van de 2 broers, onthuld.

In 2003 werd de weide naast het monument opgekocht door de vzw de Ijzerwake. Sedert 2002 organiseert deze radicale afscheuring van het Ijzerbedevaartscomité in de week voor de Ijzerbedevaart in Diksmuide een Ijzerwake bij het monument voor de Gebroeders Van Raemdonck.

Beschrijving

Gebouwtje in weide, afgezet met betonnen zuiltjes en ijzeren staven. Het gedenkteken heeft een veelhoekige plattegrond gedeeltelijk uit betonblokken opgebouwd, dat vooraan op een hoek eindigt en gedeeltelijk afgeplat is. De bedaking bestaat uit vier overkragende betonlagen. Links en rechts op de zijden zijn twee monumentale kruisen uit groengrijze natuursteen en baksteen opgericht, die boven het gebouw uitsteken. Links en rechts zijn eveneens de uitgangen van een korte gang.

Op de voorste hoek ingewerkt tussen vier ijzeren staven de letters 'AVV VVK', onderaan op twee treden staat een rechthoekige hardstenen tekstplaat met witte letters: '26 Maart 1917. Hier sneuvelden in elkaars armen na een nachtaanval op het stampkot de gebroeders oorlogsvrijwilligers Edward en Frans Van Raemdonck uit Temsche beiden sergeant in de 6e komp. 24 linie.', 'En als ik val. Dan eerst voor Vlaanderen (Frans)' 'Hier sneuvelde nog rond hetzelfde uur soldaat Aimé Fiévez. 6° komp. 24 linie. uit Calonne'; op de achterkant is ook een hardstenen gedenkplaat ingemetseld, omlijst door gele baksteen. 'Dit gedenkteeken werd opgebouwd met de betonblokken van de op 26 maart 1917 bestormde Duitsche stampkotstellingen', witte letters.

Een donkere hardstenen gedenkplaat met vergulde letters: "Aan Clemens de Landtsheer (1894-1984) Pionier van de IJzerbedevaarten. Gemeentebestuur Temse - Stadsbestuur Ieper - IJzerbedevaartcomité. 1987".

H. 460 cm x Br. 610 cm x D. 457 cm Br. 885 cm x D. 2750 cm (omheining)

Ontwerp: Karel de Bondt, Afsnee a/d Leie

  • BACCARNE R., STEEN J. 1975: Boezinge na 1914-1918, Wervik, Drukkerij - Uitgeverij Almar P.V.B.A.
  • DE SCHRYVER Reginald (ed.) 1998: Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse beweging, Tielt, Lannoo.
  • JACOBS M. 1996: Zij, die vielen als helden... Inventaris van de oorlogsgedenktekens van de twee wereldoorlogen in West-Vlaanderen, Deel 2, Brugge.
  • Wereldoorlog I in de Westhoek [online] http://www.wo1.be

Bron: DECOODT H. & BOGAERT N. 2002-2005: Inventarisatie van het Wereldoorlogerfgoed in de Westhoek, project in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, “Oorlog en Vrede in de Westhoek”, en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen.
Auteurs:  Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Gedenkteken voor de Gebroeders Van Raemdonck en Amé Fiévez [online], https://id.erfgoed.net/teksten/196237 (geraadpleegd op ).