Gedenkmuur militaire en burgerlijke doden (Ieper - WOI-WOII)

Tekst van Stedelijk oorlogsgedenkteken (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/30292)

Locatie

Tegen de huisgevel van Boterstraat 2/4, aan de kant van de J. Coomansstraat, in het centrum van Ieper ten westen van de Lakenhallen, staat de gedenkmuur ter herinnering aan de militaire en burgerlijke slachtoffers van de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. Links ernaast hangt een gedenkplaat ter herinnering aan de 13th B.F.A.

Historische achtergrond

Het gedenkteken werd ontworpen door architect J. Coomans en werd onthuld op 27 juni 1926 met niet minder dan vijf redevoeringen, waarvan twee in het Frans en de uitvoering van een gelegenheidscantate, een werk van de directeur van de stedelijke muziekschool.

Deze plechtigheid gaf aanleiding tot de zogenaamde 'Ieperse Furie', waarbij de V.O.S. (Vlaamse Oud-Strijders) naar het voorbeeld van wat zich op 13 mei te Poperinge voordeed, de plechtigheid kwam verstoren, spijts het uitdrukkelijke verbod van de burgemeester van 25 juni 1926, onder meer door in een afzonderlijke groep op te trekken naar het monument, wat hen door de bereden rijkswacht hardhandig belet werd. Na de officiële plechtigheid slaagde de V.O.S. er toch in met een 1.200 man naar het monument op te trekken waar zij een afzonderlijke plechtigheid organiseerden met een toespraak door volksvertegenwoordiger Jeroom Leuridan. Opnieuw dreef de bereden rijkswacht met de blote sabel de menigte uiteen. Er ontstond paniek en er vielen gewonden.

Het brutale optreden van de rijkswacht werd in de Vlaamse pers achteraf heftig gehekeld. E. Butaye zou er ook een parlementaire vraag over gesteld hebben.

Het was de bedoeling dat het oorlogsmonument een plaats kreeg onder de arcade waarboven een neogotische variant van het Nieuwerck (op de Grote Markt) zou opgetrokken worden. Deze 'loggia' zou dan ook andere gedenkplaten en beeldhouwwerken ter herinnering aan de oorlog herbergen. Uiteindelijk kwam er maar 1 gedenkplaat, nl. voor het '7/13th Belgian Field Artillery'. Omdat geldgebrek de realisatie van het gebouw boven de arcade belette, bood de stad in 1926 de plannen aan aan de toen nog 'Imperial War Graves Commission' (de vroegere 'Commonwealth War Graves Commission'), zodat zij er hun kantoren konden bouwen. Deze Britse instelling weigerde echter, omdat ze dacht dat het onwaarschijnlijk was dat ze ooit een permanent kantoor in Ieper zou hebben.

Op het gedenkteken is de naam van een kloosterlinge vermeld, nl. zuster Juliana, alias Eufrasie Vanneste, die aanvankelijk samen met de 'Friends Ambulance' de Ieperse zieken verzorgd had en in 1915 naar Poperinge uitweek om er de typhuslijders te verzorgen. Daar kwam zij om in een bombardement, begin 1916. Zij ligt nu begraven op 'Poperinge New Military Cemetery'.

Beschrijving

Alternatieve naam: Ieperse Furie.

Sterk architecturaal uitgewerkte hardstenen muur met blindnissen, opgesteld in een bloemperk en geplaatst tegen een rechte wand. Hij staat op enkele treden en is opgebouwd uit drie rondboogvormige blindnissen met geprofileerde en geblokte omlijsting en onderaan onderbroken door een doorlopende horizontale lijst.

Opzij van deze nissen bevinden zich op geprofileerde sokkels, vier bronzen beelden van soldaten in uniform met het geweer voor zich in rust. Zij worden bekroond met kapitelen met gekrulde acanthusbladeren, die het hoofdgestel dragen.

Onder de kroonlijst, die zelf sterk geprofileerd is, die afwisselend horizontaal en gebogen verloopt en ook in- en uitspringt, loopt een fries met loofwerk en boven de kapitelen bevinden zich lauwerkransen met linten.

Het hoofdgestel wordt boven elk beeld bekroond met een versierde vaas, waaruit een waakvlam ontspringt. In het midden staat in een cartouche het wapenschild van Ieper.

Op de hardstenen platen boven de buitenste nissen staat 'MCMXIV MCMXVIII' en in het midden is een engelenkopje met vleugels gebeeldhouwd. In de middelste nis is een tafereel in hoogreliëf uit brons geplaatst. Het stelt een dode soldaat voor, aanleunend tegen een overwinningsgodin met gespreide vleugels, die een lauwerkroon en een zwaard in de hand houdt met de tekst: 'Pro Patria'.

Links en rechts zitten treurende vrouwen in lange gewaden, met bloemkransen, helm en een zwaard in de handen.

Op de voorgrond ligt een brullende leeuw (rondsculptuur), met verbroken ketens.

In de nissen links en rechts zijn twee bronzen gedenkplaten aangebracht met daarop in vlakreliëf een kruis, versierd met een bloemkrans en gekruiste palmtakken en daaronder de namen van de slachtoffers. Daaronder '1940', kruis, '1945' en de namen van de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog op twee rechthoekige bronzen gedenkplaten. Alle namen zijn alfabetisch gerangschikt.

H. 511 cm x Br. 1783 cm x D. 605 cm

Uitvoering: Verbeyst Fondeur, Bruxelles (gesigneerd); A. Debeule, beeldhouwer

  • DENDOOVEN D., DEWILDE J. 1999: De wederopbouw in Ieper. Een wandeling, Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen, St.-Niklaas.
  • JACOBS M. 1996: Zij, die vielen als helden... Inventaris van de oorlogsgedenktekens van de twee wereldoorlogen in West-Vlaanderen, Deel 2, Brugge.

Bron: DECOODT H. & BOGAERT N. 2002-2005: Inventarisatie van het Wereldoorlogerfgoed in de Westhoek, project in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, “Oorlog en Vrede in de Westhoek”, en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen.
Auteurs:  Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Stedelijk oorlogsgedenkteken [online], https://id.erfgoed.net/teksten/196096 (geraadpleegd op ).