Saint-Charles de Potyze (Ieper - WOI)

Tekst van Franse militaire begraafplaats Saint-Charles de Potyze (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/201072)

Locatie

De Franse militaire begraafplaats 'Saint-Charles de Potyze' is gelegen langs de Zonnebeekseweg, tegenover huisnummer 379, op circa 3km ten noordoosten van het centrum van Ieper. Links vooraan op de begraafplaats staat het calvariekruis. Centraal achteraan staat de obelisk, geflankeerd door de 2 gedenkplaten voor de niet geïdentificeerde doden in het massagraf. De omgeving is lichtjes golvend en deels bebouwd.

Historische achtergrond

Nabij de huidige begraafplaats (aan de Verlorenhoek) bevond zich voor de oorlog een schooltje dat beheerd werd door het Sint-Jozefsinstituut (Ieper). Dit schooltje werd door Franse eenheden gebruikt als medische hulppost, 'Poste de secours de Saint-Charles de Potyze' genaamd. In de aangrenzende tuin werden de doden begraven. Het schooltje en de begraafplaats, die zich een groot deel van de oorlog op de frontlijn bevonden, raakten grotendeels verwoest. Het schooltje werd niet meer heropgebouwd.

Aan het begin van de oorlog werden militairen doorgaans begraven in massagraven van maximum 100 personen, terwijl officieren een apart graf kregen. Maar door de oorlogssituatie werden militairen meer en meer individueel begraven. Aan het front begonnen de soldaten zelf individuele graven aan te leggen en te versieren. Bij medische hulpposten ontstonden kleine begraafplaatsen, waar de militairen, die op verschillende tijdstippen stierven, afzonderlijk begraven werden. Vanaf 29 december 1915 was uiteindelijk een Franse wet van kracht, waarbij het principe van een individueel en eeuwig graf per persoon gold.

Onder druk van de publieke opinie liet de Franse regering in 1920 toe dat de Franse doden gerepatrieerd werden. De Franse staat kwam zelfs gedeeltelijk tussen in de kosten, die dergelijke repatriëring met zich meebracht. De overgebleven lijken werden gegroepeerd op grotere begraafplaatsen en 'ossuaires'. Indien het graf van een familielid ter plaatse bleef, kon de familie eenmaal per jaar op kosten van de staat een pelgrimstocht ondernemen naar het graf.

Daar vele Franse begraafplaatsen door de mogelijkheid tot repatriëring bijna 'leeg' kwamen te staan, of enkel nog onbekenden bevatten, werden de overgebleven graven gehergroepeerd en 'geconcentreerd' in verschillende etappes. Van de vermoedelijk circa 50.000 Franse doden op Belgische bodem, zouden er nu nog op 39 begraafplaatsen een kleine 12.000 in de Westhoek begraven liggen. De grootste 'ossuaire' is die van de Kemmelberg (Heuvelland), de grootste militaire begraafplaats (van België) is 'Saint-Charles de Potyze'. Deze werd officieel ingewijd op 20 november 1922.

Van veel oorspronkelijke graven uit 1914 en 1915, die voornamelijk tijdens de Derde Slag om Ieper vernield raakten en die later teruggevonden werden, kon geen identificatie meer gebeuren: deze stoffelijke resten kwamen terecht in de massagraven. Vanaf 1919 werd de begraafplaats 'Saint-Charles de Potyze' hersteld en werden geïsoleerde graven uit de omliggende slagvelden en kleinere begraafplaatsen toegevoegd. Een groot deel van deze 'geconcentreerde' graven is afkomstig van begraafplaatsen uit de omgeving van Poperinge.

Beschrijving

Vierhoekige begraafplaats met een oppervlakte van 29900 m², deels omgeven door een laag bakstenen muurtje, afgedekt met witte natuursteen. De centrale toegang springt lichtjes in met 2 concaaf gebogen muren en 2 witstenen zuilen, op een vierkante geprofileerde sokkel. Op de hoeken van de sokkel is een band met gestileerde palmetten aangebracht. In het midden hangt telkens een koperen gedenkplaat. Op de linkerzuil staat te lezen: 'Ici reposent les restes glorieux de plus de 4000 soldats français morts au champ d'honneur sur le front des Flandres au cours de la grande guerre 1914-1918'. Op de rechterzuil: 'Hier rusten de roemrijke lijken van meer dan 4000 Franse soldaten gesneuveld op het veld van eer op Vlaandrens front gedurende de grote oorlog 1914-1918'. Op de zuilen bovenaan een doorlopende kroonlijst, eronder een zwaard dat naar beneden gericht is, waarrond zich een lauriertak slingert. Op de linkerzuil staat eronder: 'St Charles de Potyze', rechts: '1914-1918'.

De toegang wordt afgesloten met een tweeledig smeedijzeren hekken. Bij de ingang is een registerkastje en wordt meer informatie verstrekt over de begraafplaats en de beheerders ('Ministère des Anciens Combattants. Direction Interdépartementale des Anciens Combattants'). Links van de toegang staat de 'Calvaire'.

De graven liggen symmetrisch verdeeld in 26 rijen, verspreid over 4 grote en 4 kleinere perken. De meeste graven bestaan uit kruisjes, vervaardigd uit een composietmateriaal met marmerpartikels, behalve 69 islamitische graven, die uit steen vervaardigd zijn en bovenaan met een hoefijzerboog afgerond worden.

Achteraan de begraafplaats staat op een verhoog een obelisk ter herdenking van het 125ste (17de infanteriedivisie), het 32ste infanterieregiment (18de infanteriedivisie) en het 22ste infanterieregiment (28ste infanteriedivisie). Ernaast bevindt zich het massagraf. In de voorbije jaren werden achteraan de begraafplaats graven toegevoegd, die tijdens archeologische opgravingen gevonden werden.

Momenteel zouden er op 'St-Charles de Potyze' 4209 Fransen begraven liggen, waarvan er 762 niet geïdentificeerd konden worden. In het massagraf zouden er ondertussen 616 onbekenden begraven liggen, 7 meer dan vermeld wordt op de gedenkplaten.

  • Mondelinge informatie verkregen van P. Gelfhof (26 april 2005).
  • CHIELENS Piet 2004: The End of a War. Het Einde van een Oorlog, Rondleiding ivm monumenten, op 03/09/2004, in het kader van het colloquium Living with history.
  • DESEYNE A. 1978, De Franse aanwezigheid in de sector Ieper tijdens Wereldoorlog I, Zonneheem VII (speciaal nummer).
  • JACOBS M. s.d.: Notities i.v.m. begraafplaatsen, onuitgegeven nota's.
  • MEUL P. 1998, Les cimetières militaires francais en Flandre Occidentale, Ecole Royale Militaire, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, (Promoteur: Prof. De Vos).

Bron: DECOODT H. & BOGAERT N. 2002-2005: Inventarisatie van het Wereldoorlogerfgoed in de Westhoek, project in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, “Oorlog en Vrede in de Westhoek”, en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen.
Auteurs:  Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Franse militaire begraafplaats Saint-Charles de Potyze [online], https://id.erfgoed.net/teksten/196087 (geraadpleegd op ).