Poperinghe New Military Cemetery (Poperinge - WOI)

Tekst van Poperinghe New Military Cemetery met Frans militair ereperk (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/200949)

Locatie

Gelegen langs de Deken De Bolaan, tegenover de Onze-Vrouwedreef. De begraafplaats bestaat uit een Brits (zuidoostelijk) en een hoofdzakelijk Frans (noordwestelijk) gedeelte, dat op zijn beurt grenst aan de Toc H-straat, waar een klein gedenkteken voor de Toc H-beweging staat.

Historische achtergrond

De eerste Britse doden werden bijgezet op de stedelijke begraafplaats (Poperinghe Communal Cemetery). De Old Military Cemetery werd gebruikt tijdens de Eerste en Tweede Slag bij Ieper en werd begin mei 1915 gesloten. De New Military Cemetery werd vanaf juli 1915 ook door de Britten gebruikt. Deze nieuwe begraafplaats was vanaf 27 april 1915 in gebruik genomen door Franse troepen, die de begraafplaats met ‘Cimetière Militaire No. 2’ aanduidden. Op 5 mei 1915 lagen er al 128 Fransen in 3 rijen begraven. Dit is vooral het gevolg van de Tweede Slag bij Ieper, die toen volop de Ieperboog teisterde. In de periode juli 1915-maart 1916 kwamen er nog 2 Franse en 9 Belgische graven bij. Vanaf juli 1915 werden er ook Britten begraven. Deze begraafplaats groeide aan in 1915 en 1916, maar vooral in 1917. De doden waren afkomstig uit ‘casualty clearing stations’ en vanaf 1916 vooral uit ‘field ambulances’. In de periode april-mei 1918 (Duits Lente-Offensief) werden er 213 Fransen en 26 Britten begraven. Daarna werd de begraafplaats gesloten.

In 1920-'22 lagen er 677 Britten, 343 Fransen en 18 Belgen. In de periode 1922-'27 werd gegroepeerd en gerepatrieerd. Nu liggen er op het Britse gedeelte volgens het huidige register van de Commonwealth War Graves Commission 678 doden, waarvan 675 geïdentificeerde doden (596 uit het Verenigd Koninkrijk, 20 Australiërs, 55 Canadezen, 3 Nieuw-Zeelanders en 1 Duitser) en 3 ongeïdentificeerde Britten. De Chinees die hier begraven ligt, wordt bij de Britse doden meegerekend.

Poperinghe New Military Cemetery houdt het trieste record van het hoogste aantal geëxecuteerden op dezelfde begraafplaats: 17. Alle graven van de terechtgestelde doden liggen in perk II, bijna allemaal ook in chronologische volgorde van links naar rechts. De eerste zijn 2 Canadezen: soldaat James Wilson, een revolterende Ier die op 25 mei deserteerde en ongehoorzaam was op 12 juni 1916 (H2) en soldaat Côme Laliberté, een Franssprekende Quebecois die op 7 juni 1916 geweigerd had in de aanval te gaan (H3). Derde geëxecuteerde is soldaat John Bennett van het ‘1st Hampshires’ (J7) die op 8 augustus 1916 in paniek was weggevlucht tijdens een hevige gasaanval in de Ieperboog. De 6 volgende gevallen hebben alle te maken met 'misdrijven' begaan aan de Somme, de executies werden uitgevoerd in Poperinge: Albert Botfield (F7), Richard Stevenson (H9), Bernard McGeehan (D9), Reginald Tite (F9), William Simmonds (E9) en Eric Skeffington Poole (A11). Onderluitenant Poole was 1 van de 3 Britse officieren die tijdens de Eerste Wereldoorlog werd geëxecuteerd. Hij leed vermoedelijk aan 'shell shock', maar werd op 10 december 1916 op de binnenkoer van het stadhuis van Poperinge terechtgesteld. 1917 bracht meer executies dan ooit te voren: soldaat James Crampton deserteerde in de sector van Ploegsteert (B14), soldaat John Fryer leed waarschijnlijk aan geheugenverlies ten gevolge van zijn bokscarrière en werd aan het stadhuis van Poperinge geëxecuteerd door onder meer mannen uit zijn eigen bataljon (D14), soldaat James Sheriff Michael was bij Arras gaan lopen (H24). De laatste 5 mannen die werden geëxecuteerd te Poperinge en op deze begraafplaats werden begraven, begingen hun misdrijven in de eerste fase van de Derde Slag bij Ieper. Soldaat Joseph Stedman werd veroordeeld wegens lafheid bij Sint-Juliaan (F41) en J.S. Michael werd 2 weken daarvoor gedood (H24). Sergeant John Thomas Wall had zich schuilgehouden in een betonnen schuilplaats in plaats van het bataljon te vervoegen in eerste lijn (F42), soldaat George Everill was herhaaldelijk ongehoorzaam geweest en gaan lopen (F44), Herbert Morris, een 17-jarige zwarte Jamaïcaan uit het British West Indies Regiment, was gaan lopen voor het lawaai van de kanonnen (F45), soldaat Frederick Coutts Gore leed eveneens aan 'shell shock' en was de laatste soldaat die hier geëxecuteerd en begraven werd (J34).

Bij de ingang liggen 9 ‘Coldstream Guards’ begraven. Ze stierven te Poperinge op 11 mei 1916. Ze waren met hun bataljon op rust in Poperinge en oefenden de ochtend van de 11de mei met een nieuw type gasmasker, toen Poperinge beschoten werd. Acht projectielen landden in de stad, waarvan 1 in de portiek waar de gardesoldaten stonden. Negen werden op slag gedood en hun graven liggen hier (Perk I - rij A). Die avond bij het appel ontbrak soldaat William Phillips. Hij werd berecht, ter dood veroordeeld en geëxecuteerd te Wormhoudt op 30 mei. Zijn graf is 1 van de 2 militaire graven op de gemeentelijke begraafplaats. Op het proces werden geen verzachtende omstandigheden ingeroepen; de gebeurtenissen van 11 mei bleven onvermeld. Phillips had vooral een alcoholprobleem en werd 'een slecht element' genoemd.

Het Britse gedeelte van Poperinghe New Military Cemetery werd ontworpen door R. Blomfield (hoofdarchitect) en N.A. Rew (uitvoerend architect).

Op het Franse gedeelte liggen er 274 Franse doden begraven onder Franse grafkruisen en 11 moslimgraven. Daarnaast liggen er nog 2 Belgische vrouwen begraven, evenals 1 Duitse officier.

In de jaren ’20 werden 16 Belgen naar andere begraafplaatsen overgebracht. Van de 130 Fransen van 1915 werden er 25 gerepatrieerd, de anderen 105 kregen hier een andere plaats (rij G of tussen anderen). Van de 213 andere Franse doden uit 1918 bleven er 136 in de rijen A tot E over. Ondertussen werden hier Franse lijken aangebracht, meestal van Poperinghe Old Military Cemetery. Die 33 Fransen liggen in rij F (23 graven) en op de vrijgekomen plaatsen in de rijen A-E. Daardoor kunnen we in die rijen weinig opeenvolgende sterfdatums vinden. Vandaag liggen hier 25 Franse doden van november-december 1914, 1 andere uit 1914, 112 doden van april-mei 1915 (Tweede Slag bij Ieper), 136 doden van april-mei 1918 (Duits Lente-Offensief). De Duitse officier Cäsar Ohse (E1) stierf op 20 mei 1918 en was waarschijnlijk een gewonde krijgsgevangene.

Hier liggen 2 Belgische religieuze vrouwen: Euphrasia Vanneste - zuster Juliana - stierf op 51-jarige leeftijd, op 14 juli 1917. Ze werkte als verpleegster in het Elisabeth-hospitaal en werd dodelijk getroffen door een Duits projectiel. Het tweede graf is dit van zuster Martha Declercq, waarschijnlijk eveneens een verpleegster. Ook zij stierf op 14 juli 1917.

Beschrijving

Begraafplaats met een langwerpig, bijna driehoekig grondplan, bestaande uit een Brits gedeelte (zuidoostelijk) en een Frans gedeelte (noordwestelijk). Het geheel is deels omheind door een grijsgroene natuurstenen muur, afgedekt met witte natuursteen. Aan straatzijde wordt de begraafplaats met een haag van meidoorn afgebakend.

Centraal vooraan op het Brits gedeelte staat het ‘Cross of Sacrifice’ (type A), geflankeerd door 2 houten poortjes en 2 vierkante paviljoentjes uit witte natuurstenen blokken, met een tentdak dat trapsgewijs versmalt. Bij de toegang is het registerkastje terug te vinden, de metalen informatieplaat en de landplaten zijn in de schuilgebouwtjes ondergebracht. De ‘Stone of Remembrance’ staat centraal tegen de zuidoostelijke muur. In de oostelijke hoek staat een dienstgebouw. De graven op het Brits gedeelte liggen verspreid over 2 perken. De Chinees ligt vlakbij het dienstgebouw. Het geheel wordt getooid met bloemperken, struiken en eiken.

Het Frans-Belgisch gedeelte is bereikbaar vanaf de Britse begraafplaats ofwel via een apart toegangshekken in de westelijke hoek. De 274 doden liggen allemaal onder Franse grafkruisen begraven, behalve 11 moslims, die onder een grafsteen met hoefijzerboog begraven liggen. Daarnaast liggen er nog 2 Belgische vrouwen, onder een gelijkaardig grafkruis als de Fransen begraven, maar met Belgische vlag, evenals 1 Duitse officier onder een rechthoekige grafsteen. Op dit gedeelte van de begraafplaats zijn geen bomen aangeplant. Het grasveld wordt getooid met bloemperken en struiken.

  • Informatie van de Commonwealth War Graves Commission (oude en nieuwe registers, informatieborden, website).
  • CHIELENS P. & PUTKOWSKI J. 2000: Unquiet graves. Execution sites of the First World War in Flanders, London.
  • COUTIGNY N. 1997: Belgische vrouw begraven op het New Military Cemetery te Poperinge, Aan de Schreve XXVII.3, 77-84.
  • DEPOORTER C., COSSEY S. & TILLIE W. 1999: 1914-1918 De oorlog achter het front, Poperinge.
  • SCOTT M. 1992: The Ypres Salient. A guide to the cemeteries and memorials of the Salient, Norwich-Norfolk.
  • Informatie i.v.m. Poperinghe New Military Cemetery verzameld door Roger Verbeke.

Bron: DECOODT H. & BOGAERT N. 2002-2005: Inventarisatie van het Wereldoorlogerfgoed in de Westhoek, project in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, “Oorlog en Vrede in de Westhoek”, en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen.
Auteurs:  Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Poperinghe New Military Cemetery met Frans militair ereperk [online], https://id.erfgoed.net/teksten/195909 (geraadpleegd op ).