Hedge Row Trench Cemetery (Zillebeke - WOI)

Tekst van Hedge Row Trench Cemetery (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/201173)

Locatie

Toponiem: Palingbeek.

Gelegen in het noordwestelijk deel van het provinciedomein De Palingbeek, ten westen van het Molenbos en ten noorden van de kanaalbedding Ieper-Komen. Te bereiken via graspad, die uitkomt op de Verbrandemolenstraat. In de onmiddellijke omgeving zijn nog 2 begraafplaatsen, namelijk Woods Cemetery en 1st D.C.L.I. Cemetery (The Bluff). Rondom rond de begraafplaats zijn zilverberken in cirkelvorm aangeplant. De begraafplaats bevindt zich op een heuvelrug, met uitzicht op de torens van Ieper.

Historische achtergrond

'Hedge Row Trench Cemetery' is genoemd naar een Britse loopgraaf die hier tijdens de Eerste Wereldoorlog aangelegd was. Deze was op zijn beurt genoemd naar een nabijgelegen boerderij die 'Hagereke' heette ('Hage-reke'; 'hagen-rij'). De begraafplaats werd vroeger soms aangeduid als 'Ravine Wood Cemetery', verwijzend naar het Molenbos ('Ravine Wood') dat toen nog groter was dan nu. Op 24 maart 1915 werd de eerste dode er begraven, de laatste op 18 september 1917. In april 1918 werd dit terrein veroverd door de Duitsers (tijdens de Slag om Kemmel), op 28 september 1918 heroverd door de Britten. De graven raakten echter danig beschadigd door de beschietingen dat ze individueel niet meer te onderscheiden waren. Vandaar dat in de na-oorlogse jaren 'special memorials' werden geplaatst voor de vernielde graven op de begraafplaats. Op vraag van de 'Commonwealth War Graves Commission', de Britse instantie die instaat voor het onderhoud van de Britse begraafplaatsen, werden de zilverberken in de omgeving aangeplant in cirkelvorm, als symbool voor een mijnkrater. De begraafplaats bevindt zich namelijk vlakbij 'The Bluff', een gebied waar heel veel ondergrondse mijnen tot ontploffing werden gebracht en de ondergrondse oorlogsvoering heel wat slachtoffers eiste aan beide kanten.

Het gebied van 'The Bluff' zou tijdens WOI vooral de plaats worden waar talrijke militairen het leven lieten door de ondergrondse oorlogsvoering. Beide kampen probeerden elkaar uit te schakelen via het plaatsen van ondergrondse mijnen onder de vijandelijke stellingen. In de ondergrond speelde zich jarenlang een dodelijk kat en muis-spel af, waarbij de oevers van het kanaal regelmatig van bezetter wisselde.

In november 1915 slaagden de Duitsers er een eerste keer in om een zware mijn tot ontploffing te brengen onder de Britse linies, op 22 januari 1916 brachten ze een reeks mijnen tot ontploffing, waarbij de flank van 'The Bluff' werd opengereten. De Britse loopgraven en de reeds uitgegraven tunnel liepen zware schade op. Bij een grote mijnexplosie op 14 februari 1916 konden het Duitse 124ste en later het Duitse 123ste infanterieregiment alle Britse schachten innemen. Honderden soldaten verloren hierbij het leven.

Op 2 maart 1916 startte de Britse 17de divisie met een bovengrondse tegenaanval, waarbij de '2nd Suffolks', '8th Royal Lancasters' en '1st Gordon Highlanders' het grootste deel van de Duitse stellingen van 'Die kleine Bastion' konden innemen.

Op 25 juli 1916 werden de vooruitgeschoven Britse linies opgeblazen, maar de Britten, die vermoed hadden dat de Duitsers dan zouden terugslaan, hadden hun voorlinies nauwelijks bemand achtergelaten.

Met de Mijnenslag van 7 juni 1917 slaagden de Britten erin het gebied rond 'The Bluff' te ontzetten, maar tijdens het Duits Lente-Offensief (voorjaar 1918) viel het territorium opnieuw in Duitse handen. Op 28 september 1918 kon het terrein rond 'The Bluff' finaal door de '14th Light Division' ingenomen worden.

Tussen deze grotere slagen gebeurtenissen door werden door beide kampen volop schachten en ondergrondse gangen uitgegraven en verstevigd, terwijl de vijandelijke ondergrondse activiteiten werden afgeluisterd en gesaboteerd.

Beschrijving

Alternatieve naam: Ravine Wood Cemetery

Begraafplaats met bijna vierkant grondplan (27 x 25m of 675m2), ontworpen door J.R. Truelove. De begraafplaats wordt omgeven door een bakstenen muur, die afgedekt is met witsteen. Aan de toegang is een smeedijzeren hekken, geflankeerd door 2 bakstenen zuilen, met bovenaan een witstenen gedeelte. Hierin is de drietalige tekst van de landplaten gegrift evenals "Hedge Row Trench 1915-1917". Het registerkastje bevindt zich in 1 van de toegangszuilen. Bij de toegang bevindt zich eveneens een oude CWGC-plaat.

De graven zijn allen 'special memorials', dit wil zeggen dat de exacte locatie van de menselijke restanten na de oorlog niet meer konden teruggevonden worden. Een deel is opgesteld in een cirkel rondom de 'Cross of Sacrifice' (van het kleinste type A1), die centraal op de begraafplaats staat. De andere gedenkstenen staan evenwijdig met de muren van de begraafplaats. In het totaal zijn hier 96 Britten (waarvan 2 niet geïdentificeerd) en 2 Canadezen begraven.

Op de 4 hoeken van de begraafplaats staan groepjes zilverberken.

  • Bezoekersinformatie Commonwealth War Graves Commission (nieuwe en oude registers).
  • LAMPAERT Roger 2000: De Mijnenoorlog in Vlaanderen, Erpe, Uitgeverij De Krijger.
  • SCOTT Michael 1992: The Ypres Salient. A guide to the cemeteries and memorials of the Salient, Norwich-Norfolk.
  • VERBEKE R. s.d.: Onuitgegeven nota's.

Bron: DECOODT H. & BOGAERT N. 2002-2005: Inventarisatie van het Wereldoorlogerfgoed in de Westhoek, project in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, “Oorlog en Vrede in de Westhoek”, en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen.
Auteurs:  Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hedge Row Trench Cemetery [online], https://id.erfgoed.net/teksten/195901 (geraadpleegd op ).