1st D.C.L.I. Cemetery, The Bluff (Zillebeke - WOI)

Tekst van 1st D.C.L.I. Cemetery, The Bluff (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/201172)

Locatie

Gelegen op een heuvelrug in het noordwesten deel van het provinciedomein De Palingbeek, ten noorden van het kanaal Ieper-Komen en ten westen van het Molenbos. In de onmiddellijke omgeving zijn nog 2 militaire begraafplaatsen: Hedge Row Trench Cemetery en Woods Cemetery. Te bereiken via graspad die uitkomt op de Verbrandemolenstraat. De begraafplaats bevindt zich op een heuvelrug, met aangelegde perken met zilverberken en met uitzicht op de torens van Ieper.

Historische achtergrond

'1st D.C.L.I.' staat voor '1st Duke of Cornwall's Light Infantry', een eenheid die hier in hevige gevechten betrokken raakte in het voorjaar van 1915. Van de 76 graven behoren er 51 tot de '1st D.C.L.I.', vandaar de naamgeving. Na de oorlog werden nog 23 graven overgebracht van kleinere begraafplaatsen uit de omgeving. Zij liggen begraven in rij D. Alle doden stierven tussen april en juli 1915.

De begraafplaats ligt slechts enkele honderden meters verwijderd van 'The Bluff', een plaats binnen het provinciaal domein waar het kraterlandschap vandaag de dag nog steeds getuigt van de vreselijke oorlogstaferelen die zich daar hebben afgespeeld. Langs beide kanten van het kanaal Ieper-Komen hadden de Britse 'Engineers' en Duitse 'Pioniere' stellingen uitgebouwd in de hoger gelegen oevers (nauwelijks 40m van mekaar verwijderd). De Britse stellingen waren bijna 10m hoger gelegen dan de Duitse stellingen, wat strategisch natuurlijk bijzonder belangrijk was. De Britten noemden deze oever 'The Bluff' ('bluff' is Engels voor 'steile oever'), de Duitsers spraken van 'Die grosse Bastion' (tegenover 'Die kleine Bastion' voor hun eigen stellingen).

Het gebied van 'The Bluff' zou tijdens WOI vooral de plaats worden waar talrijke militairen het leven lieten door de ondergrondse oorlogsvoering. Beide kampen probeerden elkaar uit te schakelen via het plaatsen van ondergrondse mijnen onder de vijandelijke stellingen. In de ondergrond speelde zich jarenlang een dodelijk kat en muis-spel af, waarbij de oevers van het kanaal regelmatig van bezetter wisselde.

In november 1915 slaagden de Duitsers er een eerste keer in om een zware mijn tot ontploffing te brengen onder de Britse linies, op 22 januari 1916 brachten ze een reeks mijnen tot ontploffing, waarbij de flank van 'The Bluff' werd opengereten. De Britse loopgraven en de reeds uitgegraven tunnel liepen zware schade op. Bij een grote mijnexplosie op 14 februari 1916 konden het Duitse 124ste en later het Duitse 123ste infanterieregiment alle Britse schachten innemen. Honderden soldaten verloren hierbij het leven.

Op 2 maart 1916 startte de Britse 17de divisie met een bovengrondse tegenaanval, waarbij de '2nd Suffolks', '8th Royal Lancasters' en '1st Gordon Highlanders' het grootste deel van de Duitse stellingen van 'Die kleine Bastion' konden innemen.

Op 25 juli 1916 werden de vooruitgeschoven Britse linies opgeblazen, maar de Britten, die vermoed hadden dat de Duitsers dan zouden terugslaan, hadden hun voorlinies nauwelijks bemand achtergelaten.

Met de Mijnenslag van 7 juni 1917 slaagden de Britten erin het gebied rond 'The Bluff' te ontzetten, maar tijdens het Duits Lente-Offensief (voorjaar 1918) viel het territorium opnieuw in Duitse handen. Op 28 september 1918 kon het terrein rond 'The Bluff' finaal door de '14th Light Division' ingenomen worden.

Tussen deze grotere gebeurtenissen door vonden ook kleinere 'slagen' plaats. En voortdurend werden door beide kampen koortsachtig schachten en ondergrondse gangen uitgegraven en verstevigd, terwijl de vijandelijke ondergrondse activiteiten werden afgeluisterd en gesaboteerd.

Beschrijving

Kleine, rechthoekige begraafplaats (circa 470cm²), ontworpen door J.R. Truelove. Het licht heuvelachtig terrein van de begraafplaats wordt omgeven door een bakstenen muur, afgedekt met witte natuursteen, die de helling van het terrein volgt. Het smeedijzeren toegangshekken wordt geflankeerd door 2 bakstenen zuilen met bovenaan een witstenen gedeelte, waarop te lezen staat "1st D.C.L.I. Cemetery The Bluff 1915". De teksten van de landplaten zijn eveneens terug te vinden op deze zuilen. De 'Cross of Sacrifice', die van het kleinste type is (A1), staat centraal achteraan op de begraafplaats.

De meeste graven zijn naar het Z (richting Cross) gericht. Op '1st D.C.L.I. Cemetery The Bluff' liggen 76 Britten begraven, waarvan er 15 niet geïdentificeerd konden worden. Van 2 doden wordt aangenomen ("believed") dat ze op de begraafplaats begraven liggen.

  • Bezoekersinformatie Commonwealth War Graves Commission (nieuwe en oude registers).
  • LAMPAERT Roger 2000: De Mijnenoorlog in Vlaanderen, Erpe, Uitgeverij De Krijger.
  • SCOTT Michael 1992: The Ypres Salient. A guide to the cemeteries and memorials of the Salient, Norwich-Norfolk.

Bron: DECOODT H. & BOGAERT N. 2002-2005: Inventarisatie van het Wereldoorlogerfgoed in de Westhoek, project in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, “Oorlog en Vrede in de Westhoek”, en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen.
Auteurs:  Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: 1st D.C.L.I. Cemetery, The Bluff [online], https://id.erfgoed.net/teksten/195899 (geraadpleegd op ).