Ensemble van twee burgerhuizen in beaux-artsstijl

Tekst van Ensemble van twee burgerhuizen in beaux-artsstijl (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7705)

Ensemble van twee voorname burgerhuizen in beaux-artsstijl, gelijktijdig gebouwd naar ontwerpen door de architecten Jean Baptiste en Emile Vereecken uit 1902. Opdrachtgever van het nummer 94 was Gustav Adolph Davidis, van het nummer 96 Léon Le Blon. Beide hotels zijn sterk verwant met het hotel Fromm uit 1904 in de Molenstraat, en de dokterswoning De Deken uit 1908 aan het Falconplein.

Gustav Adolph Davidis (Essen, 1847-Antwerpen, 1917) had zich in 1873 vanuit het Duitse Duisburg in Antwerpen gevestigd. Hij huwde met Louise Friederike Anna Schulte (Düsseldorf, 1859-Antwerpen, 1917), met wie hij drie zonen en een dochter kreeg geboren tussen 1882 en 1892. Met zijn broer Eugène richtte hij in 1874 een handelsfirma op in petroleum en vetten, E. & A. Davidis, en klom zo op tot een vooraanstaand, welgesteld lid van de Duitse kolonie. Davidis zetelde in de Verwaltungsrat van de Zweite Deutsche Evangelische Gemeinde zu Antwerpen, gevestigd in de verdwenen Christuskirche in de Bexstraat.

De ingenieur Léon Le Blon had al in 1897 beroep gedaan op het architectenbureau Vereecken en zoon voor de bouw van een geheel van gekoppelde burgerhuizen in eclectische stijl in de Isabellalei, en in 1900 voor hotel in art-nouveaustijl op het aanpalende perceel. In 1903 volgde een vandaag verdwenen ensemble van twee burgerhuizen in de Lange Leemstraat.

De hotels Davidis-Schulte en Le Blon behoren tot het latere oeuvre van Jean Baptiste Vereecken, die van 1893 tot 1906 met zijn zoon Emile geassocieerd was. Vanaf midden jaren 1860 bouwde hij een succesvolle carrière uit in dienst van de belangrijkste Antwerpse makelaars- en bankiersfamilies, zoals Havenith, Grisar, Pecher, Bunge, Meeûs, Kreglinger, Good en Nottebohm. Vader Vereecken ontwierp talrijke voorname herenhuizen op de meest prestigieuze locaties van Antwerpen en Berchem zoals het Stadspark en het Prins Albertpark, naast grote aantallen burgerhuizen in nieuwe wijken als het Zuid, onder meer ook voor eigen rekening. Daarbij bleef hij trouw aan een conventioneel eclecticisme van neoclassicistische inspiratie. Vanaf midden jaren 1890 evolueerde de architectuurproductie van het bureau Vereecken, mogelijk onder invloed van zoon Emile, naar een rijker geornamenteerd neorenaissance- of neobarokidioom. Representatieve voorbeelden uit de beginjaren van de samenwerking tussen vader en zoon Vereecken zijn het hotel Vandevelde uit 1895 op de hoek van Louiza-Marialei en Rubenslei, hotel Pungs uit 1896 in de Beeldhouwersstraat, en het monumentale ensemble winkelpanden in opdracht van Ernest Paul Grisar en Albert Kreglinger uit 1898 in de Leysstraat. Vanaf 1906 zette Emile Vereecken de praktijk in eigen naam tot midden jaren 1920 voort, met herenhuizen, bank- en kantoorgebouwen in beaux-artsstijl.

Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvatten de rijwoningen een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. Beide lijstgevels beantwoorden aan eenzelfde compositieschema, maar onderscheiden zich door hun materiaalgebruik en detaillering. Nummer 94 heeft een verzorgd parement uit geel baksteenmetselwerk in kruisverband, op een plint uit blauwe hardsteen. Van witte natuursteen is gebruik gemaakt voor de sokkel, speklagen, waterlijsten, deur- en vensteromlijstingen, lekdrempels en de erker. Nummer 96 heeft een parement uit witte natuursteen met schijnvoegen in de pui, op een plint uit blauwe hardsteen. Opstand en geveldecor gaan vrijblijvend terug op de régencestijl. Geleed door de puilijst en asymmetrisch van opzet, legt de compositie de klemtoon op het brede zijrisaliet, dat in de bovenbouw wordt gemarkeerd door kolossale pilasters, met een gebogen pseudo-fronton als bekroning. De eerste verdieping wordt respectievelijk geaccentueerd door een driezijdige erker met console en bekronende balustrade, en een bow-window met smeedijzeren balkonborstwering. De topgeleding van nummer 94 bestaat uit een vlak omlijste ovale oculus met voluten die rust op een getoogde waterlijst; in nummer 96 eindigt het risaliet in een rondbogig spaarveld met breed geprofileerde omlijsting, waarin een vlak omlijst steekboogvenster met voluten en onderdorpel. Verder regelmatige registers van steekboogvensters met oren en waterlijst, vlak omlijst in nummer 94, in geriemde omlijsting met sluitsteen en consoles onder de lekdrempel in nummer 96. Spiegelboogportaal met oculus, voluten, doorgetrokken waterlijst en sluitsteen in nummer 94; getoogd portaal met bovenlicht sluitsteen en waterlijst in nummer 96. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst op klossen vormt de gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van inkomdeuren en vensters met kleine roeden in het bovenlicht is bewaard, evenals de smeedijzeren souterraintralies.

De plattegronden beantwoorden aan de klassiek typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1902#1855 (Van Schoonbekestraat 94) en 1902#1650 (Van Schoonbekestraat 96), 1903#463 (Lange Leemstraat); vreemdelingendossier 481#31857 (Davidis).

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Ensemble van twee burgerhuizen in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/195437 (geraadpleegd op ).