Westmeersmolen

Tekst van Restant van Westmeersmolen (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304011)

Ten westen van Puyenbrug nabij de Zuidlede en in een hoek gemaakt door twee vanaf Puyenbrug vertrekkende populierendreven: puin van waterwindmolen "Westmeersmolen". Oorspronkelijk een ronde bakstenen poldermolen, opgetrokken in 1819 zowel voor de afwatering als de bevloeiing van de omgevende landerijen (door middel van een scheprad).

De oprichting gebeurde op initiatief van advocaat Ferdinand Ottevaere (1766-1863), die een deel van de hooilanden langs de Zuidlede, die voorheen eigendom waren van het kapittel van Sint-Baafs, had aangekocht na de confiscatie ervan omstreeks 1798. Omwille van de lagere opbrengst van deze landen in vergelijking met de gronden langs de Moervaart, liet hij in 1819 grote werken uitvoeren, namelijk de aanleg van een nieuw irrigatie- en drainagesysteem met pompgemaal. Het water van de Zuidlede werd in dit systeem opgepompt naar een spaarbekken en van daaruit verdeeld over de hooilanden via een netwerk van sloten. Door het terrein te nivelleren en onder te verdelen in met dijken afgesloten compartimenten, konden de gronden gecontroleerd bevloeid worden en kon eveneens overtollig water afgevoerd worden. Op 19de-eeuwse historische kaarten (Popp en Vandermaelen) wordt de molen op deze locatie aangeduid als "Westmeerschmolen".

Na de dood van Ottevaere raakte de molen in verval. In 1896 reeds beschreven als puin en vermoedelijk sindsdien verticaal gehalveerd, zoals de molenromp tot heden als ruïne is bewaard.

  • LANCLUS K. & VERBEECK M. 1993: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Evergem - Lochristi, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12N4, Brussel - Turnhout.

Auteurs:  Van Driessche, Thomas; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Restant van Westmeersmolen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/195244 (geraadpleegd op ).