Tuinwijk Park

Tekst van Tuinwijk Park (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/120945)

Tuinwijk in een gematigde nieuw-zakelijke stijl, tussen 1928 en 1930 gerealiseerd door de Gewestelijke Maatschappij van Boom en omliggende tot het bouwen van Goedkope Woningen. De tuinwijk werd ontworpen door Camille Bal en Ernest Lamot.

Bouwgeschiedenis en context

De oprichting van de Tuinwijk Park, ook gekend als Tuinwijk Bossen, paste binnen een stedenbouwkundig totaalconcept voor de aanleg van het gebied langs weerszijden van de Antwerpsestraat in Boom-Noord. In de geest van de tuinwijkgedachte plande de in 1925 opgerichte intercommunale Boomsche Beekbosschen Tuinwijk in dit nog landelijke gedeelte van Boom een omvangrijke nieuwe groene wijk, volledig uitgerust met kerken, scholen, badinrichtingen, een elektrische centrale en een groot gemeentepark. Naast zones voor residentiële woningbouw werden ook grote delen voorbehouden voor sociale huisvesting. De in 1921 opgerichte Gewestelijke Maatschappij van Boom en omliggende realiseerde in het gebied een aantal tuinwijken zoals de tuinwijk Krekelenberg, de tuinwijk aan de Antwerpsestraat, de Tuinwijk Peerdsgat en de Tuinwijk Park. Ook na de Tweede Wereldoorlog richtte ze er, vaak omvangrijke, sociale woonwijken op zoals de wijk Kruiskenslei.

De Tuinwijk Park werd ontworpen door het architectenduo Camille Bal en Ernest Lamot, die gedurende 50 jaar de meeste wijken van de Gewestelijke Maatschappij tekenden. In tegenstelling tot andere tuinwijken van hun hand, die gekenmerkt worden door een traditionalistische pittoreske stijl, ontwierpen ze de Tuinwijk Park in een meer moderne vormgeving met nieuw-zakelijke kenmerken. In 1928 keurde de Nationale Maatschappij voor Goedkope Woningen de aanvraag voor de bouw van de wijk goed. Het plan omvatte in totaal 140 woningen, waarvan 82 individuele gezinswoningen (76 met twee slaapkamers en 6 met 3 slaapkamers) en 58 duplexwoningen met vier slaapkamers. De 58 duplexwoningen waren bestemd voor kroostrijke gezinnen en konden worden opgedeeld in twee wooneenheden. Het plan voorzag ook in een aantal winkelpanden. Nog in 1928 werd gestart met de bouw, die in 1930 volledig voltooid was. De werken werden uitgevoerd door de Boomse aannemer Vandervelde, die eveneens een aantal wijzigingen in het ontwerp doorvoerde.

Beschrijving

De Tuinwijk Park is gelegen tussen de Karel Ledeganckstraat, de Van Arteveldenstraat, en de Van Leriusstraat, vlak bij het Gemeentepark van Boom. Stedenbouwkundig wordt ze gekenmerkt door een compact en geometrisch vijfhoekig aanlegplan met een groot centraal trapeziumvormig plein (beboomd langs de randen), genoemd naar Jozef Wauters, socialistisch voorman en Belgisch minister. De aanpalende straten zijn bebouwd met rijen van vier tot twaalf woningen met kleine omhaagde voortuin (oorspronkelijk met eenvormige lage tuinmuren), in spiegelbeeldschema ingeplant op verspringende rooilijnen. Niettegenstaande de halfopen bebouwing heeft de wijk een eerder gesloten karakter. Typische tuinwijkkarakteristieken zijn de uniforme huizen in een doordacht stedenbouwkundig plan, de groene voortuinen, de relatief grote private tuinen, en het groen gemeenschappelijk plein, dat kenmerkend is voor de idee van gemeenschapsvorming. Eveneens typisch zijn de achterpaden tussen de private tuinen, met kleine centrale binnenruimten. Hoewel vrij omvangrijk behoudt de wijk een kleinschalig karakter.

De woningen werden opgetrokken in donkere Boomse baksteen (kruisverband) en tellen twee bouwlagen onder plat dak. Opmerkelijk is de nieuw-zakelijke kubistische vormgeving, met in- en uitspringende volumes, verspringende gabarieten en hoekaccenten (vooruitgeschoven woningen of aanbouw met één bouwlaag, anno 2104 soms verhoogd met een tweede bouwlaag). Typisch nieuw-zakelijke elementen zijn de horizontaliserende uitkragende dakranden, kordons en vensterregisters, en de bandramen op de eerste verdieping. Oorspronkelijk witgeschilderd schrijnwerk, veelal vernieuwd.

Anno 2014 zijn sommige panden ingrijpend verbouwd en is het tuinwijkkarakter deels verloren gegaan door de verstening van de voortuinen. Ook werden garages vaak onoordeelkundig ingepast en volumes verhoogd. Door de strakke geometrische baksteenarchitectuur en het sterk stedenbouwkundig plan blijft het eenheidsbeeld echter voldoende bewaard.

Evaluatie

De Tuinwijk Park heeft een architecturale en een stedenbouwkundige waarde als een vrij late tuinwijk, met een strak geometrisch aanlegplan en kubistische volumewerking. Deze waarden worden ook bepaald door de plaats in het oeuvre van de regionaal bekende bouwmeesters Bal en Lamot. De Tuinwijk Park is eerder uitzonderlijk omwille van de nieuw-zakelijke vormgeving, zowel wat de woningen als het aanlegplan betreft. Op het vlak van woningtypologie is de vroege toepassing van het principe van duplexwoningen die naargelang de behoeften kunnen worden opgedeeld uitzonderlijk (huidige toestand niet gekend).

Bepalende erfgoedelementen zijn het stratenpatroon inclusief centraal plein en achterpaden (stedenbouwkundige aanleg), de groenaanleg (plein, voortuinen, hagen), de inplanting (halfopen rijbebouwing), de architecturale homogeniteit, schaal, vorm (silhouet en volumewerking). Ook de materialiteit (baksteen), de doorlopende dakranden, cordons en bandramen zijn bepalende elementen in de stijl (nieuw-zakelijk baksteenmodernisme).

  • Onroerend Erfgoed, Archief Inventaris sociale woningbouwpatrimonium (2011-2016), Sitenaam BOOM_TUINWIJK_PARK_1110.
  • Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, Dienst Onroerende Transacties, registratiefiches, SHM 1110, Boom, lieu dit Bosschen.
  • Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, Patrimoniumdatabank.
  • MIGOM S. 2004: Camille Bal, in: LAUREYS D. (ed.), Bouwen in beeld: de collectie van het Architectuurarchief van de Provincie Antwerpen, Turnhout, 172-175.
  • SIEBENS H. 2007: Sociale Huisvesting Boom-Terhagen. 100 jaar bij de les, Boom.

Auteurs:  Van Herck, Karina
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Tuinwijk Park [online], https://id.erfgoed.net/teksten/192892 (geraadpleegd op ).